Direct naar artikelinhoud
InterviewLudo Van Campenhout en Rosalie Bogaard

‘Ik schaam me vooral tegenover haar en de kinderen: zij hebben me vaak ladderzat in de zetel zien liggen’

Een ontnuchterend dubbelgesprek: Ludo Van Campenhout en Rosalie Bogaard

De Antwerpse N-VA-politicus Ludo Van Campenhout (53) liet zich begin dit jaar, na een zoveelste breakdown als gevolg van overmatig drankgebruik, voor de vierde keer opnemen in een ontwenningskliniek. Bijna vier maanden later heeft hij de crisis in zijn relatie overwonnen en is hij en passant van corona genezen. Hij is klaar voor een nieuw leven samen met zijn vriendin, Rosalie Bogaard (47). 

Je ziet er goed uit: energiek, opgewekt en duidelijk vermagerd.

Ludo Van Campenhout: “Dank je wel. Ik voel me ook goed, hoewel ik nog aan het herstellen ben van, vermoedelijk, een corona-infectie. Ik ben een paar weken geleden teruggekeerd uit Israël, en kort daarna ben ik heel ziek geworden: koorts, keelpijn, hoesten, ademhalingsproblemen... Aan de telefoon zei mijn dokter dat ik thuis moest uitzieken, en als het erger zou worden, moest ik naar het ziekenhuis gaan. Gelukkig was dat niet nodig, maar ik heb een week serieus afgezien.”

“Ik drink niet meer sinds begin januari, en dat merk ik aan alles: ik heb meer energie, ik voel me gezonder en sterker. En vooral: ik heb een heldere geest. Een half jaar geleden voelde ik me apathisch en had ik nergens zin in.”

Rosalie Bogaard: “Ludo zegt vaak dat het is alsof er een nevel uit zijn hoofd is verdwenen. Dat merk ik zelf ook, aan de manier waarop hij kijkt: zijn ogen staan helderder. Het is alsof hij opeens wakker is geschoten. Hij praat ook anders, veel meer betrokken. Het klinkt cru, maar vroeger had ik vaak het gevoel dat ik tegen de fles en niet tegen Ludo praatte.”

Van Campenhout: “Toen ik dronk, maakte ik geen echte connectie met mensen: ik wauwelde meestal maar wat. Nu voel ik dat ik veel eerlijker met mensen omga.”

Bogaard: “Vandaag is hij weer de Ludo op wie ik vier jaar geleden verliefd ben geworden. Hij dronk toen ook veel, maar het voorbije jaar was het problematisch geworden. Hij is een vlotte, sociale man die makkelijk contact legt met andere mensen. Maar die mooie karaktereigenschap was ondergesneeuwd geraakt door zijn drankmisbruik.”

Van Campenhout: “Als ik dronk, zat ik in mijn eigen bubbel en viel er blijkbaar niet met mij te praten.”

Waaróm dronk je zoveel?

Van Campenhout: “Ik ben heel empathisch: ik ga mee in de gevoelens van anderen en ik slorp ze op. Daar was ik me niet van bewust, maar dat is tijdens mijn therapie heel duidelijk geworden.”

Bogaard: “Het is goed om met anderen mee te leven, maar als je daar te ver in gaat, ondermijn je je eigen geestelijke gezondheid.”

Van Campenhout: “Ik heb als politicus altijd andere mensen willen helpen. Maar je kunt niet iederéén helpen, en dat frustreerde me, zeker als ik het beloofd had. Dat leidde tot schuldgevoelens en was een trigger om te drinken. Alcohol was, zeker de laatste jaren, een verdovingsmiddel om de negatieve emoties niet meer te hoeven voelen.”

Bogaard: “Ludo wil altijd voor iedereen goed doen, maar dat gaat natuurlijk niet. Dat beseft hij nu gelukkig.”

Van Campenhout: “Blijkbaar ben ik in dat opzicht gevoeliger dan veel andere mensen, en zeker dan veel andere politici.”

Bogaard: “Ludo heeft totaal géén olifantenhuid. Integendeel: hij is hoogsensitief, hij trekt zich alles veel te hard aan.”

