Lantis wil werken aan Oosterweel volgende maand hervatten

 ©  DBA

Lantis gaat nieuwe technische verslagen indienen om de Oosterweelwerken weerte kunnen opstarten. Voor de veiligheidsberm, het controversieelste deel van de werf, wordt niet gewerkt aan een verslag. Die werken worden ‘voorlopig’ opgeschort.

Lisa De Bode, Max De Moor

Lantis is van plan om eind volgende week nieuwe technische verslagen in te dienen om de Oosterweelwerken over een maand weerte kunnen opstarten. Lantis doet dat in een poging om tegemoet te komen aan de eisen van de actievoerders, die een procedure startten bij de Raad van State, waarna het merendeel van de werken sinds vorige week werden stilgelegd. Een erkende bodembeheerorganisatie moet de verslagen, eens ze zijn ingediend, nog conform verklaren vooraleer de grondwerken effectief hervat kunnen worden.

De Raad van State ging over tot de schorsing omdat het Oosterweel niet als één grote werfzone beschouwde, een zogenaamde kadastrale werkzone. De rechters oordeelden dat het Oosterweelproject, de veiligheidsberm aan 3M en de infrastructuurwerken op Linkeroever als aparte projectsites beschouwd moeten worden.

Met één grote werfzone kon Lantis met PFOS vervuilde grond verplaatsen: vervuilde grond die wordt ­uitgegraven voor de Oosterweelwerken op Linkeroever of voor de Scheldetunnel wordt weggevoerd naar de terreinen van 3M, om daar een veiligheidsberm te ­bouwen. De Raad van State sprak zich op erg korte termijn uit, wegens de mogelijke gevolgen van de PFOS-vervuiling voor de volksgezondheid. Er werd gevreesd dat de verplaatste gronden aan de veiligheidsberm een illegale stortplaats zouden vormen. Officieel luidt het dat de berm een beveiliging tegen inbraak vormt.

Zwaar vervuilde gronden

Het aanpassen van de technische verslagen is geen waterdichte aanpak: de nieuwe verslagen kunnen opnieuw worden geschorst, erkent Luc Hellemans, ceo van Lantis. Het is vooral de bedoeling om in de komende zes weken een deel van de werken te kunnen hernemen (het stuk dat niet verbonden is aan grondverzet, zoals de betonwerken aan de brug) en over zes maanden duidelijkheid te hebben over wat te doen met de zwaarst vervuilde gronden.

In dit kader denkt Lantis aan een sanering ter plaatse, of desnoods aan een storting buiten de werf. Maar dit scenario wil de maatschappij vermijden, ook om verwaaiing van PFAS te voorkomen. De kosten van een eventuele sanering zijn ook voor de vervuiler, maakte Hellemans zich sterk.

‘We vragen rechtszekerheid. Als die verslagen opnieuw worden geschorst, moet je je afvragen of je in Vlaanderen nog wel grote projecten kunt uitvoeren. De werkzekerheid van alle grote werven staat op de helling.’ Hellemans nodigt de actievoerders uit om mee na te denken over oplossingen.