Direct naar artikelinhoud
PortretRobert Pattinson

Robert Pattinson, van verlegen vampier tot sinistere superheld

Robert Pattinson bij de wereldpremière van 'The Batman' in New York, dinsdag 1 maart.Beeld AFP

Iedereen was verbaasd dat hij Batman ging spelen, zelfs zijn agentschap. Toch past het wel bij de onvoorspelbare acteercarrière van Robert Pattinson (35): als helemaal niemand verwacht dat hij een superheldenpak aantrekt, is dat precies wat hij doet.

Niet iedereen stond te juichen toen bekend werd dat Robert Pattinson Batman zou gaan spelen in The Batman, de nieuwe film over de superheld.

Er waren de bezorgde stripfans, online luidruchtig aanwezig, die op alle superheldgerelateerde slakken zout leggen en dus onmiddellijk begonnen te zenuwen over de keuze voor Pattinson. Ja, hij heeft een goede kaaklijn, maar zou hij de rol wel serieus nemen? Hij ging toch wel iets aan zijn spieren doen?

Dan waren er de Pattinson-fans van het eerste uur, ook een forse groep. Zij stammen uit de tijd dat de Engelse acteur doorbrak als romantische vampier in de Twilight-serie, een mateloos populaire reeks films voor tieners en jongvolwassenen. Hun angst was dat hij zou falen. Batman is een lastige rol die je duur kan komen te staan, daar weten voorgangers als George Clooney en Ben Affleck alles van.

Er waren ook nog de filmliefhebbers die Pattinson vooral kennen van zijn samenwerkingen met bonafide filmauteurs als Werner Herzog, Claire Denis en David Cronenberg. Hun arthouse-lieveling ging een superheld spelen. Moet dat nou, vroegen zij zich af, zo’n overstap naar de commerciële dark side?

Lees ook

Het griezeligste aan ‘The Batman’? Ongetwijfeld hoe dicht de film bij de realiteit staat ★★★★☆

De drie groepen illustreren de wonderlijke weg die Pattinson bewandelt door het filmlandschap. Ooit een tieneridool dat geen stap kon verzetten zonder paparazzi die alles vastlegden, koos hij na zijn vijfde en laatste Twilight-drama rigoureus voor een ander type film. De bleke, knappe, maar tot dan toe ook wat onopvallende acteur liet zich zien in een reeks opmerkelijke rollen in kleinschalige films. Maar hoe past Batman daar nou weer bij?

Gedeprimeerde vampier

Pattinson, geboren en getogen in Londen, rolde min of meer per ongeluk het vak in. Hij had de vage ambitie om muzikant te worden, maar het bleek gemakkelijker om aan acteerwerk te komen. Een van zijn eerste filmrollen was meteen een opvallende: hij werd gecast in de vierde Harry Potter-film, Harry Potter and the Goblet of Fire (2005), als Zweinstein-student Cedric Diggory.

Met Kristen Stewart in 'The Twilight Saga: New Moon.'Beeld REUTERS

Als een keurige kostschooljongen, zo ziet Pattinson eruit in de film. Zo’n slungelige acteur met goed haar, die het prima zou doen in Britse kostuumfilms of romantische komedies. Het liep anders. Op 22-jarige leeftijd was hij te zien in Twilight, de eerste verfilming van een serie young adult-boeken van Stephenie Meyer. Pattinson speelde Edward Cullen, de gedeprimeerde, sexy vampier op wie tiener Bella Swan (Kristen Stewart) verliefd wordt.

Twilight werd een hype. De relatie tussen Bella en Edward werd oeverloos bediscussieerd door tienermeisjes overal ter wereld. De roddelpers stortte zich erop, vooral toen duidelijk werd dat Stewart en Pattinson ook in het echt een verhouding hadden. Alles wat ze deden werd nieuws.

De plotselinge, overweldigende roem was geen pretje voor de jonge acteurs, maar Twilight leverde Pattinson ook financiële vrijheid op. Hij had het de rest van zijn leven rustig aan kunnen gaan doen, met af en toe een rol in een vriendelijke publieksfilm; een ‘veilige koffiecarrière’, zoals regisseur David Cronenberg het noemde. Hij koos voor risico.

Cronenberg, de maker van dwarse, onafhankelijke films als Crash en eXistenZ, gaf Pattinson de hoofdrol in Cosmopolis (2012), een bijna volledig in een limousine opgenomen bankiersdrama naar een boek van Don DeLillo. Een opmerkelijke keuze, want hoe veelzijdig de acteur was, viel destijds nog te bezien. “Ik wist zeker dat Pattinson het kon”, zei Cronenberg tegen de Volkskrant. “Het moeilijkste was hem daarvan te overtuigen. Hij wilde de film niet verpesten.”

