Direct naar artikelinhoud
NieuwsOnderwijs

Afhaken, zittenblijven, gedragsproblemen: scholen sturen vaker jongens door naar CLB

Afhaken, zittenblijven, gedragsproblemen: scholen sturen vaker jongens door naar CLB
Beeld ANP / DM

Problematisch gedrag, slechte concentratie, beperkte motivatie. Uit cijfers die De Morgen opvroeg, blijkt dat scholen al jaren meer jongens dan meisjes naar Centra voor Leerlingenbegeleiding sturen. ‘Moeten we ons onderwijs niet beter afstemmen op hun noden?’, vragen CLB’s zich af.

CLB’s zien meer jongens voorbijkomen dan meisjes. In 2019-2020 werden in totaal over alle niveaus van het onderwijs, van het kleuter- tot het middelbaar onderwijs, 249.960 leerlingen begeleid: 58 procent van hen zijn jongens, 42 procent meisjes. Dat blijkt al minstens de laatste vier schooljaren het geval te zijn.

Het gaat over leerlingen die bij het CLB binnenlopen op vraag van scholen, ouders of leerlingen zelf. De aanleiding daarvoor kan zeer verschillend zijn. Denk aan: iemand die moeite heeft met leren, een verbrokkelde schoolloopbaan, psychische klachten.

Lees ook

‘Ik heb geen diploma. En ik geloof er ook niet in.’ Ze vallen op school sneller uit, plegen meer criminele feiten en krijgen vaker de diagnose ADHD. Wat is er precies aan de hand met onze jongens? De Morgen zocht het uit en ging samen met (ervarings)deskundigen dieper in op oorzaken, gevolgen en oplossingen.

Lees het in het eerste deel van het onderzoek van De Morgen ‘Jongens toch’.

Vooral de dossiers over gedragsproblemen vallen op. 12.390 jongens werden vorig schooljaar bij het CLB begeleid hiervoor. Dat is goed voor 81 procent. Oftewel: vier keer meer dan bij meisjes, voor wie 2.787 dossiers aangemaakt werden.

Ook in dossiers over slechte concentratie (74 procent jongens), beperkte motivatie (73 procent jongens), vermoeden van autisme (75 procent jongens) en tijdelijke uitsluiting (83 procent jongens) is er duidelijk een verschil met meisjes.

Meer opvallen

Stefan Grielens, directeur van het Vrij CLB Netwerk, komt niet uit de lucht vallen bij het grotere aandeel jongens. “Maar als ik de precieze verhoudingen bij een aantal probleemgebieden zie, dan verbazen die me toch eerlijk gezegd.”

Wat verklaart dat verschil? Het aandeel jongens en meisjes die in Vlaanderen naar schoolgaan alvast niet. Het klopt dat iets meer jongens dat doen, maar het verschil is te klein om de grotere ongelijkheid in dossiers te verklaren.

Hebben jongens dan zoveel meer problemen dan meisjes? Zowel Grielens als Inge Van Trimpont, directeur van de ondersteuningscel van de CLB’s van het Gemeenschapsonderwijs (GO!), meent van niet. Ze wijzen naar de grotere neiging tot ‘externaliserend gedrag’ bij jongens. Dat betekent dat ze problemen of emoties naar buiten toe uiten. Bijvoorbeeld door kwaad of agressief te worden als iets mislukt. “Dat valt op en stoort meer”, zegt Grielens. “Meisjes hebben niet per se minder problemen, maar ze verwerken die eerder intern, wat een veel minder zichtbaar proces is.”

Zorgen

Ondanks die verklaring geven de CLB’s wel aan bezorgd te zijn over de ongelijke situatie. “Onze cijfers leren ook dat meer jongens doorverwezen worden naar het buitengewoon en deeltijds onderwijs”, zegt Grielens. “En dat heeft natuurlijk een effect op hun loopbaanmogelijkheden.”

Ook Van Trimpont vindt dat die CLB-dossiers tot nadenken moeten stemmen. “Het kan niet dat één onderwijssysteem tot zulke verschillende uitkomsten leidt. We moeten hierover nadenken. Meisjes schikken zich doorgaans meer naar regels, jongens minder. Als je dat weet: wat doen we daar dan aan? Laten we dat zo of stellen we ons de vraag: hoe kunnen we het onderwijs anders organiseren om aan dat verschil tegemoet te komen?”

De onderwijskoepels zijn niet verrast over de cijfers. Ze pleiten er alledrie voor voldoende aandacht te hebben voor leerlingen die problemen net internaliseren en zo onder de radar dreigen te blijven. De Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten (OVSG) zet naar eigen zeggen in op “vormingen om leraren en teams te leren omgaan met moeilijk gedrag”. Bij het GO! werken ze onder meer aan genderstereotypen vanaf de kleuterklas. Beide benadrukken dat er ook nood is aan “rolmodellen” of “voorbeeldfiguren” voor jongens.

“Dit lijkt mij een fenomeen te zijn dat het onderwijs overstijgt”, zegt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) in een reactie. “Ik weet niet of jongens per definitie altijd het slachtoffer zijn van vooroordelen en dus sneller doorverwezen worden naar het CLB. Dat zou veronderstellen dat men soms onterecht doorverwijst, wat mijns inziens toch eerder uitzonderlijk is.”