Sanofi zet ontwikkeling van mRNA-vaccin tegen coronavirus stop ondanks positieve resultaten

Sanofi stelt dat de tussentijdse resultaten van de eerste en tweede fase voor het mRNA-vaccin wel degelijk positief waren. Zo blijken 91 tot 100 procent van de testpersonen twee weken na de tweede injectie antilichamen te hebben aangemaakt. Er werden geen bijzondere veiligheidsrisico's vastgesteld.

Het bedrijf is van mening dat het mRNA-vaccin te laat zou komen. De farmabedrijven Pfizer/BioNTech en Moderna hebben al coronavaccins met diezelfde technologie op de markt gebracht. "Op het vlak van volksgezondheid is er geen nood aan nog een ander mRNA-vaccin" tegen het coronavirus, zegt Thomas Triomphe, de vicevoorzitter van de vaccinafdeling van Sanofi. 

De farmaproducent blijft wel inzetten op mRNA-technologie om vaccins te ontwikkelen tegen andere virussen, met minder bijwerkingen en met minder beperkingen wat de bewaartemperatuur betreft. De bedoeling is niet "om nieuwe vaccins tegen Covid-19 te creëren, maar wel om Frankrijk en Europa uit te rusten met een arsenaal aan mRNA-vaccins voor een volgende pandemie, voor nieuwe pathologieën", aldus Triomphe.

Zo is Sanofi intussen begonnen met de eerste proeven voor een monovalent vaccin - met één enkele virusstam - tegen de seizoensgriep op basis van de mRNA-technologie. Het is de bedoeling om volgend jaar ook klinische proeven op te starten met een griepvaccin.

Intussen ontwikkelt Sanofi samen met het Britse GlaxoSmithKline nog een ander coronavaccin dat momenteel al in de derde fase van de klinische proeven zit. Het gaat daarbij niet om vaccin op basis van mRNA, maar wel met spike-eiwitten als antigeen. De resultaten daarvan worden eind dit jaar verwacht.