Kitir maakt 8 miljoen euro vrij voor humanitaire hulp aan Syrië

Kitir is momenteel op officieel bezoek in Jordanië, haar eerste grote missie sinds ze in het najaar van 2020 minister werd. Vandaag bracht ze een bezoek aan Zaatari, een vluchtelingenkamp waarvan de helft uit kinderen bestaat. Elke week worden er zo’n 80 baby’s geboren. 

De tenten in Zaatari zijn intussen vervangen door kleine containers en er zijn voorzieningen als stromend water, elektriciteit, onderwijs, gemeenschapscentra en supermarkten. Toch blijven de noden groot. Zo moest het Wereldvoedselprogramma (WFP) snijden in de financiering en hebben de kleine cabines na bijna tien jaar hun beste tijd gehad. De coronapandemie heeft bovendien een grote impact gehad op de kinderen, die lang niet naar school konden.

Maar ook in Syrië zelf is de situatie nog altijd dramatisch. “We zouden na 10 jaar bijna vergeten dat de Syrische crisis één van de ergste humanitaire crisissen is van het moment. De helft van de Syrische kinderen kent niets anders dan oorlog”, zegt Kitir. “De oorlog heeft ervoor gezorgd dat 13 miljoen mensen in Syrië hulp nodig hebben. Honger neemt nog steeds toe in verschillende delen van het land.”

De minister wil daarom 8 miljoen euro vrijmaken voor humanitaire hulp in Syrië. Een deel daarvan zou naar het Wereldvoedselprogramma gaan. “Syrië en de regio blijven een prioriteit voor mijn beleid rond humanitaire hulp. Er moet een politieke oplossing komen. Zolang dat niet het geval is, blijft internationale hulp noodzakelijk”, vindt Kitir. 

Het geld gaat naar allerhande humanitaire projecten van erkende en onafhankelijke partnerorganisaties. Er worden controlemechanismen ingebouwd om op te volgen wat er precies met het geld gebeurt, verzekert Kitir. 

Een deel van het pakket zal naar projecten in het noordoosten van Syrië gaan. In dat deel van het land was het de afgelopen jaren erg moeilijk om hulpgoederen te leveren, waardoor de nood er extra hoog is.