Van Campenhout: “Het probleem is dat ik me daar nooit bewust van ben geweest. Tijdens mijn therapie heb ik geleerd om voor mezelf op te komen. Ik heb geleerd om het duidelijk te zeggen als iets me stoort of als ik iets niet wil. Dat kon ik vroeger niet.”

Bogaard: “Ik denk dat hij een typische Vlaming is: jullie hebben het moeilijker om te zeggen wat er op jullie lever ligt. Ik ben Nederlandse: voor mij is het vanzelfsprekend om duidelijk te zeggen wat ik te zeggen heb. Ik heb al vaak gemerkt dat Ludo ergens mee zit, maar dat hij het niet wil of kan zeggen.”

Van Campenhout: “Ik heb het moeilijk om mijn gevoelens te uiten, zeker negatieve gevoelens. Ik heb dat thuis nooit geleerd. Maar hoe meer je die opkropt, hoe groter de kans dat het vroeg of laat tot een uitbarsting komt.”

Zoals vier maanden geleden: wat is er toen precies gebeurd?

Van Campenhout: “Het was een jammerlijke samenloop van omstandigheden. Ik had me in oktober in een ontwenningskliniek laten opnemen om mijn drankprobleem aan te pakken. In overleg met de partij, die mij al veel kansen had gegeven, heb ik ook beslist dat ik ontslag zou nemen als schepen in Antwerpen. Maar ik wilde in schoonheid eindigen: ik was zeventien jaar schepen geweest en ik had een mooi parcours afgelegd. Ik wilde niet als een zielenpoot eindigen en voor altijd herinnerd worden als de schepen die moest aftreden omdat hij alcoholist was. Daarom hadden we afgesproken dat ik tot oktober 2020 zou aanblijven, tot na de Olympische Spelen (Van Campenhout was schepen voor Sport, Diamant, Markten en Foren, red.).”

Wat is er dan toch verkeerd gegaan?

Van Campenhout: “Na mijn ontwenning heb ik me vol nieuwe energie op mijn job gestort. Ik heb toen hard gewerkt en ben bijna drie maanden nuchter gebleven.”

Bogaard: “85 dagen.”

Van Campenhout: “Ja, 85 dagen: zo heb ik het in mijn dagboek genoteerd. Ik was blij dat ik was afgekickt, met Rosalie ging alles goed en op mijn werk viel niets aan te merken, terwijl dat vroeger soms wel anders was geweest. Ik wist dat ik in oktober de fakkel moest overdragen, maar stilletjes begon ik te denken: misschien loopt het wel anders. Misschien zien ze bij de partij dat ik mijn drankprobleem definitief heb overwonnen en dat ik wél in staat ben om een goede schepen te zijn. Ik hoopte dus dat ik in oktober geen afscheid hoefde te nemen. Die hoop werd ook gevoed door de mensen in mijn omgeving. En mensen die ik op straat ontmoette, zeiden dat ze het heel jammer vonden dat ik moest aftreden. Of ze zeiden dat ik me geen zorgen hoefde te maken: de partij zou me wel schepen laten blijven.”

“Maar op 31 december om drie uur ’s middags kreeg ik een sms’je met de boodschap: ‘Volgende week dinsdag 7 januari om 10 uur persconferentie. We gaan je opvolger voorstellen.’ Toen heb ik een klop gekregen. Hoewel ik al maanden wist dat het zou gebeuren, was ik in shock.”

Bogaard: “Het was vooral ook het moment waarop hij dat bericht kreeg: op oudejaarsdag, wanneer mensen in feeststemming zijn.”

Van Campenhout: “Het nieuwe jaar stond voor de deur, maar ik dacht: voor mij is dit geen nieuw begin, maar een duidelijk einde.”

Bogaard: “Ludo en ik waren uitgenodigd op een Chinees feest, maar omdat we wisten dat daar veel zou worden gedronken en dat Chinezen het een belediging vinden als je niet meedrinkt, had Ludo besloten om thuis te blijven.”

Van Campenhout: “Ik wist dat ik vijftig keer nee zou kunnen zeggen, maar daarna zou ik waarschijnlijk toch overstag gaan. Dus had ik liever dat Rosalie alleen ging.”

Bogaard: “Ik zou om negen uur terug naar huis gaan en samen met Ludo iets eten. We wilden het ook niet te laat maken, want de volgende dag vertrokken we op vakantie naar Israël.”

