Meer info naar centrale databank van verkrachters

Themabeeld © Shutterstock

De federale politie heeft een databank met allerlei details van zedenfeiten om misdrijven te linken en daders op te sporen. Maar de input vanuit lokale politie was tot nog toe te vrijblijvend, schrijft De Standaard donderdag.

Aangiftes van ­zedenfeiten leiden te vaak tot seponeringen: de onderzoeken zijn op zich al erg delicaat en wanneer er daarenboven geen dader wordt gevonden, zit er niets anders op dan het onderzoek stop te zetten. Dat ontmoedigt slachtoffers en wekt maatschappelijke wrevel op.

Nochtans heeft de federale politie een databank om zeden­feiten die zich afspelen buiten een ‘relationele sfeer’, aan elkaar te linken en zo daders op te sporen: het Violent Crime Linkage Analysis System (Viclas). Die databank brengt gegevens over feiten met een vermoedelijk seksueel of gewelddadig motief tot in detail samen.

Bredere aanpak van seksueel geweld

Voor de input is Viclas sterk afhankelijk van aangiftes bij de lokale politie, waar slachtoffers doorgaans eerst hun verhaal doen. Maar dat gebeurt nog onvoldoende. De ontslagnemende ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken, Koen Geens en Pieter De Crem (CD&V), verplichten de diensten binnen hun domein om Viclas te voeden en te gebruiken. Dat doen ze in een rondzendbrief die recent werd verspreid. Die maakt deel uit van een bredere aanpak van seksueel geweld.

“Slachtoffers van zedenfeiten worden voortaan op een gelijkvormige manier verhoord”, verduidelijkt Geens’ woordvoerster Sieghild Lacoere. “Door de databank verplicht te voeden, kunnen er verbanden opduiken. In een opsporingsonderzoek naar de dader, onder leiding van het parket, kunnen die verbanden dan worden aangewend. Viclas is een zeer interessant instrument in het strafrechtelijk opsporingsbeleid.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen