Filosoof Ignaas Devisch over het klimaat: ‘Meer willen, wordt moeilijk’

Roeland Byl redacteur bij Trends

In zijn jongste boek Vuur vraagt de filosoof Ignaas Devisch zich af wat het alternatief is voor een wereld die wordt aangedreven door fossiele brandstoffen. “De CO2-uitstoot verminderen op zich is niet de grote uitdaging. De vraag is hoe je mensen uit de armoede haalt, zonder dat dat ten koste gaat van het klimaat.”

Sinds begin september is Ignaas Devisch de CEO van de denktank Itinera. Voor een filosoof lijkt dat misschien een verrassende keuze, maar Devisch is dankbaar voor de kans om een bijdrage te leveren aan het debat voor een betere wereld. Aan de Universiteit Gent beweegt hij zich doorgaans op het terrein van de medische ethiek en de dilemma’s die daarbij horen. Bij Itinera komt hij dichter in de buurt van zijn roeping als politiek filosoof.

In zijn jongste boek Vuur, dat begin dit jaar verscheen, boog de filosoof zich over de relatie van de mens tot vuur. Bij uitbreiding vraagt hij zich af wat het alternatief is voor een wereld die wordt aangedreven door fossiele brandstoffen. De klimaatopwarming ontkennen wordt steeds lastiger, maar over een oplossing blijft de onenigheid groot. De ene zoekt het in nieuwe technologie, terwijl de ander pleit voor drastische gedragswijzigingen. “We leven in een zeer filosofische tijd”, zegt Devisch. “Tijdens de lockdown maakten mensen massaal het voornemen om hun pendelgedrag te wijzigen, maar intussen zijn de files helemaal terug. Het tekent hoe we omgaan met de wereld: we hebben de neiging om fundamentele vragen weg te duwen, tenzij het niet anders kan.”

Ik beschouw de mens als een tragisch wezen: zelfs als alles goed gaat, doen we altijd wel iets waardoor we struikelen

Heeft corona de moderne mens weer kwetsbaar gemaakt?

IGNAAS DEVISCH. “We leefden voor de pandemie grotendeels vanuit het idee dat we door technologische ontwikkelingen onze levensloop steeds meer onder controle hebben. Vanaf de geboorte tot aan de dood maken we steeds meer keuzes zelf. Ik vind dat een fantastische evolutie. Je ondergaat het leven niet meer als een noodlot, maar probeert er greep op te krijgen. Ons leven draait in die zin hoe langer hoe meer om levenskwaliteit. Toch doen we er goed aan te beseffen dat er een stuk blijft waar we geen grip op hebben en dat aan onze controle ontsnapt.

“In die zin vond ik de pandemie een wijze les. We kunnen wel proberen het complexe economische raderwerk perfect just in time te organiseren, maar één klein, onzichtbaar virus kan dat volledig in het honderd laten lopen. Ondanks onze technologische vooruitgang en de industrialisering. Peter Sloterdijk heeft gelijk als hij zegt dat als de mens in de natuur ingrijpt, dat een tegenreactie uitlokt. We onderschatten soms dat ingrijpen in natuurlijke processen onvoorziene effecten kan veroorzaken. De wijze les is dan ook dat we moeten leren om te gaan met datgene wat we niet hadden voorzien.”

Lees verder onder de video (Trends Talk met Ignaas Devisch op Kanaal Z)

De klimaatopwarming versnelt. Kan technologie soelaas bieden?

DEVISCH. “De leuze van Descartes ‘ L’homme est maître et possesseur de la nature‘ hebben we een paar honderden jaren centraal gezet. We beschouwen de natuur als een dood object, dat je kunt ontginnen en inrichten naar je eigen voorkeur.

“Technologie heeft ertoe geleid dat we er een comfortabele levensstijl op na kunnen houden. Zonder technologie hadden we bijvoorbeeld de ongezien spectaculaire vooruitgang in de geneeskunde niet gekend. Daar kun je alleen maar blij om zijn, maar dat heeft een prijs. Vliegreizen zijn fantastisch omdat je in een paar uur aan de andere kant van de wereld staat, maar je kunt niet om het vervuilende aspect heen.

“We doen er goed aan mogelijke haperingen meer in ons denken te incorporeren, en er niet van uit te gaan dat we honderd procent controle kunnen hebben. Dat is de klassieke valkuil in Griekse tragedies. Wat mij betreft zou dat elke vijf jaar verplicht leesvoer moeten zijn. Ik beschouw de mens als een tragisch wezen: zelfs als alles goed gaat, doen we altijd wel iets waardoor we struikelen.”

Toch ziet u de klimaatopwarming niet als een afstraffing voor menselijke hybris.

DEVISCH. “Dat hoeft ook niet om te beseffen dat er zware schade is aangebracht aan het ecosysteem, en dat het niet anders kan dat het ook op de een of andere manier een impact heeft op de wijze waarop wij leven. De klimaatcrisis dient zich de jongste jaren in vol ornaat aan. Wie dat nu nog niet ziet, is ziende blind. Maar dat maakt van het klimaat nog geen straffende god die al veel geduld heeft gehad.

“Ik zie geen wraakprogramma in de klimaatopwarming, maar wel een les in bescheidenheid voor de mens. We hebben onderschat dat er een wisselwerking is tussen de technologische vooruitgang en de natuur. Vooruitgang is geen eenrichtingsverkeer. De gevolgen van onze technologische ingrepen krijgen we wel degelijk gepresenteerd. Dat is de fundamentele les die we voor ogen moeten houden.”

Wat moet er dan gebeuren?

DEVISCH. “We hoeven ons niet terug te plooien op een romantisch beeld van de natuur die alles weer in evenwicht brengt. Zonder de mens is de wereld ook geen speeltuin. Vulkaanuitbarstingen, aardbevingen en ijstijden zijn er ook zonder menselijk ingrijpen. Maar het is een belangrijk inzicht dat voortdoen op de manier waarop we bezig zijn, repercussies heeft.

“Je kunt niet over het klimaat discussiëren zonder over de ongelijkheid te spreken. Ruim de helft van de wereldbevolking kan niet van de leefstijl van de West-Europeanen of de Amerikanen genieten. Het echte vraagstuk van het klimaat is daarom hoe je voor al die mensen dezelfde comfortabele levensstijl mogelijk maakt, zonder dat het klimaat eraan kapotgaat. Je moet de sociale uitdaging koppelen aan de klimaatuitdaging.”

Dan moeten we in het Westen met minder tevreden zijn?

DEVISCH. “Meer willen, wordt in elk geval moeilijk. Het klinkt wel goed dat we onze uitstoot verminderen, minder energie verbruiken en minder vlees eten, maar de vraag is of dat ook helpt. Als de andere helft van de wereldbevolking op een moderner leefpeil wil geraken, zal de globale vraag naar energie de komende jaren juist toenemen.

“Natuurlijk is het goed dat we milieubewuster gaan leven, maar mensen individueel verantwoordelijk stellen en hun gedrag moraliseren met schuldgevoelens omdat ze bijvoorbeeld vlees eten of de auto nemen, is een fout signaal. In de klimaatopwarming overstijgen de systemische factoren de individuele verantwoordelijkheid. Hoe zorg je voor voldoende voedselvoorraad voor 8 miljard mensen? Hoe laat je die in een comfortabel huis leven, welke transportmiddelen gebruik je? Opnieuw: de CO2-uitstoot verminderen op zich is niet de grote uitdaging. De vraag is hoe je mensen uit de armoede haalt, zonder dat dat ten koste gaat van het klimaat.”

Wordt de klimaattop in Glasgow in die zin het begin van een noodzakelijke omslag of is het slechts een poging om ons geweten te sussen?

DEVISCH. “Misschien beide. Het bewustzijn over de klimaatproblematiek verder laten doordringen lijkt me een goed idee. Beeld je eens in dat er geen klimaatconferenties of grote akkoorden zouden zijn. Dat zou in geen geval een stap vooruit zijn. Maar de vraag is wel of de klimaatconferenties zoals we ze kennen ons ook echt een stap vooruit hebben gebracht.

“Ik denk dat de impact al bij al vrij bescheiden is. Na zo’n klimaattop zie je dat de politieke vertaling op nationaal en regionaal niveau vaak heel stroef verloopt. Ik verwacht daarom ook meer van het meso-niveau (tussen micro en macro, nvdr). Niet de grote naties en supranationale conferenties zullen ons gedrag wijzigen. Finaal verloopt de verandering bottom-up. Bepaalde steden en organisaties hebben al stappen ondernomen op het gebied van transport, ruimtelijke ordening en huisvesting. Als het beleidsniveau te lang aarzelt, nemen mensen op een bepaald moment zelf initiatief. Die evolutie is nu aan de gang. Zeker de jongere generatie wil de dingen niet op deze manier blijven doen. Zij kloppen aan de deur en enkele steden en bedrijven gaan daarin mee.

Het echte vraagstuk van het klimaat is hoe je voor alle mensen dezelfde comfortabele levensstijl mogelijk maakt, zonder dat het klimaat er kapot aan gaat

“De taak van de overheid zal erin bestaan te maken dat het makkelijker wordt de juiste keuzes te maken. Als we voortdurend herhalen dat de transitie moeilijk is en veel geld zal kosten, dan zullen mensen zo lang mogelijk wachten om iets te doen. Dat is niet alleen kortzichtig, maar ook economisch zeer dwaas. Hoe langer je wacht, hoe hoger de kosten worden.

“Bedrijven die hebben ingezien dat in de onafhankelijkheid van fossiele brandstoffen een opportuniteit ligt, nemen nu een voorsprong. Een eenvoudig voorbeeld? Na de verschijning van mijn boek kreeg ik een pakket gin toegestuurd. Die was volledig op zonne-energie geproduceerd. Het bedrijf in kwestie was trots op zijn ecologische voetafdruk. Je kunt dat anekdotisch vinden, maar ze waren rendabel en CO2-neutraal zonder dat iemand hen ertoe had verplicht. Er zijn dus wel degelijk economische spelers die je niet meer hoeft uit te leggen dat het anders kan en anders moet. Ik heb het gevoel dat sommige politici hun eigen angst nog moeten overwinnen, om iets te beslissen waarvan iedereen weet dat het zal moeten worden beslist.”

U hebt makkelijk praten, u hoeft niet herkozen te worden.

DEVISCH. “Ik weet het, maar we hebben toch beleid nodig dat verder kijkt dan de volgende verkiezing. Gedragsverandering gebeurt niet alleen op het kennisniveau, er is een faciliterende sturing nodig. En dat kan. Kijk naar mijn eigen universiteit. In minder dan tien jaar heeft die een fietsbeleid ontwikkeld waardoor studenten en docenten nu massaal de fiets gebruiken. Dat is te danken aan maatregelen die het leven van fietsers vergemakkelijken. Ik denk aan douches, fietsenstallingen en fietsersbruggen.

“Ik wil zeker niet de indruk geven dat het een makkelijk proces is. Maar aan de andere kant verschijnt nu al veertig jaar lang rapport na rapport over de klimaatzaak. We weten intussen hoe laat het is en toch blijft het beleid dralen. Hoe langer we talmen, hoe groter de problemen zullen zijn.”

U pleit in uw boek voor meer zonne-energie. Helaas zijn afvalvrije zonnecellen nog een technologie van de toekomst.

DEVISCH. “Vandaag zadelen zonnepanelen ons inderdaad nog op met milieu-afval. Maar ik vind dat we het potentieel van zonne-energie minstens moeten onderzoeken. De vraag naar energie zal de komende jaren toenemen. Terecht, omdat alle mensen recht hebben op een fatsoenlijk leven. De kwestie is dus: waar halen we die energie vandaan? In mijn boek wijs ik als niet-ingenieur op het potentieel van de zon. En hoewel ik niet weet of we in staat zijn om het energiepotentieel van de zon ook op een duurzame manier te benutten, valt het niet te ontkennen dat de zon een energiebron is die massaal aanwezig is. Is het dan niet vreemd dat er bijvoorbeeld relatief veel meer onderzoek is gedaan naar kernenergie dan naar zonne-energie? Stel dat we al onze wetenschappelijke verbeeldingskracht gebruiken om die zonne-energie afvalvrij te gebruiken, zou dat dan niets opleveren? Tenzij kernenergie plots duizend keer efficiënter wordt, of we andere hernieuwbare bronnen vinden, denk ik dat we het potentieel van de zon ook minstens moeten exploreren.”