Van Campenhout: “Ondertussen liep ik daar op straat als een zombie. Ik ben nog naar de kapper gegaan, omdat ik dacht: ik moet er toch presentabel uitzien op de persconferentie, anders denken ze helemaal dat ik aan lagerwal ben geraakt. En daarna ben ik naar huis gegaan.”

Bogaard: “Hij heeft niets tegen mij gezegd over dat sms'je, maar het was wel de trigger die hem weer naar de fles heeft doen grijpen. Als ik had geweten wat er aan de hand was, dan was ik nooit naar dat feest gegaan en had ik hem kunnen tegenhouden. Maar hij heeft me pas de volgende dag, in het vliegtuig op weg naar Israël, gezegd wat er was gebeurd.”

Wat was er dan gebeurd?

Van Campenhout: “Toen Rosalie naar het feest was vertrokken, ben ik in de zetel voor de tv gaan liggen. Ik hoorde het feestgejoel op straat en ik had vreselijk veel zin om te drinken. Ik vroeg me af: wat lig ik hier eigenlijk te doen, in mijn eentje? Wat heeft het voor zin dat ik mij sterk hou? Ik heb toch geen toekomst meer. Ik ben toen in de nachtwinkel een halve liter wodka gaan halen, en die heb ik in een mum van tijd opgedronken.”

Bogaard: “Toen ik thuiskwam, was hij uitgeteld.”

Van Campenhout: “Ik had 85 dagen niets gedronken, dus ik was compleet van de wereld.”

Wat was je reactie, Rosalie?

Bogaard: “Ik begreep er niets van. Alles leek zo goed te gaan. We hadden ons erbij neergelegd dat Ludo vanaf oktober geen schepen meer zou zijn, maar we zagen het ook als een nieuwe start voor ons beiden. Waar een deur dichtgaat, gaat er meestal ook een nieuwe deur open. 2020 zou ons jaar worden. We hadden al plannen gemaakt: we zouden meer tijd voor onszelf maken, we hadden een grote reis naar China gepland...”

Van Campenhout: “De volgende dag zijn we naar Israël vertrokken. Dat hadden we misschien beter niet gedaan, want daar is het ontspoord.”

Bogaard: “In Israël is hij verder blijven drinken. Hij was vijf dagen lang dronken.”

Van Campenhout: “Het beest was weer los.”

Bogaard: “Ik maakte me grote zorgen, omdat hij op 7 januari op die persconferentie zijn ontslag moest aankondigen. Ik wilde niet dat iedereen zou zien hoe erg hij eraan toe was. Maar ik was vooral bezorgd om zijn gezondheid. Ik vond dat hij zich zo snel mogelijk weer moest laten behandelen. We zijn teruggekomen op 5 januari, en de volgende dag heb ik hem laten opnemen.”

Maar dat was blijkbaar tegen je zin, Ludo?

Bogaard: “Toen hij thuis vertrok, riep hij dat hij me nooit meer wilde zien.”

Van Campenhout: “Ik voelde me verraden door Rosalie. Ik vond dat we de beslissing om me te laten opnemen samen hadden moeten nemen. Bovendien was ik ervan overtuigd dat ik maar een kleine uitschuiver had gemaakt en dat ik het zelf wel kon oplossen. Iedere alcoholist maakt zichzelf wijs dat hij zijn probleem onder controle heeft en geen hulp nodig heeft.”

Bogaard: “Maar ik vond dat ik snel moest handelen. Ludo had op dat moment nog maar vijf dagen gedronken, dus de schade was nog beperkt. Hij had het 85 dagen goed gedaan: daar putte ik hoop uit. Ik was tegelijk wanhopig. We hadden alles al geprobeerd om hem van zijn verslaving af te helpen, en dat had ons enorm veel energie gekost. En dat dreigde allemaal voor niets geweest te zijn. Ik zie hem ongelofelijk graag, maar ik moest van mijn hart een steen maken. Ik heb toen een goede vriend van Ludo gebeld, en die heeft hem naar het ziekenhuis gebracht.”

