In een resolutie van Robrecht Bothuyne (CD&V), Andries Gryffroy (CD&V) en Willem-Frederik Schiltz (Open VLD) dringt het parlement aan op initiatieven van de Vlaamse regering, bijvoorbeeld via het Vlaams Energiebedrijf (VEB).

Heel wat steden en gemeenten doen inspanningen om hun gebouwpatrimonium energiezuiniger te maken en de productie van eigen energie te verhogen. Netbeheerder Fluvius ondersteunt en begeleidt die lokale besturen ook al jaren bij die uitdaging. Die zogenaamde ESCO (Energy Service Company)-activiteiten van Fluvius waren in 2022 goed voor een totale investeringswaarde van 15,5 miljoen euro. Over de periode 2011-2022 ging het om 276,5 miljoen euro.

Vrees voor vertraging

Maar er dreigt een einde te komen aan die ondersteuning. De Vlaamse regering wordt door de omzetting van een Europese richtlijn verplicht te voorzien in de uitfasering van de energiediensten die de netbeheerder Fluvius aanbiedt. Concreet betekent dit dat steden en gemeenten nog tot eind 2024 een beroep kunnen doen op de diensten van Fluvius voor nieuwe projecten. Voor bestaande projecten legt de Vlaamse regering de einddatum in 2027. 

De Vlaamse meerderheidspartijen zijn bezorgd dat zonder extra flankerende maatregelen veel energie- en klimaatprojecten bij de lokale besturen vertraging zullen oplopen, want zowat de helft van de Vlaamse steden en gemeenten doet een beroep op deze diensten. In een resolutie vraagt het parlement nu aan de regering om de continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening aan de lokale besturen te blijven waarborgen, met name dan door het inschakelen van het Vlaams Energiebedrijf (VEB).