Direct naar artikelinhoud
OpinieRutger Lazou

Katje Lee is slachtoffer van speciesisme

Selena Ali (links) met Katje Lee op schoot.Beeld rv

Rutger Lazou studeerde moraalwetenschappen aan de Universiteit van Gent en doctoreert momenteel in filosofie aan de universiteit van Graz (Oostenrijk). Hij is de auteur van De toekomst van de kat. Over vraagstukken waar katten ons voor plaatsen.

Door de coronacrisis moest een Vlaamse studente enkele weken geleden plots vertrekken uit Peru, waar ze haar stage deed. Daarbij nam ze de asielkat mee waar ze zich had over ontfermd. ‘Katje Lee’ was gevaccineerd tegen hondsdolheid, maar had daarna nog geen 3 maanden in afzondering gezeten, wat wettelijk verplicht is. Nu wil het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) via een rechtszaak afdwingen dat Lee wordt ‘geëuthanaseerd’. Het FAVV eist bovendien een dwangsom van 5.000 euro per uur dat Lee niet wordt overgeleverd, vanaf het moment dat het vonnis wordt uitgesproken. Toch is het doden van Lee niet gerechtvaardigd.

Katje Lee stelt ons voor een emotioneel beladen vraagstuk. Zowel de schoonheid en elegantie van het dier als de coronacrisis spelen in op ons oordeel. We mogen ons door geen van beide factoren laten verblinden. In tegenstelling tot het coronavirus is hondsdolheid niet overdraagbaar van mens op mens en bestaat er een vaccin. De ziekte wordt ook in 99 procent van de gevallen door honden overgedragen, besmetting door katten is dus uitzonderlijk.

Toch mogen we het gevaar van de situatie niet onderschatten. Hondsdolheid of rabiës is een ziekte die vrijwel altijd de dood als gevolg heeft. Geïnfecteerde honden, katten, vossen, vleermuizen of apen kunnen de ziekte verspreiden via het rabiësvirus en zijn een potentieel gevaar voor mensen en andere dieren. België is reeds een tiental jaar vrij van hondsdolheid. Vooral in Amerika en Zuid-Europa is deze vorm van besmetting een probleem.

Bij het overtreden van wetten die de volksgezondheid beschermen moet kordaat worden opgetreden, maar de maatregelen die het FAVV wil afdwingen zijn volkomen disproportioneel. Bovendien zegt de Europese wetgeving dat men eerst moet proberen om de kat terug te sturen. Indien dat niet lukt, moet een quarantaine overwogen worden. Een quarantainestructuur inrichten voor Lee zou echter te duur zijn, dus verkiest men de makkelijke optie, ‘euthanasie’.

Het gemak waarmee het FAVV naar deze laatste optie wil grijpen, getuigt van weinig waardering voor het leven van een dier. Dieren worden nog te vaak gezien als objecten die louter ten dienste staan van de mens, terwijl ze evenveel recht hebben om behandeld te worden als subjectieve wezens met belangen. Ook niet-menselijke dieren beschikken namelijk over de mogelijkheid om gevoelens, innerlijke belevingen zoals pijn, genot, plezier en leed, te ervaren. De belangen van Lee krijgen niet het gewicht dat ze verdienen, wat het dier slachtoffer maakt van speciesisme: iemand uitsluiten op basis van de soort of species waartoe hij/zij behoort.

Jammer genoeg beschouwt ook ons rechtssysteem niet-menselijke dieren nog steeds niet als rechtssubjecten of dragers van rechten, maar louter als rechtsobjecten. Dat betekent dat er wel regels zijn over het welzijn van dieren, maar die komen slechts voort uit menselijke verlangens en niet uit de belangen van de dieren zelf. Een van de enige uitzonderingen hierop is het ‘zwerfrecht’ in Rome: de wet geeft zwerfkatten het recht om vrij te leven en niemand mag hen verwijderen uit hun omgeving. Helaas kan, juridisch gesproken, Lee geen beroep doen op een soortgelijk ‘recht op leven’, wat haar kansen in de rechtszaal sterk vermindert.

Ook de verbloemende term ‘euthanasie’ is hier niet op zijn plaats, Lee gaf hier namelijk geen toestemming voor. Ook als het gaat over het doden van katten in asielen door overpopulatie wordt de term vaak verkeerdelijk gebruikt. Een correcte terminologie is belangrijk om te vermijden dat men de ernst van het doden van een kat ten onrechte afzwakt.

Dat katje Lee niet verantwoordelijk is voor deze situatie, is duidelijk. Zij heeft er natuurlijk niet voor gekozen om naar België te komen. Als het al zou kloppen dat de ambassade en het FAVV de vrouw hadden geïnformeerd dat de kat niet mocht worden overgebracht, treft haar inderdaad schuld, maar dwangsommen van 5.000 euro per uur zijn hoe dan ook niet rechtvaardig te noemen voor een jonge vrouw die aan het begin van haar professionele leven staat, voor niemand eigenlijk. Bovendien had haar dierenarts in Peru ook duidelijker moeten communiceren over de wettelijke richtlijnen en had Lee simpelweg niet op het vliegtuig mogen worden toegelaten.

Op 29 mei wordt beslist over het lot van Lee. Hopelijk laat het rechtssysteem het dier in leven en kan deze casus een aanzet zijn om ook in de toekomst de belangen van dieren ter harte te nemen. Tot slot mag het FAVV, in het belang van de veiligheid van de voedselketen en de volksgezondheid, ook de massakweek van dieren in de industriële veeteelt eens onder de loep nemen.