Direct naar artikelinhoud
AchtergrondBorstvoeding

‘De combinatie met werk is vaak moeilijk’: Agentschap Opgroeien pleit voor ‘kolfgolf’ om borstvoeding te stimuleren

Leerkracht Lien Rönne: 'Als leerlingen ernaar vragen, leg ik hen uit waarom die borstvoeding zo belangrijk voor me is. Het is intussen erg genormaliseerd in de klas.'Beeld Tine Schoemaker

Op de werkvloer zien vrouwen de zin om borstvoeding te geven – en daarmee hun productie – vaak opdrogen. Het agentschap Opgroeien pleit voor een ‘kolfgolf’. Hoe valt die te realiseren?

en

De wettelijk voorziene borstvoedingspauzes opnemen bleek geen probleem, vertelt Barbara*, maar de voorzieningen? Ze kreeg van haar werkgever een lokaal toegewezen zonder verwarming, zonder koelkast, zonder enige mogelijkheid om de ruimte af te sluiten. “Uit veiligheidsoverwegingen, klonk het bij HR. Op de derde dag liep er al iemand ongevraagd binnen terwijl ik aan het kolven was”, vertelt ze.

In haar bedrijf – met 400 werknemers, onder wie veel vrouwen – was ze de eerste in jaren die ernaar vroeg. “Het bedrijf had geen enkele info voor mij”, stelt Barbara vast. Sowieso was het een administratieve rompslomp om telkens attesten op te vragen, en het afbouwen op negen maanden na de bevalling – dan vervalt het recht op de pauzes – leverde haar een pijnlijke borstontsteking op. Een collega stopte al veel eerder. “Het was voor haar te koud, en ze mocht geen brandertje in de ruimte plaatsen.”

Nieuwe cijfers van het agentschap Opgroeien schetsen een dubbel beeld van de evolutie van borstvoeding in Vlaanderen. Bijna elk jaar stijgt het aantal vrouwen dat start met borstvoeding lichtjes, in 2022 kreeg 82 procent van de pasgeborenen tijdens de eerste 24 uur borstvoeding. Maar na drie maanden (52 procent) en zes maanden (35 procent) had al een serieuze afvalrace plaatsgevonden.

In het kader van de Internationale Week van de Borstvoeding roept het agentschap op tot een ‘kolfgolf’, die vrouwen moet helpen langer vol te houden. Al te vaak wringt het schoentje in de combinatie met werk: kersverse moeders zien hun productie opdrogen omdat kolven tijdens de uren onhaalbaar of simpelweg te belastend blijkt.

“Lang niet elk bedrijf is blij met kolvende vrouwen”, zegt Christine Schneider van organisatie La Leche League. Strikt gezien moeten werkgevers een geschikte ruimte aanbieden. Lees: goed geventileerd en verwarmd, met een comfy stoel en een koelkast. In realiteit zijn veel vrouwen echter aangewezen op het toilet. “Soms ontbreekt kennis over de wetgeving, soms ook over het belang: ‘Waarom zo veel gedoe, er is toch een alternatief?’”

Iets simpel als een goede stoel kan nochtans belangrijk zijn. “Veel kersverse moeders hebben last van de rug door het vele sussen en voeden”, zegt Sophie Van de Vyver, preventieadviseur bij IDEWE. Waar die stoel staat, is wellicht nog belangrijker. “Kolven is visueel erg zichtbaar. Je doet zoiets liever niet in een landschapskantoor achter een glazen wand.”

Straks gaat ze zelf voor de tweede keer kolven op de job, en ze weet uit ervaring: op een handdoekje op de achterbank van de auto is niet alleen erg onhandig, het is niet erg fijn. “Ik heb al heel wat vriendinnen zien afbouwen omdat de combinatie met werk niet lukte.”

Voor de klas

Omdat borstvoeding wetenschappelijk gezien de “gouden standaard” is, zo stelt neonatoloog An Eerdekens (UZ Leuven), is het belangrijk dat die keuze – dat blijft het – ondersteund wordt. De WHO raadt tot zes maanden exclusieve borstvoeding aan, en tot twee jaar in combinatie met vaste voeding. “Meer en meer onderzoek toont dat er voordelen zijn voor zowel moeder als kind”, zegt Eerdekens. Bij kinderen is dat bijvoorbeeld een lager risico op obesitas en infecties.

Wat mogen we van werkgevers dan verwachten? “Dat ze, net zoals de werknemer zelf, actief mee nadenken over een oplossing”, zegt Lode Godderis, CEO van IDEWE. Hij wijst erop dat die goodwill natuurlijk start vanuit een context. “In een garage waar maar één bureauruimte aanwezig is, kun je niet zomaar ruimte bij creëren. Sowieso hang je vast aan de aard van de job: niet iedereen kan die onderbreken voor een kolfpauze.”

Het onderwijs is zo’n lastige context. Lien Rönne (31) geeft les in het buitengewoon onderwijs, maar door een reeks open vacatures is er geen marge om tijdens kolfmomenten haar klas over te dragen. “En een lokaal zou ik sowieso al niet kunnen opeisen, want er zijn niet eens genoeg lokalen voor de leerlingen. Dus is er afgesproken dat ik tijdens mijn middagtoezicht in de klas mag kolven.”

Ze gebruikt daarbij een zogenaamde handsfree kolf, die je in de bh kunt plaatsen. Het geluid blijft, “maar als leerlingen er naar vragen, leg ik hen uit waarom die borstvoeding zo belangrijk voor me is. Het is intussen erg genormaliseerd in de klas.”

Bij collega’s is het soms een ander verhaal. “Vaak is er in het begin begrip voor de keuze, maar keert dat na een paar maanden. Dan is het welletjes geweest”, zegt Van de Vyver. Deels kan een werkgever de angel eruit halen – een aparte koelkast voorkomt dat moedermelk en middagmaal naast elkaar staan. Deels gaat het natuurlijk gewoon om normalisatie.

“Een ‘kotteke’ en een gezellige stoel voorzien, eigenlijk is dat echt niet zo veel moeite”, zegt Ellen Vekemans (30). Aanvankelijk was ze nerveus over het gesprek met haar nieuwe baas, maar dat bleek onterecht. “Hij vond het vanzelfsprekend, voorzag een lokaaltje en maakte zelfs een met de hand geschreven ‘niet storen’-bordje. Ook bij mijn collega’s voel ik veel bereidheid om bijvoorbeeld een vergadering rond die momenten te plannen.”

Het simpele gevolg, zo stelt Vekemans, is dat ze zich goed in haar vel voelt op het werk én gemotiveerd is. “Het is geven en nemen in een werkrelatie. Als je dan een harde strijd moet voeren bij je werkgever om een kwartiertje te kunnen kolven, zal je misschien ook zeggen: ik blijf geen minuut langer op het werk dan nodig.”