Direct naar artikelinhoud
AchtergrondErfgoed

Oude verloederde zwemhal beroert Oostende: slopen of herbestemmen?

Het zwembad in Oostende.Beeld Thomas Nolf

Met het plan om de verloederde zwemhal om te toveren tot een multifunctionele stadshal proberen twee verenigingen het oude zwembad in Oostende toch nog te redden van de sloop. ‘Het besluit staat vast, het zwembad wordt gesloopt’, reageert burgemeester Bart Tommelein (Open Vld). 

Een windvrije stadshal midden in een groene open ruimte vlak naast de zee. Een plaats waar je concerten kan organiseren, rommelmarkten of zelfs sportevenementen. Een echte ontmoetingsplaats dus. De erfgoedvereniging Dement en architectenvereniging Archipel hebben de handen in elkaar geslagen om het Oostendse zwembad te redden van de sloophamer. “De zwemhal heeft een prachtige structuur waarvan je een multifunctionele stadshal kan maken, net zoals in Gent”, zegt Guy Servaes, voorzitter van Dement.

Het zwembad, in de eerste helft van de jaren zeventig gebouwd door het architectenduo Paul Felix en Jan Tanghe, is een voorbeeld van brutalisme. Een term die niets met brutaal te maken heeft, maar alles met het béton brut, het zichtbeton, waarvan het gemaakt is. Al vinden de tegenstanders van de afbraak dat er wel bruut met het gebouw is omgegaan: gebrekkig onderhoud, slordige uitbreidingen, een verminking met oranje zonwering.

Maar terwijl 2 kilometer verderop een nieuw zwembad verrees, werd het idee om het gebouw te renoveren opgeborgen. Het oude zwembad sloot in april definitief de deuren, waarna het stadsbestuur even later de sloop aankondigde. Het gebouw moet plaatsmaken voor een groene site, waarmee het bestuur het Thermae Palace Hotel, de Gaanderijen en de Koninklijke Villa in ere willen herstellen en hun erfgoedwaarde ten volle tot zijn recht laten komen.

Vorige week kreeg de stad, na overleg met de Vlaamse overheid en Onroerend Erfgoed, groen licht voor die afbraak. Maar toch hopen de twee verenigingen het gebouw nog te redden.  Volgens Guy Servaes is er weinig logica te bespeuren in de argumentatie van het stadsbestuur. “Ze trekken de erfgoedkaart, maar willen de erfgoedwaarde van de omgeving verhogen door een gebouw met erfgoedwaarde te slopen. Dat klopt toch niet?” 

De verenigingen pleiten daarom voor een herbestemming. Daarvoor hoeft niet het hele gebouw overeind te blijven. Ze vragen het behoud van de iconische zwemhal en de herbestemming tot een stadshal. Iets wat ook niet ontiegelijk veel meer zou kosten, zegt Servaes. “Het afbreken kost een miljoen euro. Dan heb je dus een miljoen betaald voor een grasvlakte. Maar als je daar 1,2 miljoen euro aan toevoegt, heb je een stadshal ter waarde van minstens 3,5 miljoen euro én hou je het erfgoed in stand. Dat is toch een investering waard.”

Het zwembad in Oostende.Beeld Thomas Nolf

Hoewel burgemeester Bart Tommelein de erfgoedwaarde van het zwembad erkent, kan het idee van de stadshal hem niet overtuigen. “Het gebouw is in erg slechte staat en we hebben al genoeg gebouwen die we moeten onderhouden. Oostende heeft een hoge armoedegraad en de oudste inwoners in Vlaanderen, waardoor de inkomsten uit de actieve bevolking gering zijn. We moeten niet boven onze stand blijven leven door te zeggen dat het ‘leuk’ zou zijn om een hal te hebben.” Over de afbraak is Tommelein dan ook erg duidelijk. “De beslissing staat vast.” 

De kans dat het zwembad een nieuwe bestemming krijgt is nihil. Maar dat wil volgens voormalig Vlaams bouwmeester Leo Van Broeck niet zeggen dat Vlaanderen in het algemeen faalt in het herbestemmen van erfgoed. “We hebben echt al pionierswerk verricht op dat vlak. Ikzelf heb vier jaar gewerkt rond het herbestemmen van kerken in Vlaanderen die omgevormd worden tot supermarkten, circusscholen, repetitiezalen, bibliotheken.”

De keuze om erfgoed al dan niet een nieuwe bestemming te geven is volgens Van Broeck vooral een moeilijke evenwichtsoefening. “Het oprichten van een publieke nieuw bestemde plaats, conform de hedendaagse normen, is voor een stad of gemeente vaak onbetaalbaar. We hebben ook overheidsgeld nodig voor zaken zoals sociale woningen en de gezondheidszorg. We gaan de maatschappij toch niet failliet maken door peperdure gebouwen te blijven bekostigen? Soms is het financieel gewoon niet haalbaar, hoe jammer het ook is.”