Direct naar artikelinhoud
GerechtProstitutie

Na 20 jaar profiteren van prostitutie: krijgen uitbaters van Antwerps café ’t Keteltje celstraf?

't Keteltje in het Antwerpse Schipperskwartier. Ruim twintig jaar lang was het café het stadsbestuur een doorn in het oog. Nu lijkt de politiek eindelijk haar slag thuis te halen.Beeld Ruben Weekers

Meer dan twintig jaar was het een plek waar minderjarige Nigeriaanse meisjes hun eerste stappen in de prostitutie zetten. Gerecht en stadsbestuur beten er al die tijd hun tanden op stuk. Maar nu is de hakbijl alsnog gevallen voor ’t Keteltje in Antwerpen: het café is dicht, de uitbaters riskeren straffen tot vijf jaar cel. ‘Dit is een belangrijk precedent, ook voor hotels die aan prostitutie verdienen.’

Zestien was ze, de Nigeriaanse Francis. In haar thuisland kreeg ze te horen dat ze in Europa als kinderoppas kon werken. Ze werd als bootvluchtelinge naar Italië gesmokkeld. Daar haalden ‘madam’ (vrouwelijke pooier) Osazee E. en haar vriend haar op en brachten haar naar Antwerpen. Francis kreeg te horen dat zij 35.000 euro moest afbetalen om haar ‘vrijheid’ te herwinnen. Dat moest ze doen door zich te prostitueren in ’t Keteltje: een klein, donker café in het hart van het Antwerpse Schipperskwartier. En dus werd Francis een van de vele jonge zwarte meisjes die daar klanten oppikten. Soms bevredigde ze hen in de toiletten van het café (20 euro); soms verdween ze met haar klanten via de achterdeur naar een nabijgelegen hotelkamer (50 euro voor een halfuur).

Bij het ronselen van meisjes als Francis wordt geregeld voodoo gebruikt. Uit het jaarverslag ‘Mensenhandel en mensensmokkel’ van het federaal migratiecentrum Myria uit 2018 blijkt dat voodoorituelen “een typisch basiselement zijn van Nigeriaanse netwerken” om meisjes te doen gehoorzamen. Nigeriaanse ‘priesters’ dwingen bijvoorbeeld de meisjes een eed af te leggen: ze moeten naar Europa gaan en tot 65.000 euro voor hen verdienen. Anders zal hun familie ‘getroffen worden door een dodelijke ziekte’.

Nog in het jaarverslag staat dat de Nigeriaanse mensenhandel naar Europa gekenmerkt wordt “door een meedogenloze aanpak van jonge tot zeer jonge meisjes, uitsluitend gericht op een zo snel en een zo groot mogelijk financieel gewin”: mishandelingen zijn schering en inslag, de meisjes moeten zeven dagen op zeven werken. Ze worden vaak gerekruteerd op expliciete vraag van een in Europa verblijvende Nigeriaanse madam. In sommige gevallen zijn de slachtoffers amper veertien jaar. Ze worden via voodoo ook ingeprent dat ze niet met de politie of hulpverleners mogen praten, en dat ze steeds moeten zeggen dat ze twintig zijn.

Gefriemel aan borsten en billen

Geregeld slaagden het gerecht, de stad en hulporganisaties er de voorbije jaren in om slachtoffers van de Nigeriaans-Antwerpse mensenhandel te helpen, maar het was dweilen met de kraan open. Vanuit Nigeria kwamen er steeds nieuwe meisjes. En meestal werd ’t Keteltje hun actieterrein.

De zaakvoerders van dat café legden de meisjes die er werkten dan ook geen strobreed in de weg. “Ze profiteerden duidelijk mee van de prostitutie”, zegt de intussen zestigjarige Gilbert*, die het café jarenlang bezocht. “Iedereen wist dat je daar snel aan je trekken kon komen. ’t Keteltje zat dus vaak overvol: een mix van oudere, eenzame mannen en jongere onderwereldfiguren die opzichtig met briefjes van honderd euro zwaaiden.” 

Hoe anders was het vroeger: dezer dagen ligt het Schipperskwartier er leeg bij. Ook 't Keteltje leed onder de coronacrisis, en lijkt nu definitief gesloten.Beeld Klaas De Scheirder

“De meisjes, aan wie je duidelijk zag dat ze meestal minderjarig waren, kregen de opdracht om de klanten zoveel mogelijk te doen consumeren. Ze lieten zich trakteren, in ruil voor wat gefriemel aan hun borsten en billen, en bestelden dan steeds de duurste drank. Kassa kassa voor de eigenaars. Niet dat die meisjes dronken werden: ze kregen van hun madam, die in het café alles in de gaten hield, de opdracht om hun drank in de plantenbakken te gieten als de klant niet keek. Om dan vervolgens weer een fles champagne te bestellen, op zijn kosten.”

Ook het gerecht wist dat ’t Keteltje van de prostitutie profiteerde. Zo getuigde een prostituee in een van de vele dossiers van mensenhandel waarin het café genoemd werd: “In ’t Keteltje was het de regel dat wanneer een klant een drankje voor een meisje kocht, het meisje het duurste van de kaart moest pakken. Als we iets goedkoops bestelden, waren de barmannen boos.”

