Reporters

Kindertijd of pensioenleeftijd: wanneer ben je het gelukkigst?

Op welke leeftijd ben je écht het gelukkigst? Tot voor kort heerste onduidelijkheid, maar de wetenschap heeft nu een antwoord klaar. Een Duitse overzichtsstudie wijst uit dat we gemiddeld gezien het gelukkigst zijn tijdens ons negende levensjaar. “We mogen dit als een vrij definitief antwoord beschouwen”, zegt cognitief psycholoog Tom Beckers (KU Leuven).

“Er bestond weinig eensgezindheid over hoe onze tevredenheid over het leven evolueert in de loop van ons leven”, zegt Tom Beckers in “Nieuwe Feiten” op Radio 1. Er waren heel wat theorieën, maar nu is er eindelijk een wetenschappelijk onderzoek dat een definitief antwoord biedt. Aan de hand van data van 443 verschillende studies stelden Duitse wetenschappers een gelukscurve op voor de hele menselijke levensloop, van 9 tot 94 jaar.

Twee pieken

Volgens het onderzoek zijn we gemiddeld gezien het gelukkigst op ons negende. “Je wordt nooit meer zo zorgeloos en tevreden als je op je negende was”, zegt Beckers. Een vroege piek dus, die nooit meer wordt geëvenaard.

Al is er ook een lichtpuntje. Op je zeventigste is er sprake van een tweede gelukspiek. “Vanaf je zestigste gaat je levenstevredenheid langzaamaan terug omhoog, en ietsje later begint ook de mate waarin je negatieve gevoelens ervaart stelselmatig omlaag te gaan.” Maar die piek verschilt van die in je kindertijd. “De mate waarin je positieve gevoelens ervaart, gaat gewoon stelselmatig omlaag over je hele leven.”

Bittersweet sixteen?

Naast die twee pieken zijn er ook twee dalen. De eerste vindt plaats rond je zestiende. Geen grote verrassing, vindt Beckers. “Dat is de woeligste periode in je leven. Dan word je voor het eerst zelf volledig verantwoordelijk om richting te geven aan je leven.”

Die verantwoordelijkheden komen in verschillende vormen. “Je moet je eigen sociale netwerk uitbouwen, je moet je losmaken van je ouders, er zijn ook een heleboel lichamelijke veranderingen… dat maakt het voor veel mensen een uitdagende periode.” Gelukkig wordt het opnieuw een pak stabieler naarmate je ouder wordt.

Bergaf na je zeventigste

Al is er ook een tweede dal volgens het onderzoek, na je zeventigste. Dat is opnieuw geen verrassing. “Ook een latere leeftijd is een moeilijkere periode. Dan beginnen mensen te vereenzamen, gaat hun eigen gezondheid achteruit en gaan mensen rond hen dood, zoals partners, familieleden of vrienden.”

Volgens Beckers zijn er aantal belangrijke conclusies uit het onderzoek te trekken. “Dat adolescentie een moeilijke periode is, wisten we natuurlijk al. De laatste jaren kwam in het beleid al meer aandacht voor de mentale gezondheid van jongeren.” Maar voor de moeilijke periode op hogere leeftijd, is nog niet genoeg maatschappelijke belangstelling. “Dat begint te veranderen, maar er is zeker nog marge voor verbetering."

Los van leeftijd zijn sommige mensen van nature eerder gelukkig en tevreden, anderen ontevreden en ongelukkig.

“Dat is natuurlijk allemaal gemiddeld gesproken”, benadrukt Beckers. De gelukkigste periode is niet voor iedereen hetzelfde en er zijn ook grote individuele verschillen.

“Los van leeftijd zijn sommige mensen van nature eerder gelukkig en tevreden, anderen ontevreden en ongelukkig.” Toch staat één ding buiten kijf: “De echte euforie van de kindertijd, die ben je voorgoed kwijt.”

Meest gelezen