Direct naar artikelinhoud
InterviewMargot Cloet

Margot Cloet (Zorgnet Icuro): ‘Al weken bemoeilijkt onze complexe staatsstructuur de zaken’

Margot Cloet, gedelegeerd bestuurder van Zorgnet-Icuro.Beeld Tim Dirven

Ze mag dan wel uit de CD&V-stal komen, wolligheid is haar ding niet. Margot Cloet, de gedelegeerd bestuurder van koepel Zorgnet-Icuro, spreekt al de hele coronacrisis vrijuit over de fouten die de politiek maakt, en denkt er niet aan daarmee te stoppen. ‘Natuurlijk ervaar ik politieke druk. De hele atmosfeer ademt dat uit. Maar zwijgen zou ik laf vinden.’

en

Voor corona begonnen interviews met een handdruk en een beleefdheidsgesprekje. Tijdens corona starten die – vaker dan ons lief is – met een flikkerend scherm en een haperende verbinding. 

Met Margot Cloet is dat niet anders. Haar camera heeft kuren, het duurt toch de volle tien minuten voor we haar in beeld zien. Al die tijd blijft ze kalm, analyseert ze het probleem en zoekt ze een oplossing.

Het bruggetje naar de manier waarop ze deze pandemie in de zorg aanpakt, is snel gemaakt. Cloet, ex-kabinetschef van welzijnsminister Jo Vandeurzen (CD&V), ontpopte zich de laatste weken tot dé belangenbehartiger van de zorgsector, en dan vooral van de woon-zorgcentra. Rustig maar helder zegt ze al weken waar de politici faalden. Woensdagavond ging ze vol aan de rem hangen toen premier Sophie Wilmès (MR) aankondigde dat rusthuisbewoners voortaan één bezoeker mochten ontvangen. Cloet: “‘Wow, in welke film spelen wij hier mee?’ was mijn eerste gedachte. Deze crisis is sowieso een never ending story, en nu komt er deze totaal misplaatste plotwending bij.”

U was compleet verrast?

Cloet: “Het is mij echt een raadsel hoe die maatregel ooit tot stand is kunnen komen. Eigenlijk was het net aan het lukken om alle bewoners de juiste zorg te bieden. Om sommige patiënten naar het ziekenhuis over te brengen, en andere nog in het woon-zorgcentrum te verzorgen. Daar kwam er stilaan een evenwicht, al was het nog wankel. Want we hebben nog altijd onvoldoende testen, beschermingsmateriaal en kennis over het virus. En dan kwamen ze zonder enig overleg hiermee af? Alsof je nog een extra staaf dynamiet op het vuur gooit.

Margot Cloet (Zorgnet Icuro): ‘Al weken bemoeilijkt onze complexe staatsstructuur de zaken’
Beeld Tim Dirven

“Ik wist dat we dit in de kiem moesten smoren. Ik moest snel en stevig communiceren. Het waren zeer surrealistische uren, en ik heb er ook echt niet van geslapen. Gelukkig werd vrij snel alweer teruggeschakeld. Nu denk ik vooral: ‘Hadden we dit allemaal niet kunnen vermijden?’”

Leg eens uit hoe.

“Al weken bemoeilijkt onze complexe staatsstructuur de zaken. In Nederland, om maar een voorbeeld te geven, heb je één premier die alles in één hand houdt. Hier heb je de verschillende bestuursniveaus met eigen taskforces of adviesorganen. Er zijn zoveel structuren waar ze overleggen, maar tussen die structuren wordt er precies niet overlegd, of toch onvoldoende. Niemand in de sector geraakt er nog wijs uit. Je hebt de groep voor het medisch materiaal, je hebt de groep die zich bezighoudt met de economische impact, je hebt de GEES voor de exit uit de lockdown, je hebt dan nog eens de Veiligheidsraad met al wat er bij hoort. Wat mij nog het meest frappeert, is dat niemand deze maatregel ook maar ooit ter sprake heeft gebracht in al de organen waarin wij zitten.”

Zelfs Beke was niet ingelicht.

