De politie merkte op 14 januari 2022 drie jongeren op in de Pieter De Coninckstraat in Berchem die zich verdacht gedroegen. Ze keken zenuwachtig om zich heen en wandelden dan naar een achtergelegen garagebox. De inspecteurs hoorden hen praten over het aankopen van hasj en het afwegen van 50 gram.

De politie ging over tot controle. Salim Z. had twee gsm-toestellen bij zich, 430 euro cash en in zijn rugzak werden zes zakjes cocaïne gevonden. Bleron A. was in het bezit van twee gsm-toestellen, 52 gram cocaïne, 1 gram hasj, 1 gram cannabis en 190 euro. Op Nasreddine B. werden geen drugs aangetroffen, alleen een gsm.

Snapchat

De garagebox werd duidelijk gebruikt als opslagruimte. De politie vond er 243 gram cocaïne, anderhalve gram cannabis, een gram hasj, 1.260 euro, een precisieweegschaal, gripzakjes, een geldkistje, verpakkingsmateriaal en flesjes, alsook een elektrische step en een elektrische fiets. Ze hadden alle drie een sleutel van de garagebox.

In hun gsm-toestellen werden tal van contacten, drugsgerelateerde berichten en een boekhouding gevonden. Een aantal van hun klanten kon geïdentificeerd worden. Ze verklaarden dat ze cocaïne en cannabis bestelden via Snapchat en dat de drugs meestal geleverd werden door jonge kerels op een step. De drie beklaagden bekenden dat ze zich in de garagebox gingen bevoorraden en dat ze dan met zijn drieën drugs gingen leveren. Ze handelden in opdracht van een derde, wiens naam ze niet wilden noemen.

“De coke vliegt buiten”

Uit verder onderzoek bleek dat de garagebox gehuurd werd door een minderjarige, die daarvoor de identiteit van zijn oudere broer had gebruikt. Ook de minderjarige deed drugsleveringen met de step. Uitlezing van zijn gsm bracht nog meer beklaagden in beeld. Zo bleek hij via Snapchat te worden aangestuurd door Bilal A. Die had hem in een conversatie gevraagd of hij kon “serveren”, want het was druk en de coke “vloog buiten”. Ook Salim Z. had dat bericht ontvangen. De rechtbank meende dan ook dat Bilal A. een sturende rol in de drugshandel had.

De rechtbank vond het bewezen dat de beklaagden zich georganiseerd hadden om cannabis en cocaïne te verhandelen. Dat bleek onder meer uit de verklaringen van klanten, de boekhouding met de (bij-)namen van meerdere beklaagden, de gezamenlijke opslag in de garagebox en de uitlezing van de gsm-toestellen waaruit hun band bleek.

Werkstraf

Salim Z. kreeg met dertig maanden cel de zwaarste straf opgelegd. De rechtbank tilde er namelijk zwaar aan dat hij drie maanden voor zijn arrestatie al veroordeeld was tot achttien maanden voor drugshandel, maar dat hij gewoon verder was blijven doen. Bilal A. werd veroordeeld tot 24 maanden cel. De meeste anderen kregen een werkstraf.

De speurders berekenden de opbrengst voor de beklaagden op 313.350 euro. Volgens de rechtbank is dat gelet op het grootschalige karakter van de handel nog een zeer minimalistische berekening. Het te verbeurdverklaren vermogensvoordeel werd in billijkheid herleid naar 125.000 euro in totaal.