Direct naar artikelinhoud
AchtergrondAdoptiedebat

Is interlandelijke adoptie nog iets van deze tijd?

Babitha Degroote liet haar levensverhaal recent optekenen in het boek ‘#HetGevoelGeadopteerd’.Beeld Wouter Van Vooren

De stop op interlandelijke adoptie in Nederland zwengelt ook in ons land het debat aan. Het zijn vooral geadopteerde kinderen die steeds meer een plek opeisen bij het beantwoorden van de vraag: is interlandelijke adoptie nog iets van deze tijd?

“Als geïnteresseerde geadopteerde stel ik vast dat interlandelijke adoptie (adoptie van kinderen uit het buitenland, red.) gedateerd is.” Dat schreef Prakash Goossens dinsdag in een opiniestuk in De Morgen. Zijn bijdrage is een van de vele die de afgelopen dagen verscheen in verschillende Vlaamse media over interlandelijke adoptie.

Aanleiding is de beslissing van de Nederlandse regering vorige week maandag om de interlandelijke adoptie met onmiddellijke ingang stop te zetten. De reden daarvoor was een vernietigend rapport over adoptiefraude tussen 1967 en 1998 en vooral de conclusie dat het systeem “tot op de dag van vandaag” fraudegevoelig blijft.

Het roept ook bij ons vragen op over interlandelijke adoptie. Dat de Vlaamse Ombudsdienst recent nog een streng rapport schreef over de lange wachttijden voor binnenlandse adoptie publiceerde, wakkert dat enkel verder aan.

Niet dezelfde problemen

Bij het Vlaams Centrum voor Adoptie (VCA) is men resoluut. “Wij hebben niet dezelfde problemen als in Nederland”, zegt Nele Wouters, woordvoerder van het Vlaams agentschap Opgroeien (voorheen Kind & Gezin), waar het VCA onder valt. “In vergelijking met Nederland gebeurt in Vlaanderen alles zorgvuldiger, duurt het onderzoek voorafgaand aan elke samenwerking met een land langer en wordt het proces bij de minste twijfel stopgezet.”

Vlaams minister van Gezin Wouter Beke (CD&V) wacht op de resultaten van een expertenpanel dat interlandelijke adoptie onder de loep neemt. Dat werd in 2019 aangesteld na adoptiefraude in Ethiopië en Guatemala. Het rapport komt voor de zomervakantie. Ook Katrien Verhegge, hoofd van het Vlaams agentschap Opgroeien, zegt in De Standaard dat we niet “holderdebolder hetzelfde moeten doen als de Nederlanders”. Maar, zo erkent ze, “het is wel tijd voor een grondige reflectie”.

Haags Adoptieverdrag

Vooral de geadopteerde kinderen hebben de laatste paar jaar steeds meer een plek in het debat opgeëist. Babitha Degroote (43), geboren in India en als 4-jarige geadopteerd door een Brugs koppel, is een van die nieuwe stemmen. Ze liet haar levensverhaal recent optekenen in het boek #HetGevoelGeadopteerd. Ze mag nu dan rust gevonden hebben, Degroote worstelde haar hele leven met identiteitsproblemen. Na een zoektocht van ruim twintig jaar naar haar herkomst heeft ze nog altijd maar een deeltje van de puzzel gelegd.

Wat haar vooral stoort, is dat ze die zoektocht grotendeels zelf moest organiseren en bekostigen, net als de psychologische hulp die ze nodig had. “Het is onbegrijpelijk dat we niet weten waar we terechtkunnen in het zorglandschap”, zegt Degroote.

Dat gebrek aan nazorg is een vaak gehoorde klacht. De drie adoptiediensten, die de feitelijke overgang van een kind naar België regelen, bieden deze wel aan. Maar veel geadopteerden vragen onafhankelijke hulp, los van de dienst die de adoptie regelde.

Daar zegt men die kritiek te begrijpen en het debat te verwelkomen “om te verbeteren waar nodig”, zegt Erika Van Beek, van adoptiedienst Ray of Hope. Vlaanderen zette de laatste jaren ook stappen in het dossier. Zo moeten de drie adoptiediensten tegen 2023 fuseren en werd vorig jaar het Afstammingscentrum opgericht om mensen te helpen bij hun herkomstvraag.

Fundamentele vraag

Maar zelfs al worden die praktische problemen opgelost, blijft de vraag of interlandelijke adoptie nog van deze tijd is? Volgens Vlaams Parlementslid Lorin Parys (N-VA), zelf pleeg- en adoptieouder, zal er altijd een plaats voor (interlandelijke) adoptie zijn. “Het is gemakkelijk om te zeggen dat we beter stoppen met adoptie omdat er misbruiken geweest zijn. Moediger is op een correcte manier voort te gaan en te proberen kinderen te helpen die echt geen andere plek meer hebben. Zeker als je weet dat er wereldwijd zo’n 8 miljoen (half)wezen zijn die in een instelling opgroeien.”

Babitha Degroote (43): ‘Adoptie moet altijd de laatste stap in de kinderbescherming zijn.’Beeld Wouter Van Vooren

Met de stem van de geadopteerden is het inzicht gegroeid dat de banden tussen biologische ouders en kind niet zomaar doorgeknipt mogen worden. Vroeger was de overtuiging dat dit net beter was voor het kind. Ook is de opvatting over adoptie steeds meer verschoven van een recht op kinderen voor ouders naar een beschermingsrecht voor kinderen. Sinds 2005 is dat ook officieel zo volgens het Haags Adoptieverdrag.

“Er moet voor interlandelijke adoptie altijd eerst gekeken worden of er een oplossing is in eigen land of culturele omgeving”, zegt Wouters. “Slechts als er geen enkele andere mogelijkheid is, kan er overgegaan worden tot adoptie. Maar dat zal altijd voor een beperkt aantal kinderen zijn.” Ter illustratie: tegenover meer dan 800 geïnteresseerde adoptiekandidaten werden vorig jaar in Vlaanderen 39 kinderen geadopteerd, van wie 23 uit het buitenland.

“Adoptie moet altijd de laatste stap in de kinderbescherming zijn”, zegt ook Degroote, die zich voorbereidt op zure reacties op haar verhaal. “Maar ik hoop dat mensen beseffen dat wij niemands ongelijk willen bewijzen”, zegt ze. “We moeten adoptieouders én geadopteerde kinderen beter opvangen. Ik ben als mama de eerste om te erkennen dat negen jaar wachten op een adoptiekind abnormaal is. Maar ook voor ons zou het beter zijn te weten dat alles beter georganiseerd en eerlijker verloopt.”