“Dat heb ik ook begrepen, ja. Of Geens en Jambon hem even hadden moeten bellen? Dat laat ik aan hen over. Je zou toch verwachten dat politici net in een crisis alle lijnen openhouden en zichzelf even aan de kant zetten? Wellicht verwijten ze mij ook profileringsdrang omdat ik me meteen heb laten gelden. Maar ik ben niet uit op politieke recuperatie. Ik merk wel dat mijn uitspraken snel gebruikt worden. Toen ik zei dat de coronatesten in de woon-zorgsector dreigden uit te draaien op chaos, kon de oppositie er niet genoeg naar verwijzen. Dat was zo gigantisch heftig dat ik mijn tv gewoon heb afgezet. Kijk, ik wik en weeg wel degelijk mijn woorden, maar soms moet ik een noodkreet slaken. Zo komt het op de agenda. Soms schrik ik wel van de spanningen die dat teweeg brengt.”

Tussen u en de minister?

“Ja, en tussen mij en het kabinet. Ik ben helemaal niet rancuneus. We gaan na afloop ook ‘pardon’ moeten zeggen tegen elkaar, want ook ik heb wellicht fouten gemaakt. Ik verwijt Beke niks als het gaat over bezoekersregeling, maar ik neem het de verantwoordelijke ministers wel kwalijk dat ze voor zoveel schrik en onrust hebben gezorgd.”

U heeft nog geen pardon gezegd tegen Beke?

“Nog niet. Ik probeer een beetje afstand te houden nu omdat ik zijn boosheid voel. Maar wat ik gezegd heb, was echt omdat ik mijn mensen nog recht in de ogen wil kunnen kijken. En ik wil ook recht in de spiegel kunnen zien. Mijn vizier was niet gericht op de minister, maar hij denkt daar precies anders over.

“Ik heb geen spijt, mijn achterban steunt mij ook volledig, maar ik voel me nu niet per se kiplekker. Ik heb het scenario al enkele keren door mijn hoofd laten gaan, en ik denk nog altijd dat ik juist gehandeld heb. Ik moest bruuskeren, anders zou het pas echt slecht afgelopen zijn voor de sectoren én voor de minister.”

Beke zegt dat hij wel degelijk veel overleg pleegt met u.

“Natuurlijk. Maar er is een groot verschil tussen overleggen en antwoord krijgen op je vragen. Eigenlijk was mijn boodschap van meet af: laat ons parallel aan het dagelijkse federale overleg dat ook op Vlaams niveau doen. Had men sneller de coördinatie op zich genomen, dan had dat veel rust gegeven. Dan hadden we veel vroeger beslissingen kunnen nemen.”

Bent u eigenlijk geen nestbevuiler? U bent ex-kabinetschef van Jo Vandeurzen.

“Ik zou mijn mond moeten houden omdat ik zogezegd van de christelijke zuil ben? Constant politieke reflecties moeten maken? Nooit. Ik ga me echt niet in een hoekje laten zetten. Ik probeer authentiek, eerlijk en recht voor de raap zijn. Als mensen dat niet fijn vinden, oké, maar ik zal mijn woorden niet terugnemen. Ik speel geen politieke spelletjes, ik verwoord wat er leeft in de zorgsector. Natuurlijk voel ik politieke druk. In de media, in het parlement. De hele atmosfeer ademt die druk uit. Maar ik zal me niet de mond laten snoeren. Zwijgen zou ik laf vinden. Wat ik zeg, is ook nooit gratuit. Naar de media stappen is geen doel op zich. Straks hoop ik op wat rust.”

Margot Cloet (Zorgnet Icuro): ‘Al weken bemoeilijkt onze complexe staatsstructuur de zaken’
Beeld Tim Dirven

Zit er dan geen terechte bekommernis achter die bezoekersregeling?

