VN-rapport: sterke daling van het aantal doden door klimaatrampen, maar economische schade neemt toe

In een recent bijgewerkt rapport van de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) worden bijna 12.000 extreme weers- en klimaatgebeurtenissen genoemd, die wereldwijd in de afgelopen vijftig jaar meer dan 2 miljoen levens eisten en een economische schade van 3,9 miljoen euro veroorzaakten. De WMO voorspelt dat de aarde binnen vijf jaar een cruciale drempelwaarde van een opwarming van 1,5 graden Celsius zal bereiken, zoals beoogd in het klimaatakkoord van Parijs.

Op het vierjaarlijkse congres van de lidstaten heeft de WMO erop aangedrongen om tegen 2027 de waarschuwingssystemen voor extreme weersomstandigheden te verbeteren. Hoewel het aantal slachtoffers is afgenomen als gevolg van verbeterde waarschuwingen en rampenbeheer, wordt er echter voorspeld dat de trend van toenemende economische schade zal aanhouden.

“De economische verliezen zijn enorm toegenomen. Maar door verbeterde vroegtijdige waarschuwingen en gecoördineerd rampenbeheer is het aantal menselijke slachtoffers de afgelopen halve eeuw gedaald”, aldus de WMO in een verklaring.

De Verenigde Staten leden de meeste economische schade tussen 1970 en 2021, terwijl ontwikkelingslanden het grootste aantal doden telden. Europa zag bijna 1.800 rampen die leidden tot 166.492 doden en meer dan 500 miljard euro aan economische verliezen.

Tropische cyclonen vormen wereldwijd de voornaamste oorzaak van zowel menselijke als economische verliezen. De secretaris-generaal van de WMO, Petteri Taalas, zei dat de cycloon Mocha, die deze maand over Myanmar en Bangladesh raasde, illustreert hoe de “meest kwetsbare gemeenschappen helaas de dupe worden van weer-, klimaat- en watergerelateerde gevaren.”

“In het verleden hebben zowel Myanmar als Bangladesh tienduizenden en zelfs honderdduizenden mensen het leven gelaten”, zei hij verder, verwijzend naar eerdere rampen. “Dankzij vroegtijdige waarschuwingen en rampenbeheer zijn deze catastrofale sterftecijfers nu gelukkig verleden tijd.”