Direct naar artikelinhoud
Interview

‘Ik besef dat ik op mijn bek kan gaan’: klinisch psychologe Ariane Bazan moet België mee uit de coronacrisis loodsen

Ariane Bazan, psychologe en nieuwe expert in Celeval. ‘De aanstelling kwam voor mij ook als een verrassing.’Beeld Damon De Backer

Het aantal besmettingen stijgt opnieuw en coronamoeheid ligt op de loer. Een nieuwe expertenraad hoopt België door de woelige coronawateren loodsen. Met daarin ook klinisch psychologe Ariane Bazan (ULB). Zij moet onze motivatie om tegen het virus te vechten op peil houden.

“Hoe langer deze crisis duurt, hoe meer mensen nood hebben aan betekenis”, zegt Bazan (51). “Iedereen begint zelf meer en meer na te denken. Als de bevolking niet precies weet waarom een bepaalde maatregel is ingevoerd, dan leidt dat tot gemor of protest. Eerst kregen we het virus pal op ons hoofd en begreep iedereen meteen de noodzaak om strengere maatregelen te treffen. Nu is het anders. We zitten op dit moment in een tweede fase van de coronacrisis.”

Enter Ariane Bazan in het Celeval-comité. Dat adviesorgaan staat de Nationale Veiligheidsraad bij om de maatregelen in de strijd tegen het coronavirus te wikken en te wegen. Waar de oude GEES-expertengroep ons uit de lockdown moest halen, hebben Bazan en co. een andere missie. Hoe houden we de bestaande maatregelen vol, nu we nog maanden met het virus opgescheept zitten?

Wie is Ariane Bazan? 

- Sinds 2007 professor klinische psychologie aan de ULB

- Houdt zich in haar onderzoek bezig met ‘neuropsychoanalyse’, het snijvlak tussen psychoanalyse en neurowetenschappen

- Heeft een privépraktijk

- Behaalde een doctoraat in de biologie (UGent, 1997) en een doctoraat in de psychologie (Université de Lyon, 2009) 

Volgens premier Sophie Wilmès (MR) heb je daar een goede psycholoog voor nodig. “Er zijn ook veel psychologen die daarop hebben aangedrongen”, zegt Bazan. “En de politiek is in die zin ingegaan op een vraag vanuit de maatschappij. Ik ben vooral verontrust door het uiteenvallen van de sociale cohesie. Als psycholoog denk ik dat ik een rol kan spelen om die te proberen bewaren. Maar de aanstelling kwam voor mij ook als een verrassing. Ik heb alleen een dikke week geleden een mail gekregen van Tom Auwers (topman van de FOD Volksgezondheid en voorzitter van Celeval, YV) om mij uit te nodigen voor de expertengroep.”

In de tussentijd is de bubbel van vijf onder vuur komen te liggen. Te streng in de huidige context en slecht voor ons sociaal leven, klinkt de kritiek van onder meer gezondheidseconoom Lieven Annemans.

“Zoals ik het zie, heeft die maatregel toch een belangrijke rol gespeeld om de tweede golf in te dammen. Ook ik hou me eraan en probeer mijn sociale contacten te tellen. Aan de andere kant is de kritiek op de hoge kost voor ons sociaal leven ook wel terecht. Maar ik wil eerst mijn oor te luisteren leggen bij de epidemiologen voor ik er zelf een mening over vorm.”

Viroloog Marc Van Ranst zegt dat de lichte stijging in de besmettingscijfers deels veroorzaakt wordt door ‘coronamoeheid’. Bent u het daarmee eens?

“Het heeft volgens hem vooral te maken met de start van de scholen op 1 september en de terugkeer van de vakantiegangers uit het buitenland. Ik vind dat iedereen de maatregelen uitzonderlijk goed volgt, maar daarnaast is het ook logisch dat er wel wat coronamoeheid optreedt. Je leest bijvoorbeeld opiniestukken in de krant met kritiek op het beleid en je ziet posts op Facebook. Zelfs als je naar de winkel of de tandarts gaat, begint er een gesprek over.”

Hoe moeten we deze ‘coronamoeheid’ aanpakken?