Van Campenhout: “Ik was héél kwaad op Rosalie, maar ergens wist ik dat ze gelijk had. Het heeft wel een tijdje geduurd voor ik dat aan mezelf kon toegeven.”

Hoe verliep de ontwenning?

Van Campenhout: “Ik heb eerst drie dagen in het Stuivenbergziekenhuis in Antwerpen verbleven, waar ik onder de valium zat. Dat waren verschrikkelijke dagen van angst, pijn, zweten en een enorme drang om te drinken: een klassieke cold turkey. Daarna werd ik voor drie weken in een privékliniek opgenomen om psychisch te ontwennen.”

Ludo Van Campen-hout: 'Het inzicht is pas gekomen toen ik de film ‘Leaving Las Vegas’ zag, waarin Nicolas Cage zich dooddrinkt.'

VUILE WAS BUITEN

Hadden jullie contact met elkaar?

Bogaard: “Ik durfde geen contact met hem op te nemen. Ook ik had het gevoel dat ik hem verraden had. Iedereen zei me dat ik juist had gehandeld, maar ik was wel degene die hem had laten wegvoeren. Ik snapte dat hij zich bedrogen voelde.”

Van Campenhout: “In het begin was ik heel kwaad op Rosalie. Zeker toen ik aan het afkicken was, want zo'n cold turkey is de hel. Maar ik was vooral ook kwaad omdat ik mijn job als schepen meteen kwijt was. Ik kon niet op die persconferentie verschijnen, en mijn politieke carrière was definitief voorbij.”

Bogaard: “Ik was toen zelf ook wel geschrokken. Ik had de partijtop in vertrouwen laten weten dat Ludo hervallen was en dat hij zou worden opgenomen in het ziekenhuis. En de volgende dag, één dag vóór de officiële persconferentie, werd het nieuws op de regionale zender ATV uitgezonden: Ludo was schepen af en zijn opvolger kon meteen beginnen.”

»Ik was ervan uitgegaan dat de partij zich aan de afspraken zou houden en vooral: dat alles intern zou blijven. Maar terwijl ik hem probeerde te redden, hadden anderen hem al in een kist en in de grond gestoken.”

Van Campenhout: “De volgende dagen heeft Rosalie een paar interviews gegeven om uit te leggen wat er precies aan de hand was. Ze heeft gedetailleerd over mijn verslaving gesproken, en een aantal van mijn vrienden vonden dat ze de vuile was buiten had gehangen.”

Bogaard: “Ik had het alleen maar gedaan om Ludo te helpen. Ik wilde het taboe rond drankmisbruik doorbreken en dacht: als ik ons verhaal vertel, zullen mensen misschien begrijpen wat Ludo en ik op dit moment meemaken. Ik hoopte ook dat andere alcoholici zich in ons verhaal zouden herkennen en zelf hulp zouden zoeken.”

Van Campenhout: “Met die eerste interviews in een paar kranten kon ik nog leven, maar toen verscheen er een stuk over alcoholisme in Dag Allemaal waarin actrice Tania Van der Sanden, zelf een alcoholica, haar licht over mijn situatie liet schijnen. En een paar dagen later stond er een interview met Rosalie in De Morgen. Dat was het interview te veel. Wat mij betrof, was onze relatie voorbij.”

Je geloofde er nog wel in, Rosalie?

Bogaard: “Natuurlijk. Maar ik wist niet hoe het verder moest. Ik wilde gewoon dat het weer goed kwam tussen ons, daarom heb ik ook die interviews gegeven. Door ons verhaal in de openbaarheid te brengen, dacht ik dat ik onszelf - en hopelijk ook anderen - kon helpen.”

Van Campenhout: “Zo zag ik het niet. Ik vond dat Rosalie mijn vertrouwen had geschonden door ons privéleven te grabbel te gooien. Maar zoals ik daarnet al zei: ik werd door een paar vrienden opgestookt.”

Bogaard: “Opeens werd ik afgeschilderd als een verraadster, terwijl ik die interviews alleen maar had gegeven om Ludo te helpen. Voor mij was het ook niet makkelijk: ik heb een winkel die voor schoonheid staat (de juwelenwinkel Rose d'Anvers in Antwerpen, red.), en nu moest ik het deksel van een beerput halen.”

