Ongeziene recordgroei in China, maar er zijn kanttekeningen bij te maken

De Chinese economie vertoonde een recordgroei van 18,3 procent het voorbije kwartaal, in vergelijking met dezelfde periode vorige jaar. Dat toont aan hoe goed het land de pandemie doorstaan heeft. Het cijfer ziet er wel beter uit dan de realiteit door de vergelijking: in het eerste kwartaal van vorig jaar waren grote delen van China in een totale lockdown. 

De officiële overheidscijfers die gisteren werden vrijgegeven, rapporteren de snelste groei ooit, en bevestigen dus de robuustheid van het Chinese herstel. Toch moeten er ook enkele kanttekeningen gemaakt worden.

Eigenlijk gaat het om oud nieuws. Andere marktonderzoekers hadden al soortgelijke schattingen gemaakt over de groei van het Chinese bbp. Pas nu worden die officieel bevestigt omdat Peking de neiging heeft om te focussen op jaar-op-jaargroei, in plaats van de vergelijking te maken met het vorige kwartaal zoals de meeste landen doen. 

Nuances bij het herstel

Als we naar die kwartaalgroei kijken zien we dat de groei vertraagt, van 2,6 procent in het laatste kwartaal van 2020 naar 0,6 procent in de voorbije drie maanden. Dat heeft onder meer te maken met het afbouwen van stimuli door de overheid. 

Een goed teken is wel dat de binnenlandse consumptie het tempo van de industriële productie begint bij te benen. Retailverkoop is met 34 procent gestegen in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Toch blijft de private consumptie achterop hinken, gezien de voor China hoge werkloosheidsgraad van 5,3 procent in de steden. Volgens verschillende analisten een teken van een ongelijk herstel. 

Het blijven indrukwekkende cijfers en een ongeziene remonte, maar de stuwkracht van de hoogvlucht is tanende. Op het internationale niveau zijn er nog veel onzekerheden, en door het effect van de lage vergelijkingsbasis zien de cijfers er rooskleuriger uit dan de realiteit.

Qu Hongbin, de China-analist van zakenbank HSBC, legt in The Guardian uit dat de reële groei volgens hem zou uitkomen onder het niveau van voor de pandemie (6 procent), als het niet zou vergeleken worden met een uitzonderlijk crisiskwartaal zoals dat van vorig jaar. 

(jvdh)

Meer