“We kunnen een aantal motivatietechnieken op tafel leggen zodat de bevolking de maatregelen beter zou volgen. Je kan met nudging het gedrag van mensen beïnvloeden. Nu is het al zo dat je nog altijd mag reizen, maar de kleurcodes geven aan waar je naartoe kan. Zulke zaken zijn belangrijk.

“Maar als je je daartoe beperkt, dan kan het beleid een averechts effect hebben. Als mensen aangeven dat ze niet akkoord gaan met de politieke beslissingen, moet je hun mening au sérieux nemen. Dat is de kern van mijn betoog.

“Je moet volgens mij niet alleen zorgen dat de maatregelen duidelijk zijn. Je moet er evengoed voor zorgen dat mensen voelen dat ze het vertrouwen krijgen vanuit de overheid. Daarvoor moet je nagaan hoe je ook dissidente meningen kan meenemen in het debat. Burgers kunnen zich misschien wel afvragen of de maatregelen niet te veel schadelijke neveneffecten hebben of willekeurig zijn genomen.” 

Concreet? 

“Ik wil hier niet voor mijn beurt spreken, maar ik denk dat we moeten nadenken over de manier waarop we het coronadebat voeren. Tot nu toe zien we vooral interviews met deskundigen, die een kwartiertje hun uitleg kunnen doen in De zevende dag of in de Franstalige tegenhanger C’est pas tous les jours dimanche

“Misschien is een andere aanpak beter op zijn plaats. Waarom maken we geen werk van een groot burgerproject, zoals de G1000 waarin deelnemers een kleine tien jaar geleden over democratie en politiek konden nadenken? Als een bepaalde groep zich in het coronabeleid niet vertegenwoordigd voelt, zou die een vragenlijst kunnen opmaken. Dan kan je ook panels instellen en vertegenwoordigers van het beleid die vragen laten beantwoorden.

“Verder moeten we in de toekomst erover waken dat de overheid een zekere vrijheid inbouwt als zij maatregelen uitvaardigt. Als een sector iets kan organiseren en kan aantonen dat je op die manier geen infectiehaarden krijgt, moeten we daar rekening mee houden.”

Spreekt u nu uzelf niet tegen? In de grond zijn wij mensen volgens u ‘allemaal monsters’, zo zei u onlangs in een interview. Hebben we dan net geen strenge aanpak tegen het coronavirus nodig?

“Wat ik met die uitspraak vooral bedoelde, is dat er geen groep bestaat van slechte, kwaadwillende mensen tegen wie we gewoon even repressief moeten optreden en daarna komt alles in orde. Als ik zeg dat we allemaal monsters zijn, dan wil ik aangeven dat er in elk van ons de potentie zit om regels te overtreden. Daarom is het dus essentieel om iedereen aan boord te houden. Als je begint met stigmatiseren, dan gaan de geviseerde mensen een groep vormen op zichzelf. Dat wil je dus niet.

“Er zullen altijd overtredingen zijn op de regels. Maar wanneer dat gebeurt, vind ik dat de politiek moet nadenken over hoe we de schade kunnen beperken. Er waren deze zomer bijvoorbeeld illegale coronafeestjes, zoals op het Flageyplein in Elsene, waar jongeren zijn samengekomen. Ik weet ook dat die feestjes niet veilig zijn. Maar gaan we dan enkel stigmatiseren of gaan we er ook mee aan de slag?” 

Ariane Bazani-: ‘Ik vertegenwoordig binnen Celeval niet zozeer de psychoanalyse. Toen ik de aanstelling kreeg, ben ik meteen te rade gegaan bij al mijn collega’s: vooral gedrags-, gezondheids- en sociale psychologen.’Beeld Damon De Backer

In die zin is de nieuwe samenstelling van Celeval ook interessant: Marc Van Ranst zit er bijvoorbeeld niet meer rechtstreeks in. De lobbygroep van de evenementensector wel.

“Er hoort ook een spreekbuis voor die sector bij te zijn, vind ik. En er zitten ook artsen en wetenschappers in, zoals de epidemioloog Marius Gilbert (ULB) en infectioloog Frédérique Jacobs (ULB). Maar omdat we nog niet hebben samengewerkt, kan ik vandaag uiteraard nog niets zeggen over de werking.”

