Direct naar artikelinhoud
NieuwsJustitie

17 jaar cel voor ‘kettingzaagmoord’ op Belgische loodgieter: dader verlaat al scheldend de zaal

Rechtbanktekening van (vlnr) Wanda van R., Nicky S. en Edna V. tijdens een tussentijdse zitting.Beeld ALOYS OOSTERWIJK/ANP

De Nederlandse rechtbank in Breda heeft zeventien jaar en terbeschikkingstelling met dwangverpleging opgelegd aan de man die in juni 2019 de Belgische loodgieter Johan van der Heyden doodde. Na de fatale mishandelingen liet de 32-jarige Nicky S. uit Bergen op Zoom het lijk samen met drie anderen op een lugubere wijze verdwijnen bij Steenbergen. De 41-jarige Wanda van R. uit Zoersel kreeg tien jaar cel opgelegd.

Van der Heyden had een buitenechtelijke relatie met Wanda van R. en had haar ooit verteld dat hij veel zwart geld had. Toen Van R. een relatie kreeg met S. ontstond het plan om dat geld te stelen. Dat liep uit de hand. Van der Heyden werd gekneveld met ducttape en tiewraps. De verdachten sloten hem op in een slaapkamer en achter in zijn werkbus. Daar werd hij zwaar toegetakeld. Hij werd met zijn eigen gereedschap en met een pistool geslagen. De loodgieter overleed aan zijn verwondingen, het geld werd niet gevonden.

Het lijk werd na de dood met een kettingzaag in stukken gezaagd en verbrand op het erf bij de woonwagen van Edna V. in Steenbergen. Dat heeft dagenlang staan branden. De resten werden in een speciekuip gegooid en de verdachten vulden die vervolgens met cement. Dat werd op de bodem van het Schelde-Rijnkanaal gegooid. Dat alles gebeurde volgens de rechtbank met “onvoorstelbare doortastendheid”. Een halfjaar later werden de resten door de politie opgedoken.

‘Hel’

De rechtbank zei dat de loodgieter in “een walgelijke val was gelokt” en “door een hel moet zijn gegaan”. Tegen S. was in augustus 22 jaar cel en terbeschikkingstelling met dwangverpleging geëist. De rechtbank legde een lagere straf op dan dat.

S. verliet na de uitspraak hevig scheldend op de rechter de zaal. De rechter reageerde onaangedaan: “Goed.”

Edna V. kreeg 8 jaar cel. V’s dochter Cheyenne, destijds 18 jaar, kreeg geen straf. Haar bijdrage was gering, ze hielp bij de aanschaf van de speciekuip en het cement. Bij haar was daarnaast sprake van psychische overmacht, door een ontwikkelingsstoornis en haar sterke afhankelijkheid van en loyaliteit aan haar moeder.