Direct naar artikelinhoud
Voor u uitgelegdCoronavirus

Werden 65-plussers ‘vergeten’ in vaccinatiecampagne? Niet zo snel

Prioriteitengroepen vaccinatie in grote lijnen gerespecteerd
Beeld Getty Images/Maskot

Vooral ernstig zieke 65-plussers doen de bedden in ziekenhuizen en op intensieve zorg (iz) vollopen. Had een snellere vaccinatie van die groep dat probleem niet kunnen verhelpen? 

Al 711 bedden op de iz-afdelingen zijn bezet met covidpatiënten, op een totaal van 2.691 soortgelijke patiënten in de ziekenhuizen. De bezettingsgraad klimt nog altijd, met 22 procent op weekbasis, maar de groei lijkt wat af te vlakken. Dat is enigszins goed nieuws, al blijven de aantallen veel te hoog om gerust te kunnen zijn. 

Vooral de bevolking ouder dan 65 is het meest kwetsbaar. Daarom is inenting bij die groep cruciaal. Toch hinkt de vaccinatie bij 65- tot 74-jarigen achterop, met slechts 6,4 procent gevaccineerden, tegenover bijna het dubbele in jongere categorieën. Onder meer Noël Slangen uitte daarom in Het Laatste Nieuws kritiek op het beleid.

Kregen groepen onterecht voorrang? Niet echt, zo blijkt uit een verdere analyse van de cijfers. Eerst en vooral is het prikken van 65-plussers nog maar twee weken geleden gestart, te beginnen bij de alleroudsten. Van de 85-plussers is al 73 procent ingeënt, mede dankzij de campagne in de woon-zorgcentra die al is afgerond. De komende weken zullen ook de ‘jongere senioren’ een grote inhaalbeweging maken.

Daarnaast heeft ons land ervoor gekozen om eerst de zorgprofessionals te vaccineren, en die groep is erg groot. Volgens schattingen van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid kwamen op die manier 410.000 à 430.000 Vlamingen aan bod. Die zijn aan het werk en dus in regel jonger dan 65. 

Na het personeel in de woon-zorgcentra (70.000 à 80.000 inentingen) en dat van de ziekenhuizen (nog eens 130.000) was het de beurt aan de eerstelijnszorgers (goed voor 170.000 à 180.000 vaccinaties). Tot slot werden ook nog de medewerkers in voorzieningen voor mensen met een handicap en psychiatrische instellingen ingeënt (40.000). 

Kritiek is wel mogelijk op de brede invulling van het begrip ‘zorgpersoneel’. Zo kreeg ook het administratief personeel in de ziekenhuizen een inspuiting, en werden naast huisdokters, tandartsen en kinesisten ook leerkrachten in het bijzonder onderwijs en zelfs rookstopbegeleiders tot de ‘eerstelijnszorgers’ gerekend.

Zo konden al zowat 437.000 Vlamingen onder de 65 een eerste inenting krijgen, blijkt uit berekeningen van data-analist Joris Vaesen op basis van de cijfers van Sciensano van afgelopen weekend. Op zijn website volgt Vaesen de vooruitgang van de vaccinatiecampagne van nabij op. Ter vergelijking: deze week worden 150.000 spuitjes gezet in de vaccinatiecentra, allemaal voorzien voor de 65-plussers.

Die overeenkomst valt op, want zeker bij aanvang waren de vaccinatiecentra aangewezen op improvisatie. Door het haperende uitnodigingssysteem vielen er veel gaten in de planning, doordat mensen niet kwamen opdagen. In de dagen dat AstraZeneca in verband werd gebracht met een aantal tromboses steeg bovendien het aantal afzeggingen.

Willekeur?

Wie kreeg de overgebleven spuitjes? Elk vaccinatiecentrum had zijn eigen strategie. In allerijl werden brandweerlui of politieagenten opgetrommeld en werd, naast medewerkers van vaccinatiecentra, ook gemeentepersoneel ingeënt. Pragmatisme won het al snel van netjes de regels volgen. Alles beter dan spuitjes weggooien. Later stipuleerde Vlaanderen dat agenten, kleuterjuffen en kinderverzorgsters in nood konden worden opgeroepen.

Zeker toen in de begindagen in Wemmel een honderdtal mensen de overgebleven vaccinaties had gekregen na een Facebook-oproep ontstond het beeld van willekeur. Nog vorige week bleek Vilvoorde, tegen de adviezen van Vlaanderen in, leerkrachten te willen oproepen. Maar toch komen de meeste vaccins wel degelijk in de juiste armen terecht, zo geven de cijfers aan.

Intussen hebben de meeste vaccinatiecentra hun manier van werken ook op punt gezet. Heel wat centra nodigen telkens meer mensen uit dan dat er spuiten voorhanden zijn. Net zoals met het systeem van overboeking in de luchtvaartsector vallen zo minder gaten in de planning. Veel centra bellen ook proactief mensen op met de vraag hun aanwezigheid te bevestigen. Ze stellen reservelijsten op of laten mensen zich aanmelden om binnen de doelgroep te ‘rekruteren’. Nog steeds is de aanpak divers, maar minder improvisatie moet mogelijke willekeur verder inperken.