Amerikaanse auto stoot meer ultrafijn stof uit dan zijn Europese tegenhanger

Door een lacune in de regelgeving kunnen autofabrikanten in de Verenigde Staten wagens maken die meer ultrafijn stof uitstoten dan vergelijkbare modellen die in Europa en andere markten worden verkocht. Dat is de conclusie van een rapport van het Britse testbedrijf Emissions Analytics, op basis van een onderzoek van de uitstoot van een aantal modellen van de autobouwers Ford, BMW, Toyota en Stellantis.

Ultrafijn stof is schadelijk voor de menselijke gezondheid. Door hun microscopisch klein formaat kunnen deze deeltjes immers diep in de menselijke longen worden gezogen.

Filters

Emissions Analytics stelde een duidelijke impact vast van de uitlaatfilters die in Europa veel worden gebruikt en die de uitstoot van ultrafijn stof beperken. De Europese Unie hanteert een regelgeving die de uitstoot van ultrafijn stof beperkt. In de Verenigde Staten is diezelfde regelgeving niet van toepassing. Daar wordt dan ook een hogere uitstoot opgetekend.

China en India hanteren vergelijkbare normen als Europa. Volgens schattingen van de industrie vergt de installatie van een roetfilter voor een benzinemotor van de autofabrikanten een uitgave van ongeveer 200 dollar.

Uit het onderzoek bleek dat bij een koude start in een stedelijk gebied het gemiddelde Europese model 83,7 procent minder ultrafijn stof uitstoot dan zijn tegenhanger in de Verenigde Staten.

Het grootste verschil zou daarbij worden geregistreerd bij de Europese Ford Kuga, die consequent 95 procent minder ultrafijn stof zou produceren dan de Ford Escape, zijn Amerikaanse tegenhanger. Bij een warme start zou dat verschil nog verder tot 96 procent oplopen. De onderzoekers vonden naar eigen zeggen ook grote verschillen voor de BMW x5, de Jeep Wrangler en de Toyota RAV4.

Lokale regelgeving

De betrokken autoconstructeurs beklemtoonden in hun reactie dat hun voertuigen worden gebouwd om aan alle lokale voorschriften te voldoen. De autofabrikanten voegden eraan toe tientallen miljarden dollars te reserveren om de overstap naar emissievrije elektrische wagens te realiseren.

Emissions Analytics wijst erop dat benzinevoertuigen die in de Verenigde Staten op de markt worden gebracht, moeten voldoen aan de normen die door het Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) zijn vastgelegd.

Daarbij is het gebruik van een filter geen vereiste. Bovendien merken analisten op dat de introductie van de technologie met directe injectie, die tot een verbetering van de brandstofefficiëntie leidt, de uitstoot van ultrafijn stof verhoogt.

“Ook met de meest agressieve Amerikaanse scenario’s voor het uitfaseren van de technologie, zullen verbrandingsmotoren waarschijnlijk nog tot ver in het volgende decennium worden gebruikt”, stipt Nick Molden, chief executive van Emissions Analytics, aan.

“Er moeten dan ook doorgedreven inspanningen worden gedaan om de schadelijke impact van deze motoren – ongeacht de snelheid van elektrificatie – zoveel mogelijk te beperken.”

Allen Schaeffer, directeur van het Diesel Technology Forum, schatte dat voertuigen met directe injectie ongeveer de helft van de Noord-Amerikaanse autoverkopen vertegenwoordigen. Het Environmental Protection Agency erkende in een reactie dat de autofabrikanten aan de uitstootnormen hadden voldaan zonder op de inzet van filters een beroep te moeten doen.

“Er wordt echter naar filters en andere technologieën verwezen voor nieuwe regels die over vijf jaar worden ingevoerd”, wordt er aan toegevoegd. “We hopen in de toekomst de emissienormen voor voertuigen nog verder te kunnen aanscherpen.”

(ns)

Meer