“Wij zouden het liefst de deuren van al onze woon-zorgcentra wagenwijd opengooien en alle mensen met elkaar laten knuffelen. Maar je moet de veiligheid van de bewoners en de medewerkers kunnen garanderen. Heel veel familieleden lieten mij weten: Ik wil helemaal niet op bezoek, want ik ben een potentieel gevaar voor de mensen die er wonen én ik kan het mee naar buiten nemen. We moeten erover nadenken hoe we deze lockdown afbouwen, uiteraard. Maar ik kan daar geen termijn op plakken. Ik wil mensen geen valse hoop geven. De staart van deze epidemie, en de collateral damage, gaat nog maanden aanhouden. De angst gaat ook tussen ons in blijven hangen. Want het virus is een onzichtbaar, sluipend vergif dat zich door de samenleving beweegt. We zullen heel voorzichtig moeten zijn in onze terugkeer naar de normaliteit.”

Hoe zwaar zitten uw zorg- en verpleegkundigen op hun tandvlees?

“De stress stapelt zich echt op bij hen, blijkt uit onze eerste bevraging van 11 april. Ze voelen zich enorm betrokken bij de patiënten en bewoners, en ze maken zich continu zorgen dat ze niet genoeg beveiligd zijn en ziek gaan worden. We zitten in een rode zone en we zullen daar voorlopig niet snel uit geraken. Heel wat mensen kunnen nu, in het heetst van de strijd, wel terecht bij hun familie, maar ik vrees dat dit niet zal volstaan. Achteraf zullen we daar een grote weerbots krijgen. We moeten echt vermijden dat onze zorgverleners trauma’s krijgen.”

U vreest voor het posttraumatisch stresssyndroom?

“Ja. In de ZorgSamen-barometer, een enquête die we begin april afnamen, geven al heel wat mensen aan dat ze concentratiestoornissen hebben, dat ze erover dromen of zich hyperalert voelen. Vorige week hoorde ik een zorgkundige van een Covid-afdeling met personen met ernstige dementie. Door het virus krijgen zij zware stuipen, wat, zelfs met verdoving, enorm heftig is. Zij vertelde me: ‘Ik kan daar een uur werken, maar dan moet ik gaan huilen’. Die onmacht en dat verdriet leeft bij veel zorgverleners. Hen gaan we ook moeten troosten en begeleiding aanbieden.”

Hoe belangrijk is dat dagelijks applaus en die steunbetuigingen?

“Hartverwarmend is dat. Het zou mooi zijn als dat applaus zich na de crisis vertaalt in een algemeen besef over het belang van de gezondheidszorg. Een jaar geleden, net voor de verkiezingen, hadden we een campagne om zorg hoog op de politieke agenda te krijgen. Dat is echt niet gelukt (grimast). Na de verkiezingen is onze sector wel weer in kijker gekomen...”

Door de aangekondigde besparingen. U scheef eind februari zelf nog mee aan een open brief.

“Er was inderdaad protest tegen de besparingen, al was er ook een investeringsbudget. Kijk, ik hoop op meer aandacht voor onze sector. Dat de partijen de zorg weer hoog in het vaandel gaan dragen. Hoe erg dat die crisis ook is: ik hoop dat er nu eindelijk een betere financiering komt en dat de hervormingen in de ouderenzorg op gang komen. 

“Er zijn al veel bedden bij gekomen en extra omkadering. Nu moet de overheid verder in kwaliteit investeren. Mensen komen steeds later naar een woon-zorgcentum. We hebben meer én ander personeel nodig. Zeker in kleinere woon-zorgcentra heb je nu enkel een directeur, een hoofdverpleger, een begeleidend arts en dan het zorgend en logistiek personeel. Waarom die rol van de arts niet uitbreiden? Kunnen we niet kijken naar gespecialiseerde verpleegkundigen? Naar pedagogen en psychologen? De medische component mogen we ook natuurlijk niet uit het oog verliezen.”

Gaat deze coronacrisis mensen niet nog meer afschrikken om in de sector te komen werken?

“Het zou kunnen, al zal het ook net een omgekeerd effect kunnen hebben. We zullen in elk geval uit die vicieuze cirkel moeten geraken. Mensen zullen pas gestimuleerd zijn als er voldoende handen zijn en de werkdruk lager ligt. Wat ik wel zeker weet: als dat geld er niet komt, voorspel ik een golf van protest.”