In meer sectoren mogelijk en voor een hoger loon: alles wat je moet weten over de nieuwe flexi-jobs

Vanaf volgend jaar kan je als flexi-jobber in 12 extra sectoren aan de slag en het loon zal een beetje hoger liggen, zo heeft de regering beslist. Er komt wel een limiet op het aantal dagen dat je kan werken en de kosten voor de werkgever stijgen.

Vandaag zijn in ons land 125.000 flexi-jobbers aan de slag. Voornamelijk de horeca doet een beroep op het systeem sinds de regering het enkele jaren geleden invoerde. De helft van al wie flexi-jobt doet dat in een café, restaurant of hotel. 

Het systeem laat mensen toe om onbelast en flexibel bij te verdienen, bijvoorbeeld een paar uurtjes in het weekend. Dat is zowel voor de werknemer als de werkgever vaak een voordeel. Iedereen die minstens 4/5e werkt of met pensioen is, mag bijverdienen via een flexi-job. 

"Het is zo succesvol omdat het zo eenvoudig is. We gaan het nu ook inzetten in de sectoren waar een enorme krapte aan personeel is", kondigde minister Vincent Van Quickenborne (Open VLD) gisteren aan. 

Waar kan je aan de slag?

De regering hervormt het systeem grondig. In de eerste plaats door flexwerk toe te laten in 12 extra sectoren. Opvallende nieuwkomers zijn onder meer het onderwijs en de kinderopvang.

De Vlaamse regering drong er bij haar federale collega’s erg op aan om flexwerk ook mogelijk te maken voor die sectoren omdat ze kampen met een groot tekort aan werkkrachten. Om als flexi-jobber aan de slag te gaan in het onderwijs en de kinderopvang zal je wel over de nodige opleidingen of diploma’s moeten beschikken. 

Je mag vanaf 1 januari ook in onder meer de eventsector, de voedingsindustrie of bij een boer als flexi-jobber gaan werken. Alle sectoren moeten zelf nog beslissen of ze flexwerk zullen toelaten, de regering laat hen de optie om het statuut te weigeren als ze denken dat het nadelig is voor hen. 

Zal je meer verdienen?

Het vastgelegde minimumloon voor een flexi-jobber is vandaag 11,81 euro per uur. Dat verandert en zal per sector geregeld worden en dus verschillen. Voor flexwerk zal het barema gelden dat ook voor gewone werknemers in de sector geldt.

In een bakkerij bijvoorbeeld ligt dat afhankelijk van je functie tussen de 15,50 en 20,94 euro. In de horeca, waar de helft van alle flexi-jobbers aan de slag is, zal deze nieuwe regel niet van toepassing zijn en blijft het minimumloon van 11,81 euro behouden.

Concreet zal je uurloon als flexi-jobber waarschijnlijk een beetje stijgen, hoewel je ook vandaag meestal meer verdient dan het minimumloon. Op je flexi-loon betaal je geen persoonlijke sociale bijdragen en geen belastingen. Maar vanaf volgend jaar niet meer onbeperkt. 

Niet meer onbeperkt

Vanaf volgend jaar komt er een limiet op hoeveel je onbelast kan bijverdienen. Wie 4/5e werkt en jaarlijks meer dan 12.000 euro verdient met flexi-jobben zal boven dat bedrag belastingen moeten betalen. Je zal dan dus veel minder loon overhouden.

Volgens een berekening van de regering verdient de gemiddelde flexi-jobber nu 13,6 euro per uur en komt het plafond dus overeen met 880 uur onbelast bijverdienen. Flexwerk mag minimaal 3 uur en maximaal 9 uur op één dag. De regering wil werk maken van een onlineplatform waar je kan zien hoeveel uren je al gewerkt hebt als flexi-jobber.

Voor gepensioneerden komt er geen plafond, zij kunnen onbelast bijverdienen zonder limiet. Voor vroeggepensioneerden komt er wel een plafond, dat zal liggen op 7.190 euro onbelast bijverdienen per jaar.

Duurder voor werkgevers

De kosten voor flexwerk zullen stijgen voor werkgevers. In de eerste plaats gaan de lonen voor flexi-jobbers omhoog omdat het barema van de sector zal gelden en niet langer het minimum flex-loon. Daarbovenop stijgt de zogenoemde patronale bijdrage die de werkgevers aan de sociale zekerheid moeten betalen op het loon van een flexi-jobber van 25 naar 28 procent.

Een flexi-jobber zal per uur daardoor in het algemeen duurder zijn voor een werkgever dan een gewone werknemer. Het voordeel blijft wel dat een flexwerker veel korter en onregelmatiger in te zetten is. 

Minder achterpoortjes

De regering wil ook enkele achterpoortjes sluiten. Zo zal het niet meer mogelijk zijn om bij 4/5e aan de slag te gaan bij een onderneming en daarnaast als flexi-jobber aan de slag te gaan bij een onderneming die eraan verbonden is. Bijvoorbeeld, een cafébaas met verschillende zaken zal personeel niet in de ene zaak aan 4/5e kunnen inschrijven, om hen dan als flexi-jobber in de andere zaken te laten werken.

Voor personen die overschakelen van een voltijdse naar een 4/5e tewerkstelling, zal voortaan een wachtperiode gelden. Zij zullen pas vanaf een half jaar later een flexi-job mogen uitoefenen.

De nieuwe regels gaan in vanaf 1 januari 2024.

Meest gelezen