Als we voortdurend herhalen dat de transitie moeilijk is en veel geld zal kosten, dan zullen de mensen zo lang mogelijk wachten om iets te doen

Had Tesla-CEO Elon Musk beter een zonnepaneel gebouwd dan een raket voor ruimtetoerisme?

DEVISCH. “Bijvoorbeeld. Die ruimtereizen zijn meer een fantasmagorie met een kleine dienstbaarheid voor de wereldbevolking. Sceptici schrijven zonnepanelen af omdat de zon ‘s avonds ondergaat en het te lastig is om energie op te slaan. Maar als we dezelfde soort scepsis aan de dag hadden gelegd bij kernenergie, dan zouden er gewoon geen kerncentrales zijn. En kijk, ze staan er nog altijd, met alle controverse en afval tot gevolg.

“In elk geval moeten we het energievraagstuk oplossen, want zonder energie valt alles plat. Dat is duizend keer erger dan een pandemie. Dan is er zelfs geen internet en kunnen we niet meer koken. De mens kan voor zijn moderne leefwijze niet zonder het gebruik van externe energiebronnen.”

In afwachting van nieuwe energiebronnen kunnen we niet veel meer doen dan onze ecologische voetafdruk te compenseren. In uw boek beschouwt u dat als ons geweten sussen.

DEVISCH. “In mijn boek geef ik het voorbeeld van een bij te betalen compensatie aan een benzinestation, zodat je met een gerust geweten voort kunt rijden. In de meest optimistische lezing kun je dat zien als een kleine hulp voor het klimaat, maar ik zie het toch in de eerste plaats als een middel om zonder schuldgevoel je gewoontes in stand te kunnen houden. Met zo’n windowdressing zullen we er niet geraken. Het moet fundamenteler. Dat is intussen wel duidelijk. Bedrijven die mensen willen rekruteren en niet bezig zijn met de vraag hoe ze over tien of twintig jaar nog kunnen produceren, zien al dat pas afgestudeerden hen links laten liggen.”

Zult u bij Itinera inzetten op de noodzaak van een ecologisch narratief in het bedrijfsleven?

DEVISCH. “Onder andere. Itinera bestaat vijftien jaar en heeft heel duidelijk een impact gehad. Maar de economie verschuift. Thema’s als diversiteit, ecologie en duurzaamheid worden belangrijker. Het werk van de denktank is bij jongere generaties minder bekend. Ik zie het als een belangrijke opgave om hen meer mee te krijgen. We zullen wie nu gaat betogen voor een beter klimaat, nodig hebben. Met hen wil ik een beter gesprek over de wereld en de economie van morgen.”

Aarde 2.0 is niet meer te stoppen, schrijft u in Vuur. Brengt de COP26 in Glasgow dan nog wel zoden aan de dijk?

DEVISCH. “Het is in elk geval niet de ultieme oplossing. Ik word daar ook niet vrolijk van, maar het feit dat er zo’n klimaattop is, vind ik wel een lichtpunt. De verdienste van samen te zitten is niet voldoende. We hebben beleid nodig dat onafhankelijk van de ideologische voorkeur de noodzaak van een gedragswijziging uitdraagt en daar ook in investeert. Voor de meeste mensen is een daling van de CO2-uitstoot een abstract detail, maar als we hun vertellen dat over een paar jaar een maaltijd vijf keer meer zal kosten, dan wordt het al concreter.”

Van 31 oktober tot 12 november vindt in Glasgow de COP26 plaats, de conferentie van de VN over de klimaatverandering. Het is de belangrijkste klimaattop sinds het klimaatakkoord van Parijs in 2015.

IGNAAS DEVISCH
IGNAAS DEVISCH “Na zo’n klimaattop zie je dat de politieke vertaling op nationaal en regionaal niveau vaak heel stroef verloopt.”© ID/ Stefaan Temmerman

Bio

· 51 jaar

· Studeerde filosofie aan de universiteit Gent

· Sinds 2005: professor medische filosofie en ethiek aan de Universiteit Gent en de Arteveldehogeschool

· Auteur van diverse boeken, onder andere Ziek van Gezondheid (2013), Rusteloosheid (2016), Het empathisch teveel (2017) en Vuur (2021)

· Sinds september 2021: CEO van de denktank Itinera

Partner Content