Voor welke groepen in onze samenleving heeft het beleid volgens u nog steeds te weinig aandacht?

“Wel, er zijn tamelijk wat groepen die alleszins het gevoel hebben dat ze niet voldoende zijn gehoord. Denk maar aan de sectoren van de kleinhandel, de horeca, of de evenementen- en de culturele sector. Maar er zijn ook de kwetsbaren in de woon-zorgcentra of in de psychiatrische instellingen, of in arme wijken. Zij zijn niet rechtstreeks vertegenwoordigd in belangengroepen, die ondernemers bijvoorbeeld wel hebben met Voka.

“We kennen de verhalen over mensen die in moeilijke omstandigheden zitten en we weten welke impact de lockdown op hen heeft gehad. Buurtwerk is echt heel belangrijk om bij die mensen de vinger aan de pols te houden. Mijn rol in Celeval zal er ook uit bestaan om die groepen te proberen vertegenwoordigen.”

In het verleden deinsde u er alleszins niet voor terug om controversiële standpunten in te nemen. Op het euthanasieproces van Tine Nys zei u dat u tegen euthanasie voor psychisch lijden bent. Waarom? 

“Omdat de euthanasiewet vereist dat er sprake moet zijn van ‘ongeneeslijk’ lijden. Bij een psychische aandoening is het niet mogelijk om vast te stellen of die ongeneeslijk is. Terwijl de wet dus wel die voorwaarde stelt. Als patiënten met psychisch leed een einde willen maken aan hun leven, dan hebben we een andere wet nodig want dan gaat het volgens mij over hulp bij zelfdoding.

“We zien nu ook al grote effecten in het veld. Patiënten zeggen soms: ‘Je moet mij helpen of ik vraag euthanasie aan.’ Of ze hebben al een euthanasievraag in hun binnenzak en ze dreigen ermee om die in te dienen als je hen niet meteen helpt. Dan werken wij als psychologen met het mes op de keel. Ik heb ook getuigenissen van mensen die er uiteindelijk weer doorkomen en uiteindelijk heel blij zijn dat ze nog leven.”

Hoe voelt u zich eigenlijk als expert, die nu opnieuw in het publieke oog wordt getrokken?

“Ik parafraseer Jacques Lacan, die zegt: ‘On ne s’autorise que de soi-même et de quelques autres. Voor een goedkeuring moet je enkel naar jezelf kijken, en enkele anderen. Het komt erop neer dat je op een bepaald ogenblik beslist of je iets kan doen. En dan ga je ervoor.”

U verwijst naar Lacan, wat verraadt dat u een psychoanalytica bent. De psychoanalyse wordt vaak afgedaan als onwetenschappelijk. Zal u dat als expert parten spelen?

“Voor mij is de psychoanalyse een wetenschap. Maar ik denk dat ik daar inderdaad kritiek op zal krijgen. Ook op die verwijzing naar Lacan, trouwens. Maar ik vertegenwoordig binnen Celeval niet zozeer de psychoanalyse. Toen ik de aanstelling kreeg, ben ik meteen te rade gegaan bij al mijn collega’s: vooral gedrags-, gezondheids- en sociale psychologen.

“Op die manier probeer ik dus alle takken van onze discipline te vertegenwoordigen. Volgens de sociaal psychologen is het duidelijk: als mensen alleen erop aangesproken worden dat ze de maatregelen zomaar moeten volgen, zonder hen in het debat te betrekken, dan verlies je hun vertrouwen.

“Ik vind ook dat psychologie moet erkend worden als een volwaardig vak en een rol moet spelen in het publieke debat. Het mag niet zomaar bekeken worden als het kleine broertje van de geneeskunde, of van de sociologie. Het is een buitenkans om dat nu te bewijzen. Al besef ik ook dat ik op mijn bek kan gaan.”

Ariane Bazan. ‘Ik vind dat psychologie moet erkend worden als een volwaardig vak en een rol moet spelen in het publieke debat.’Beeld Damon De Backer