Gedeprimeerde vampier
Beeld Penelope Deltour

Na het geslaagde Cosmopolis bleef Pattinson kiezen voor eigenzinnige films met een beperkt budget, zoals The Rover (geregisseerd door David Michôd), Maps to the Stars (nogmaals Cronenberg), Queen of the Desert (Werner Herzog) en The Childhood of a Leader (Brady Corbet). Het werd niet alleen steeds duidelijker dat hij echt kon acteren, maar ook dat hij zijn eigen smaak volgde. Vaak wachtte Pattinson niet af wat voor scripts hem werden aangeboden, maar legde hij zelf contact met door hem bewonderde filmmakers.

Zo stuurde hij de New Yorkse broers Benny en Josh Safdie een mailtje.”Wat jullie ook gaan maken, ik wil meedoen.” Dat mondde uit in Good Time, een manische thriller over een neurotische kleine crimineel (Pattinson) die zijn zwakbegaafde broer probeert te helpen, maar bij elke stap dieper in de problemen komt. Pattinson is een revelatie in de film: energiek, zwetend, wanhopig, afstotelijk, aandoenlijk.

Seks met een zeemeermin

Wat Pattinson ook doet, saai wordt het niet. In de laatste vier jaar speelde hij onder meer een verbannen astronaut in Claire Denis’ wonderlijke sf-film High Life, stal hij de show als Franse prins (met briljant accent) in de verder wat tamme Netflixfilm The King en rende hij heen en weer in Christopher Nolans tijd-terugkaatsende film Tenet.

Met Zoë Kravitz in 'The Batman'.Beeld Jonathan Olley

Een onbetwist hoogtepunt is zijn rol in The Lighthouse, de griezelfilm van Robert Eggers waarover van alles te zeggen valt, behalve waar het nu precies over gaat. Want wat doen die twee stuurse mannen (Pattinson en Willem Dafoe) daar in een vuurtoren op een afgelegen eiland, behalve elkaar gek maken? The Lighthouse, een onmiddellijk cultsucces, bewees weer eens dat Pattinson overal voor in is. Als de 19de-eeuwse rouwdouwer Thomas Howard slaat hij een meeuw tot moes en heeft hij seks met een zeemeermin. Smakelijk of niet, het is acteerwerk om van te genieten.

En nog steeds is Pattinson onzeker, tenminste, als we zijn uitspraken in tal van interviews mogen geloven.”Ik weet niet echt hoe ik moet acteren”, zei hij in 2019 tegen The Guardian. “Ik ben altijd nerveus, bij elke film.” Valse bescheidenheid, zou je denken, behalve dat hij oprecht zenuwachtig kan lijken. De meeste acteurs zijn goed in media-optredens, maar Pattinson houdt nooit een glad verhaal. Hij giechelt, struikelt over zinnen en vertelt over mislukkingen. De twijfels zijn ook niet helemaal onbegrijpelijk: “Als je zonder opleiding een beroep binnen struikelt, voel je je altijd een beetje een oplichter.”

Toch is het verstandig zijn interviews met een korrel zout te nemen. Pattinson ontregelt graag. Gewoon om te zien wat de reactie is, kan hij vertellen dat hij nooit zijn haar wast, dat hij ooit een stalker uitnodigde voor een etentje, of dat hij een nieuwe snack aan het uitvinden is. Dat laatste verhaal, in een artikel in het blad GQ in 2020, werd voorzien van een absurdistische demonstratie: Pattinson probeerde zijn pasta-op-een-broodje klaar te maken voor de webcam, wat leidde tot een ontploffing in zijn keuken.

Een jaar na dat debacle hield hij vol dat hij zijn pastasnack serieus op de markt wilde brengen. Geen wonder dat regisseur Eggers Pattinsons eigenaardige gevoel voor humor vergeleek met dat van de komiek Andy Kaufman, die delen van zijn leven tot performances verhief. Geen wonder ook, dat de acteur een voorkeur heeft voor excentrieke rollen: het kan hem niet verwarrend genoeg zijn.

Een rol in een superheldenblockbuster ligt dan niet voor de hand. “Zelfs mijn agentschap was verbaasd dat ik The Batman wilde doen”, vertelde Pattinson in GQ. “Ze zeiden: o, ik dacht dat hij alleen totale freaks wilde spelen.”

En toch past zijn hoofdrol in The Batman op de een of andere manier in zijn oeuvre, tussen de eenzame weirdo’s, mislukte criminelen, hallucinerende vuurtorenwachters en andere randfiguren. Batman, oftewel miljardair Bruce Wayne, is tenslotte een held met issues. Hij strijdt tegen het kwaad vanuit persoonlijk verlies en worstelt continu met de verantwoordelijkheid die hij zichzelf oplegt. Gaandeweg is het in stripverfilmingen normaal geworden om personages op de divan te leggen, maar voor Batman gold altijd al dat hij baat zou hebben bij een psychiater.

Misschien nog wel belangrijker voor Pattinson is de kans om weer een andere kant van zichzelf te laten zien. Het laatste wat hij wil, is voorspelbaar zijn. Als niemand verwacht dat hij een superheldenpak aantrekt, is dat dus precies wat hij doet.