Frustratie

Zowel het parket als de stad Antwerpen beet haar tanden stuk op het café. Huidig burgemeester Bart De Wever en zijn voorganger Patrick Janssens konden ’t Keteltje een paar keer sluiten, maar nooit voor lang. In 2008 floot de Raad van State Janssens terug toen die het café ’s avonds en ’s nachts dicht wilde. In 2016 sloot De Wever ’t Keteltje nadat bij een controle twaalf Afrikaanse vrouwen waren aangetroffen die illegaal in het land waren en bovendien “seksueel provocerende kledij” droegen. 

De uitbaters hingen bordjes met ‘verboden toegang voor illegalen’ en ‘prostitutie verboden’ aan hun café, de deuren gingen weer open, en al snel was het opnieuw business as usual. Nieuwe pogingen om het café te sluiten draaiden op niets uit. Zo besliste het hof van beroep in 2018 bijvoorbeeld dat ’t Keteltje weer open mocht na een zaak van mensenhandel. “Het is niet aangetoond dat de uitbaters wisten dat een Nigeriaans slachtoffer zich in het café prostitueerde. De reputatie van ’t Keteltje staat los van deze zaak”, luidde het toen.

Tot frustratie van de stad Antwerpen. “Er bestaat over zulke cafés de perceptie dat ze passen bij het romantische beeld van een havenstad”, zegt de woordvoerder van burgemeester De Wever. “Maar de werkelijkheid is jammer genoeg intriest en rauw. We zien mensenhandel, vaak met dwang en voodoobedreigingen. En we zien seksuele uitbuiting, vaak in schrijnende omstandigheden. Dat heeft in Antwerpen geen plaats.”

Eigenaars op de hoogte

Ook vzw Payoke en haar medewerkers, die al sinds 1987 slachtoffers van mensenhandel helpen, zagen alles met lede ogen aan. “Er heeft nooit iemand formeel de kwalificatie ‘mensenhandel’ op de uitbaters van het café willen, kunnen of durven te plakken”, zegt Payoke-directeur Klaus Vanhoutte. “Het was wachten op een procureur die zich aan de zaak wilde wagen en de praktijken in het café niet vond kunnen.”

Dat gebeurde uiteindelijk in 2019. Op basis van onder meer gsm-onderzoek werd een dossier opgebouwd waaruit moet blijken dat de eigenaars van ’t Keteltje, vader Simon (75) en zoon Nicky (32) T., wel degelijk op de hoogte waren van de praktijken in hun café en er veel geld aan verdienden. Gevolg is dat ze nu alsnog terechtstaan voor mensenhandel en het ‘houden van een huis van ontucht’. Ze riskeren tot vijf jaar cel. 

Daarnaast staan ook twee barmannen, de eigenaar van het pand en een vaste klant terecht. Ook zij zouden mee geprofiteerd hebben van de kwetsbare positie van de sekswerkers. Zo zouden de barmannen geregeld pooiers gecontacteerd hebben als er te weinig meisjes waren en er dus te weinig verteerd werd. De inkomsten van het café, de huuropbrengsten van het pand en de auto van de vaste klant, die af en toe meisjes aan het café afzette, moeten volgens het parket verbeurdverklaard worden.

‘Authentieke bruine kroeg’

Nadat ze aanvankelijk ontkenden dat ze op de hoogte waren van de prostitutie in hun café, dat ze zelf omschrijven als een “authentieke bruine kroeg”, beweren vader en zoon T. nu dat de problemen hen “boven het hoofd gegroeid zijn”. Het zou nooit de bedoeling geweest zijn om een huis voor prostitutie uit te baten. “Ze wilden een gezellig café openhouden”, pleitte hun advocaat. “Maar op den duur kwamen er alleen nog maar Afrikaanse meisjes en blanke mannen. Mijn cliënten hebben geprobeerd om daar verandering in te brengen. Ze waren zelfs bezig om een nieuw café met een nieuwe naam op te richten, maar dit onderzoek heeft hen ingehaald.”

Hoe geloofwaardig de rechtbank die uitleg vindt, vernemen vader en zoon T. morgen. “Maar hoe dan ook is deze rechtszaak een belangrijk precedent”, zegt Klaus Vanhoutte van Payoke. “Als je een café uitbaat, heb je een verantwoordelijkheid. Er zijn overigens in dit land ook heel wat hotels die goed geld verdienen aan gedwongen prostitutie. Ook die eigenaars moeten strafrechtelijk op hun verantwoordelijkheid worden gewezen.”

Wat het vonnis ook wordt: de rechtszaak en de coronacrisis nekten ’t Keteltje na meer dan twintig jaar alsnog. Het pand staat al een tijdje leeg, de naam van het café is weggehaald. Alleen de prijslijst hangt nog naast de deur. Chocomelk: 2,5 euro. Fles champagne rosé: 140 euro.

* Gilbert is een schuilnaam. Echte naam bekend bij de redactie.