Van Campenhout: “Dat begrijp ik nu, maar de eerste weken niet. Het inzicht is er pas gekomen toen ik in de kliniek naar de film 'Leaving Las Vegas' met Nicolas Cage keek. Ik had die al eens gezien toen die in 1995 was uitgekomen, en ik weet nog dat ik toen dacht: hoe kun je nu zó verslaafd zijn? Toen ik hem terugzag, was ik ontroerd door de liefde tussen de twee hoofdpersonages: een prostituee die een zware alcoholist onvoorwaardelijk blijft steunen, terwijl hij zich kapotdrinkt. Ik besefte dat Rosalie voor mij net hetzelfde had gedaan: ze had mij laten opnemen om mij uit de afgrond te houden. Uit liefde, échte liefde. Ik heb haar toen een berichtje gestuurd dat ik heel veel van haar hield en begreep waarom ze gedaan had wat ze had gedaan.”

Bogaard: “Ik was uiteraard héél blij. Ik was al weken bang aan het afwachten, hopend dat hij uiteindelijk zou inzien waarom ik hem had verplicht om zich te laten opnemen.”

Zie je overeenkomsten tussen jezelf en het personage dat Nicolas Cage in Leaving Las Vegas vertolkt, Ludo?

Van Campenhout: “Nicolas Cage drinkt zichzelf dood in de film. Zover heb ik het nooit laten komen. Ik ben lang een sociale drinker geweest, iemand die in gezelschap en voor de gezelligheid dronk. Ik heb jarenlang ook niet overdag gedronken. Maar na mijn 40ste heeft mijn alcoholprobleem zich ten volle ontwikkeld - blijkbaar is dat typisch voor mannen met een alcoholverslaving. Tien jaar geleden ben ik gaandeweg een probleemdrinker geworden: ik begon overdag te drinken, en ik had ook onthoudingsverschijnselen als ik te lang niets dronk. Als ik 's morgens opstond, moest ik meteen iets drinken, meestal een glas whisky, anders hield ik het niet uit. De dood van mijn vader in 2011 heeft het doen escaleren. Ik dronk de hele dag door, want mijn lichaam had om de twee, drie uur een nieuwe dosis alcohol nodig. In december 2011 heb ik voor het eerst hulp gezocht en een dokter heeft me medicatie voorgeschreven om de drang naar alcohol te verminderen, maar dat heeft weinig geholpen. In 2012 heb ik me voor de eerste keer in een ontwenningskliniek laten opnemen.”

Na je ontwenningskuur begin dit jaar ben je voor een maand naar Israël gegaan. Wat heb je daar gedaan?

Van Campenhout: “De ontwenningskuur is gebaseerd op het twaalfstappenplan van de Anonieme Alcoholisten. Bij de derde stap moet je contact zoeken met een hogere spirituele macht - dat mag God zijn, of iets anders dat voor jou een spirituele waarde heeft. Ik heb toen besloten om naar Israël te gaan, voor mij het spirituele land bij uitstek. Via een bevriende Antwerpse rabbijn ben ik in een mosjav in Zuid-Israël beland, een coöperatieve landbouwnederzetting. Daar heb ik een maand lang paprika, peterselie en koriander geteeld, en aardbeienperkjes aangelegd. Dat heeft me tot rust gebracht. Het was een heilzame ervaring, zowel lichamelijk als geestelijk. Ik voelde me één met mezelf en het universum. En ik heb daar geen seconde aan alcohol gedacht. Overdag richtte ik mijn aandacht op mijn werk op het veld of in de serres, en 's avonds zat ik in mijn eentje in mijn bungalow te lezen en Hebreeuws te studeren.”

Bogaard: “Toen hij terug was, vertelde hij me dat hij daar heeft ingezien wat hem in België altijd naar de drank deed grijpen.”

Van Campenhout: “Het zijn de omstandigheden, de stress en de negatieve emoties die me naar drank doen verlangen. Daarom had ik een dubbel gevoel toen ik terugkeerde naar België. Ik was graag nog wat langer in Israël gebleven, maar ik wilde ook terug naar Rosalie, en naar Antwerpen.”

Rosalie Bogaard: 'Het ergst vond ik dat mensen met hun smartphone een foto van hem namen.'

