Interlandelijke adoptie 

Adoptiepauze: dit adviseert het expertenpanel

Themabeeld. ©  Getty Images

Het voorstel van Vlaams minister van Gezin Wouter Beke (CD&V) om een tijdelijke adoptiepauze in te lassen, is gebaseerd op een rapport van een expertenpanel. Het panel formuleerde een reeks aanbevelingen die Beke grotendeels onderschrijft.

Anouk Torbeyns

Naast een adoptiepauze schreef het expertenpanel interlandelijke adoptie nog een reeks adviezen in haar eindrapport. De Standaard somt de opvallendste adviezen voor u op.

1. Neem een passieve houding aan tegenover interlandelijke adoptie

‘We zoeken ouders voor een kind, geen kinderen voor ouders.’ Het is een gekend principe binnen de adoptiesector. Toch wordt adoptie vandaag niet zelden gevoed door een kinderwens van toekomstige/kandidaat-ouders (een actieve houding). Interlandelijke adoptie kan pas plaatsvinden als het kind echt niet in eigen land of regio opgevangen kan worden. Adoptie moet bijgevolg gestuurd worden vanuit de herkomstlanden, niet vanuit de opvanglanden. Het expertenpanel pleit er daarnaast voor om middelen te geven aan lokale zorgsystemen, en niet aan interlandelijke adoptie.

2. Breng de huidige adoptiediensten onder bij het Vlaamse centrum voor adoptie

In Vlaanderen bestaan er drie gesubsidieerde adoptiediensten die samen nog maar een handvol interlandelijke adopties realiseren (DS 16 februari). Het panel is van mening dat die middelen efficiënter en aan andere zaken besteed kunnen worden. Eén centrale dienst die toekomstige adopties voor zijn rekening neemt, moet een buffer vormen tegen wanpraktijken.

3. Evolueer van gesloten, volle adoptie naar een open adoptie

Bij een gesloten, volle adoptie verbreekt de geadopteerde alle juridische banden met zijn oorspronkelijke familie in het herkomstland. Een open adoptie heeft geen strikt juridische grond. De geadopteerde kan ‘volledig’ toegewezen aan de adoptieouders. Hij is dan juridisch een kind van die adoptieouders. Het panel adviseert om in de mate van het mogelijke de banden met de oorspronkelijke familie aan te houden. Heel wat geadopteerden stellen zich vroeg of laat vragen over hun afkomst.

4. Verander de wachtlijsten in een pool van kandidaat-adoptieouders

Naar analogie met het pleegzorgsysteem, adviseert het expertenpanel om een pool van potentiële adoptieouders aan te leggen. Als er een kind op zoek is naar een gezin, zal uit de pool van kandidaat-ouders gezocht worden naar de ideale match en niet langer gekeken worden welke kandidaten de eerstvolgende in de rij zijn om te adopteren. Een belangrijke implicatie hierbij is dat wie in de pool terechtkomt geen garantie heeft dat een adoptie zal plaatsvinden. Vlaams Minister van Gezin Wouter Beke (CD&V) wil de kandidaten heroriënteren en ook warm maken voor pleegzorg.

5. Meer aandacht voor de beleving en vragen van geadopteerden

In de voorbereiding van kandidaat-adoptieouders kan volgens het expertenpanel nog meer ingezet worden op de nazorg voor geadopteerden. Die start al bij het begin van de adoptieprocedure, meent het panel. Thema’s zoals identiteit, afstamming en racisme moeten een prominente plaats krijgen in het voorbereidingstraject. De expertengroep adviseert daarnaast om een beter wettelijk kader te voorzien voor nazorg voor alle actoren binnen interlandelijke adoptie. Het recent opgerichte Afstammingscentrum (DS 2 april) kan volgens het panel een rol spelen in de psychologische en juridische ondersteuning bij geadopteerden die op zoek willen gaan naar hun roots.

6. Zorg dat geadopteerden makkelijker hun oorspronkelijke naam kunnen aannemen

Sommige geadopteerden voelen de nood om hun adoptienaam, die meestal vrij westers klinkt, te veranderen in een naam die dichter aansluit bij hun roots. In sommige gevallen is dat de oorspronkelijke naam, als ze die nog kennen. Door slordige adoptiedossiers in het verleden zijn er ook fouten gemaakt in gegevens zoals geboorteplaats en -datum. Het panel adviseert dat geadopteerden goedkoper of zelfs gratis van naam kunnen veranderen, net zoals dat nu het geval is voor transgender personen.

Het expertenpanel dat zich boog over interlandelijke adoptie en tot de aanbevelingen kwam, bestaat uit negen leden: voorzitter Veronique Van Asch (advocate binnen het personen- en familierecht); Atamhi Cawayu (geadopteerde uit Bolivia; doet onderzoek aan de UGent naar eerste families bij interlandelijke adopties); Chiara Candaele (wetenschappelijk medewerker aan de UA, doet historisch onderzoek naar interlandelijke verplaatsingen van kinderen); Frederik Swennen (gewoon hoogleraar personen- en familierecht aan de UA); Jan Van de Velde (adviseur-generaal bij het ministerie Buitenlandse Zaken voor adoptiedossiers); Julie Ryngaert (beleidsadviseur Kinderrechtencommissariaat); Miranda Ntirandekura Aerts (geadopteerde uit Rwanda; klinisch psycholoog met focus op adoptienazorg); Sophie Withaeckx (doceert aan de Universiteit Maastricht en voert onderzoek naar ethische kaders bij interlandelijke adoptie); Wouter Vandenhole (gewoon hoogleraar aan de UA, expert mensen- en kinderrechten).

Lees hier het volledige rapport van het expertenpanel interlandelijke adoptie:

https://www.opgroeien.be/sites/default/files/documents/expertenpanel-interlandelijke-adoptie-eindrapport-met-aanbevelingen.pdf