Massagraf in Nederland uit 18e eeuw geeft geheimen prijs: skeletten blijken van Britse soldaten

Meer dan 80 skeletten die in een massagraf in Vianen in Nederland ontdekt werden, blijken afkomstig te zijn van Britse soldaten. Zij stierven er in de 18e eeuw in een veldhospitaal. Na onderzoek blijkt dat de meeste mannen niet overleden zijn aan hun oorlogsverwondingen, maar aan een hersenvliesontsteking. Volgens archeoloog Hans Veenstra gaat het om een unieke vondst. "Ze vullen een gat van een vergeten stuk geschiedenis. Hoe vaak lees je in geschiedenisboeken iets over de gewone man?"

Het massagraf in Vianen werd eind november 2020 ontdekt tijdens werkzaamheden aan de stadsgracht. In het graf lagen 82 skeletten, voornamelijk van tieners en jongvolwassenen. Uit onderzoek blijkt dat de meeste mannen afkomstig waren uit het zuiden van Engeland. Ze vochten mee in de Eerste Coalitieoorlog (1792-1797) tussen Frankrijk en een alliantie van andere Europese landen die de Franse revolutie probeerden in te dammen. 

Zowel de Zuidelijke Nederlanden die toen onder Oostenrijk vielen als de Noordelijke Nederlanden of de Verenigde Provinciën vochten mee met de coalitie, net als Groot-Brittannië en delen van wat nu Duitsland is. Uiteindelijk werden de Zuidelijke Nederlanden bij Frankrijk ingelijfd. De Noordelijke Nederlanden werden vervangen door een pro-Franse republiek. 

Volgens de archeologen kwamen de Britse soldaten veeleer toevallig in Vianen terecht. Ze richtten er een veldhospitaal op om gewonde soldaten op te lappen. Soldaten die het niet haalden werden vlakbij het hospitaal begraven in een massagraf. 

"Het kan zijn dat ze dachten: goh, handig om juist langs de Lek een veldhospitaal op te zetten, want dan kunnen we ook gauw weer weg. Of misschien waren ze daar wel gewoon gestrand", zegt archeoloog Hans Veenstra aan RTV Utrecht

RTV Utrecht ging in juli vorig jaar langs bij April Pijpelink die alle beenderen bij haar thuis onderzocht:

Fysisch antropoloog April Pijpelink onderzocht de 82 skeletten tot in het detail en ze kwam tot een verrassende conclusie. "Aan hun botten te zien, zijn ze niet aan hun verwondingen overleden. De meeste jongens hadden namelijk een hersenvliesontsteking." 

"Er waren zoveel sporen van infectie aanwezig. Dat zie ik bijvoorbeeld aan hoe broos de bovenste zone van een schedel is", zegt ze. Volgens haar moet het een bacterie geweest zijn, die kon toeslaan door de slechte hygiënische omstandigheden in het veldhospitaal en de verzwakte gezondheid van de soldaten. 

"Als je geschiedenisboeken leest, gaat het altijd over de mensen die macht hebben, zoals generaals, koningen en koninginnen, maar nooit over de mensen die het vuile werk moesten opknappen. Dat maakt dit zo interessant. Ze leefden in erg armoedige omstandigheden, ze waren arm, ondervoed en moesten hard werken. Hun ruggen waren al beschadigd door zware arbeid. De gemiddelde leeftijd van de soldaten was 26 jaar, maar sommige waren nog maar tieners", zegt Veenstra aan BBC News

Meest gelezen