JH

Aantal dak- en thuisloze mensen hoger dan verwacht: "Structureel tekort aan betaalbare en kwaliteitsvolle woningen"

"Er is een structureel tekort aan betaalbare en kwaliteitsvolle woningen", dat zegt onderzoeker Koen Hermans (KU Leuven) na een telling van het aantal dak- en thuislozen. Die zijn met meer dan voor de telling van de KU Leuven verwacht werd. Naast de stereotiepe dakloze op straat, leven veel mensen in een minder zichtbare vorm van dakloosheid, zoals op de zetel van familie of vrienden.

We denken vaak aan een alleenstaande man die op straat slaapt en verslaafd is aan alcohol of andere drugs, wanneer we het hebben over daklozen. Toch zijn zij slechts het topje van de ijsberg. Het leeuwendeel van de dak- en thuislozen bevindt zich onder de waterlijn. Die verborgen problematiek brengen onderzoekers van de KU Leuven en UCL nu in kaart.

In 2022 werden 7.912 dak- en thuisloze mensen geteld in verschillende regio's in België. Het onderzoek wordt gefinancieerd door de Koning Boudewijnstichting, maar deze keer stak ook Vlaanderen geld toe en daardoor kon een groter gebied onderzocht worden. In Vlaanderen zes zones: Boom-Mechelen-Lier, Arrondissement Brugge, Midwest, Middenkust, (zorg)regio Kempen en Waasland.

Opvallend is dat ruwweg een derde op straat verblijft, in noodopvang of in opvanghuizen. Daarnaast is er een grote groep die noodgedwongen verblijft bij vrienden of familie. De cijfers tonen voor het eerst de omvang van die "verborgen dakloosheid".

"Zij leven misschien niet in de ongure situatie waarin ze op straat moeten slapen", zegt onderzoeker Koen Hermans (KU Leuven), "maar ook die mensen hebben geen enkele zekerheid of ze de volgende dag nog een dak boven hun hoofd zullen hebben". 

Welke situaties vallen onder dak- of thuisloosheid?

  1. Op straat en in de publieke ruimte leven
  2. Laagdrempelige en kortdurende noodopvang, zoals winter- of nachtopvang
  3. Opvangcentra of tijdelijke huisvesting via transitwoningen van het OCMW
  4. Instellingsverlaters: mensen die langer dan nodig in een zorginstelling of gevangenis verblijven door gebrek aan woonoplossing
  5. Niet-conventionele ruimtes: wonen in een tent, caravan, hut, garage, tuinhuis, kraakpand of auto door gebrek aan huisvesting
  6. Bij familie of vrienden door gebrek aan huisvesting

Vrouwen en kinderen

Dak- of thuisloze vrouwen en kinderen zijn minder zichtbaar, maar daarom niet minder aanwezig. Ongeveer 35 à 40 procent van de getelde personen zijn vrouw, en vaak alleenstaande moeder. "We zien minder vrouwen onder de buitenslapers of in de nachtopvang", licht Hermans toe. "Zij komen meer in de reguliere opvang terecht of trekken in bij familie of vrienden. Vaak bouwen ze ook seksuele relaties op met mensen om een dak boven hun hoofd te hebben."

35 à 40 procent van de dak- of thuisloze mensen is vrouw, 25 à 35 procent is minderjarig

Vrouwen hebben bovendien ook regelmatig kinderen bij zich. "We tellen zo'n 25 à 35 procent minderjarigen die dak- of thuisloos zijn", vertelt Hermans. De helft verblijft met hun ouder(s) in een opvangcentrum of transitwoning, en 25 à 30 procent bij familie of vrienden. "Uit het onderzoek blijkt ook dat zij vaak leven onder een constante stress om uit huis gezet te worden. Bovendien kunnen ze geen duurzame relaties opbouwen op school of in een sport of hobby."

Woningnood

"De stereotiepe dakloze man op straat die alcohol- of drugsverslaafd is, is een minderheid", licht Koen Hermans toe. "Om die mensen een dak boven het hoofd te geven, is veel begeleiding nodig om te zorgen dat ze niet terug op straat belanden. Niet simpel dus, maar dat is 'slechts' een kwart van alle dak- of thuislozen."

Hoe je het ook draait of keert, er is een structureel tekort aan betaalbare en kwaliteitsvolle woningen

Koen Hermans, professor sociaal beleid (KU Leuven)

"Het grootste deel van de dak- of thuislozen heeft gewoon nood aan een woning. Hoe je het ook draait of keert, er is een structureel tekort aan betaalbare en kwaliteitsvolle woningen", benadrukt Hermans. "Alleenstaande moeders, maar ook grote gezinnen met 3 à 4 kinderen vinden geen stabiele huisvesting, en zij hebben geen intensieve begeleiding nodig." 

Een vaak vergeten groep van de thuis- en daklozen zijn bovendien de zogenaamde instellingsverlaters. "Zo'n 10 à 15 procent verblijft langer dan nodig in een instelling omdat ze geen structurele woonoplossing hebben", vertelt Hermans. "Je mag niet onderschatten welk stigma zij meedragen. Een verhuurder zal niet snel zijn woning verhuren aan iemand die uit een psychiatrische instelling, de gevangenis of jeugdhulp komt."

"De druk en concurrentie op de huurmarkt, en vooral bij de goedkopere woningen, is erg groot. Niet alleen op de private markt, maar ook op de sociale woningmarkt is er enorm veel competitie. Momenteel staan er 180.000 mensen op de wachtlijst voor een sociale woning, en dat aantal is nog een onderschatting."

Meest gelezen