THUIS IN HET CAFÉ

Hoeveel dagen heb je nu niet meer gedronken?

Bogaard: “Normaal gezien sinds 5 januari.”

Van Campenhout: “Ja, maar ik heb een misstap begaan. Eén keer. In Tel Aviv, op de terugweg naar huis. Daar heb ik de laatste avond een paar cocktails gedronken. Tel Aviv is een hippe stad met een bruisend uitgaansleven. De lokroep van de drank was te groot.”

Heb je er spijt van?

Van Campenhout: “Nee. Bij de AA en in de ontwenningskliniek leren ze je dat je niet hervalt door één misstap. Nu probeer ik ervoor te zorgen dat het niet meer gebeurt.”

Hoe groot schat je de kans in dat dat nooit meer zal gebeuren?

Van Campenhout: “Dat kan ik op dit moment niet zeggen. Herstellende alcoholisten, zoals ik, leven van dag tot dag. Het is de bedoeling dat ik elke dag opnieuw beslis om niet te drinken. Dat is al moeilijk genoeg. Als je jezelf voorhoudt dat je voor de rest van je leven nooit meer mag drinken, hou je het nooit vol.”

Hoe zie jij dat, Rosalie?

Bogaard: “Ik vind het een goede houding, maar ik ben realistisch: ik weet dat misstappen niet te vermijden zijn. Het zal een weg met ups en downs zijn. Ondertussen weten we goed waar de valkuilen liggen.”

Van Campenhout: “Ik krijg vooral stress van zaken die niet opgelost raken. Ik ben al vier jaar gescheiden van mijn ex-vrouw, maar ze woont nog in ons vroegere huis. Dat moet verkocht worden, en die procedure blijft aanslepen. Als ik weer een brief van haar advocaat krijg, begin ik te piekeren en voel ik de drang om te drinken. Maar voortaan zég ik het tegen Rosalie als ik die voel.”

Alcoholisme is een ziekte. Voelen jullie dat ook zo aan?

Van Campenhout: “Natuurlijk is alcoholisme een ziekte. Als ik drink, denk ik: wat doe ik nu? Ik wéét dat het niet goed is voor mij. Maar het is geen rationele beslissing, de drankzucht is sterker dan mezelf.”

Bogaard: “Iedereen die Ludo een beetje kent, weet dat hij een sterk karakter heeft. En toch is hij al vaak hervallen.”

Van Campenhout: “Studies wijzen uit dat 70 procent van de mensen op een normale manier kan drinken. 20 procent bevindt zich in de gevarenzone en 10 procent is alcoholist. Dat is niet niks, hè?”

Het risico op alcoholverslaving zou voor 50 procent bepaald worden door erfelijke factoren.

Van Campenhout: “Mijn vader was alcoholist, mijn grootvader en overgrootvader ook.”

Je ouders hadden een café.

Van Campenhout: “Een volkscafé, ja. Maar voor mij was dat café mijn thuis, en ik dronk alleen maar als ik uitging. Als student dronk ik in het weekend, en zeker niet als ik moest studeren. De problemen zijn pas veel later begonnen.”

“Hoewel er zeker een erfelijke factor is, zie ik weinig overeenkomsten tussen mijn drankprobleem en dat van mijn vader. Hij kon makkelijk een paar weken niet drinken, iets wat mij zelden is gelukt. Ik ben ervan overtuigd dat er geen twee alcoholici identiek zijn. Mensen die veel zwaarder dronken dan ik, hadden geen ontwenningsverschijnselen toen ze afkickten. Voor mij was het echt de hel. En veel alcoholici worden agressief als ze gedronken hebben, maar ik niet.”

Is dat zo, Rosalie?

Bogaard: “Ludo is zeker geen agressieve drinker. Als hij gedronken had, ging hij wel vaak in discussie en ontkende hij dat hij een drankprobleem had, zoals veel alcoholici. Bij ons was het omgekeerd: ík was degene die agressief werd en zelfs met dingen gooide, omdat ik het beu was dat hij constant dronken was.”

Als je vandaag terug-kijkt op al die jaren van drankmisbruik, voel je dan schaamte?

