Coronacrisis weegt zwaar op budget provincie, maar hogere provinciebelastingen zijn niet nodig
De coronacrisis weegt op het budget van de provincie Oost-Vlaanderen. Volgens een eerste raming loopt het verlies op tot net geen miljoen euro, al zal dat bedrag in de loop van volgend jaar nog sterk oplopen. “Gelukkig zijn we een financieel gezonde provincie”, zegt eerste gedeputeerde Kurt Moens (N-VA). Daardoor kunnen we voorlopig blijven investeren, en moeten we geen extra belastingen heffen.
Tijdens de eerste coronagolf moesten onder meer de provinciale recreatiedomeinen dicht omdat de veiligheid niet kon gegarandeerd worden. “Hierdoor derven we een bedrag van 1,3 miljoen euro”, duidt Kurt Moens. Daarnaast deed de provincie ook heel wat uitgaven. “We deden heel wat infrastructurele ingrepen en kochten beschermingsmiddelen aan. Daarna hebben we versneld laptops aangekocht, zodat onze mensen vlot van thuis uit konden werken.”
Hierdoor klokt de provincie vandaag af op 956.372 euro verlies. “Dat heeft momenteel geen grote gevolgen voor het beleid van de provincie”, aldus Moens. “We zijn financieel gezond. Onze budgetten worden nooit voor de volle 100 procent opgebruikt, waardoor we reserves hebben. Het is belangrijk dat we als provinciaal bestuur blijven investeren. Bovendien zijn de exploitatiekosten van de domeinen en de provinciale scholen lager uitgevallen, door de sluiting – hoe cynisch dat ook klinkt.”
Aanpassing meerjarenplan
Ondanks de financiële reserves heeft het provinciebestuur zijn meerjarenplan toch wat aangepast. Want het verlies zal het komende jaar vermoedelijk nog verder oplopen, omdat er minder belastinggeld zal binnenkomen. Tegelijk wil Oost-Vlaanderen ook blijven investeren. “Dat is nodig voor de slagkracht van de economie, de scholen, het toerisme en de recreatiedomeinen.”, zegt Moens. “Daarom gaan we nu enkele zaken uitstellen, bijvoorbeeld bepaalde werken in recreatiedomeinen, en nieuwe zonnepanelen.”
We zien de effectentaks liever niet komen
Intussen zijn het provinciebestuur en enkele lokale besturen ongerust over de effectentaks. Dat is een solidariteitstaks voor de rijkeren. Wie effectenrekeningen heeft op lange termijn, kan het zich permitteren geld opzij te leggen voor later en ermee te beleggen. Vandaar dat de overheid belasting oplegt aan wie effectenrekeningen heeft.
Maar het is nog niet duidelijk of ook openbare besturen zo’n taks zullen moeten betalen, en de provincie ziet dat niet zitten. Kurt Moens: “Op zich heb ik niks tegen een rijkentaks. Maar wij zijn een openbaar bestuur. Ons geld is het belastinggeld van de Oost-Vlaming. Van ons verwacht men dat we een gezond financieel beleid voeren. Dat doen we ook. Voor het pensioen van onze ambtenaren hebben wij een pensioenfonds, en met dat geld hebben wij ook effectenrekeningen, omdat we op lange termijn moeten denken om de pensioenen te kunnen verzekeren. Als we daar een effectentaks moeten op betalen, dan vind ik dat een extra belasting op de Oost-Vlaming, en dan word ik daar boos om. Zeker omdat we de federale regering wat ontlasten door zelf het pensioen van onze ambtenaren te betalen.” De effectentaks op het pensioenfonds zou volgens Moens kunnen oplopen tot wel 240.000 euro.
