In 6 op de 10 woonzorgcentra werken artsen nog met papieren medische dossiers: “Maakt het moeilijk om medicatie, zoals antipsychotica, op te volgen”  

In 65 procent van de woonzorgcentra werken huisartsen met medische dossiers op papier. Dat blijkt uit een online bevraging van Domus Medica, het Agentschap Zorg en Gezondheid en Crataegus. Door de papieren dossiers is het voor artsen moeilijker om de medicatie van verschillende bewoners in een woonzorgcentrum op te volgen. Gisteren bleek uit een reportage van “Pano” dat er te vaak antipsychotica worden voorgeschreven in woonzorgcentra, en dat die medicatie te weinig wordt opgevolgd.

“Zes jaar. Zes jaar zijn er antipsychotica gegeven aan mijn moeder”, zegt Anita. In de reportage van “Pano” getuigde ze over de kalmerende medicatie die haar moeder Leentje jarenlang kreeg in het woonzorgcentrum. Die antipsychotica, zoals Haldol en Risperdal, werken goed tegen hallucinaties en fysieke agressie, maar worden vaak ook gegeven aan mensen met dementie die dolen of roepen. 

Het personeelstekort in woonzorgcentra zorgt ervoor dat soms te snel naar antipsychotica wordt gegrepen, getuigden artsen en verpleegkundigen in “Pano”. En dat terwijl het RIZIV, de overheidsdienst voor sociale zekerheid, net aangeeft dat “het gebruik van antipsychotica bij ouderen zeldzaam zou moeten zijn, omdat er te weinig bewijs is voor het gebruik bij personen met dementie.” Dat staat alvast in nieuwe richtlijnen, samengesteld door een onafhankelijke jury, die onze redactie kon inkijken. 

Digitalisering

Meer handen aan het bed, het is een hartenkreet die al vaak is geuit vanuit de sector richting de Vlaamse regering. Maar ook digitalisering kan het medicatiebeleid verbeteren, en dat is dan weer voer voor het federale niveau. In 65 procent van de woonzorgcentra worden medische dossiers nog op papier bijgehouden, blijkt uit een bevraging van Domus Medica, het Agentschap Zorg en Gezondheid en Crataegus. In die dossiers staat bijvoorbeeld welke medicatie huisartsen voorschrijven en waarom precies. Maar medicatie opvolgen is in die papieren dossiers niet altijd even eenvoudig. 

De systemen van de woonzorgcentra zijn namelijk niet afgestemd op die van de huisartsen. “Het is dus niet mogelijk om digitaal informatie uit te wisselen rond een patiënt”, zegt Katrien Cordemans, die coördinerend arts is in een woonzorgcentrum, “tenzij je dat allemaal nog eens overneemt in je eigen praktijk in het elektronisch dossier.” Dubbel werk, dus. En daarom blijven artsen aangewezen op de papieren medische dossiers in het woonzorgcentrum. “Dat is eigenlijk een ongelooflijke discriminatie, als je weet wat er digitaal nu al mogelijk is voor ambulante patiënten”, zegt Cordemans. 

De sleutel ligt in handen van de federale regering, om ervoor te zorgen dat die verschillende dossiers digitaal met elkaar kunnen communiceren

Johan Staes, VLOZO-woonzorgcentra

Ook de sector ondersteunt die vraag naar digitalisering. “De sleutel ligt daar in handen van de federale regering, om ervoor te zorgen dat die verschillende dossiers - in het rusthuis, bij de huisarts, maar ook in de ziekenhuizen - digitaal met elkaar kunnen communiceren”, zegt Johan Staes van VLOZO, de koepel van de private en onafhankelijke woonzorgcentra.

Coördinatie

Dat er vandaag zelden een digitaal medisch dossier bestaat in woonzorgcentra, is vooral een probleem voor de coördinerende arts (CRA) die elk woonzorgcentrum heeft. De CRA moet het medicatiebeleid van een woonzorgcentrum uitstippelen, maar krijgt vandaag moeilijk zicht op alle dossiers. Er is bijvoorbeeld geen overzicht per woonzorgcentrum over het gebruik van antipsychotica. Bovendien vragen verschillende van die coördinerende artsen om een groter mandaat. 

“Door het grote aantal huisartsen is het moeilijk om een eenvormig beleid rond antipsychotica in een woonzorgcentrum uit te stippelen”, zegt Cordemans. “Als CRA heb je wel verantwoordelijkheid, maar heb je geen mandaat. Als een huisarts zegt: ik doe daar niet aan mee, dan kan ik die niet verplichten.” Ook Jan De Lepeleire, professor huisartsgeneeskunde en lange tijd zelf CRA, steunt die vraag: “We vragen heel concreet dat de CRA duidelijk kan aangeven wat wel en niet mag worden voorgeschreven.” 

We vragen heel concreet dat de CRA duidelijk kan aangeven wat wel en niet mag worden voorgeschreven

Jan De Lepeleire, professor huisartsgeneeskunde

Ook Zorgnet-Icuro, de grootste koepel van woonzorgcentra, wil het mandaat van de coördinerende arts uitbreiden. Daarnaast pleit de koepel vooral voor "minder huisartsen" in de woonzorgcentra. Maar niet iedereen in de sector zit op die lijn. 

“De vraag circuleert al jaren, maar de patiënt heeft ook de vrijheid om een arts te kiezen die hij of zij wil”, zegt Staes. VLOZO wil eerder een apotheker mee het medicatiebeleid laten controleren, iets waar Zorgnet-Icuro eveneens voor pleit. In het woonzorgdecreet van 2019 werden deze “coördinerende adviserende apothekers” (CAA) al vermeld, maar in de praktijk kwam het systeem nog niet van de grond, onder meer door een gebrek aan financiering. 

Ook de VVSG, de koepelorganisatie van de OCMW-woonzorgcentra, is er niet voor gewonnen om de eindbeslissing aan de CRA te laten. "De individuele huisarts van iedere bewoner blijft verantwoordelijk voor de medicatie, want die heeft een vertrouwensband met de patiënt", zegt Nathalie Debast van de VVSG. "Maar we pleiten wel voor een systematisch overleg, tussen de CRA, de huisartsen, en de betrokken familie."

Vrijwillig

Uiteindelijk blijft de aanpak van hoge gebruikscijfers van medicatie voor een groot deel afhankelijk van de woonzorgcentra zelf. In de “Pano”-reportage werd getoond hoe sommige woonzorgcentra minder medicatie proberen te gebruiken door te onderzoeken wat bewoners met dementie onrustig maakt. Maar dat vraagt uiteraard tijd en personeel, en dat is er niet altijd. 

De Vlaamse overheid biedt vandaag - vrijwillig - al een zogenoemd “begeleidingstraject” aan om het gebruik van medicatie in woonzorgcentra te verlagen, maar de respons is beperkt. Van alle 826 woonzorgcentra zijn er vandaag 6 die zo’n traject hebben afgerond, in 38 woonzorgcentra werken ze eraan. Het project wordt nu verlengd tot 2028, wat betekent dat woonzorgcentra zich hiervoor opnieuw zullen kunnen inschrijven.

Meest gelezen