Van Campenhout: “Gelukkig heb ik in het openbaar nooit een scène geschopt of de boel op stelten gezet. Ik heb ook nooit gevochten toen ik dronken was. Ik heb wel het huwelijksfeest van een goede vriend verstoord, omdat ik vond dat het te lang duurde voor ik wijn kreeg. En ik ben op het terras van café Den Engel in Antwerpen ooit van pure zattigheid van mijn stoel gevallen. Dat is niets om trots op te zijn. Maar ik schaam me vooral tegenover Rosalie en haar kinderen, die me vaak ladderzat in of naast de zetel hebben zien liggen.”

Bogaard: “Het ergst vond ik het om naast Ludo op straat te lopen en mensen te horen zeggen: 'Kijk, dat is Ludo Van Campenhout, strontzat!' Of nog erger: dat ze met hun smartphone een foto namen.”

Van Campenhout: “Ik schaam me ook tegenover mijn collega's en alle mensen die voor mij gestemd hebben, omdat ik, zeker op het einde, veel minder presteerde dan er van mij werd verwacht.”

Voelde je je ook ontgoocheld, Rosalie?

Bogaard: “Ik vond het vooral erg dat ik gedwongen werd me als een politieagent te gedragen. Ik wilde dat helemaal niet zijn, maar op den duur was ik het wel geworden. Ik heb me voorgenomen om hem voortaan niet meer te controleren, maar uiteraard kan hij altijd bij mij terecht als hij hulp nodig heeft, daarvoor ben ik er - dat is liefde.”

Drink je zelf?

Bogaard: “Weinig. En ik ben van plan om nog minder te drinken, om het Ludo niet moeilijker te maken.”

Hoe is het ondertussen met je gezondheid, Ludo?

Van Campenhout: “Bij mijn voorlaatste opname, in oktober, heb ik mijn lever, hart en maag laten onderzoeken, en alles bleek in orde te zijn. Mijn lever was wat vervet, maar dat herstelt zich na verloop van tijd vanzelf. Gelukkig is er geen cirrose vastgesteld, want daar was ik heel bang voor. Mijn grote geluk is dat ik altijd veel heb gesport. Als ik dat niet had gedaan, was ik al lang dood geweest. Ik heb in 2005 de marathon van New York gelopen, en tijdens de voorbereiding heb ik een jaar lang bijna niets gedronken. Daarna had ik op dat pad moeten blijven - matig drinken, niet overdrijven - zodat mijn ziekte zich niet verder had kunnen ontwikkelen.”

Welk advies kun je geven aan mensen die met een drankverslaving worstelen?

Van Campenhout: “Mensen zouden zich zorgen moeten beginnen te maken als ze een patroon vaststellen in hun drinkgedrag, bijvoorbeeld als ze alle dagen drinken. En mensen die veel drinken, zouden af en toe eens een alcoholvrije periode moeten inlassen om te voorkomen dat ze het point of no return overschrijden, want dan is het te laat en mag je nooit meer drinken, zoals ik.”

Hoe ziet je toekomst eruit? In Gert Late Night zag ik dat jullie samen iets gaan doen met handjes en rozen?

Van Campenhout: “Toen door de coronacrisis alle winkels dicht moesten, heb ik samen met Rosalie het plan opgevat om een onlineplatform te beginnen, om de Antwerpse kleinhandel te helpen wanneer de maatregelen in ons land worden versoepeld. Ons project heet Hand in Hand. We bieden bedrijven en particulieren een mooi kunstwerkje aan: een wit porseleinen handje met een roosje erin, naar het beeld van de Chinese kunstenares Yan Shufen dat in het Centraal Station van Antwerpen staat. Met de opbrengst hopen we een relanceplatform op te zetten en de lokale handelszaken te promoten. Op dit moment bezoek ik die en schrijf ik er telkens een kort tekstje over op mijn Facebookpagina. Later zullen ze ook op het platform verschijnen.”

“Schrijven is mijn nieuwe passie: het maakt me rustig, zoals yoga of mediteren andere mensen rustig maakt. Als ik stress voel, begin ik te schrijven en keert de rust in mijn hoofd terug.”

Bedankt voor dit gesprek. En hou het droog!

Meer info over Hand in Hand vindt u op de Facebook-fanpagina van Ludo Van Campenhout of via ludovoorantwerpen@gmail.com

© HUMO