Uit het hart

Opruimen voor je doodgaat, waarom zou je (niet)?

© Johan Dockx

Het idee dat je nabestaanden na hun dood hun dierbaarste bezit en grootste rommel moeten sorteren maakt sommige mensen zo ongemakkelijk dat ze zelf al opruimen. In Zweden hebben ze er, hoe kan het ook anders, een woord voor: döstädning, in het Engelsdeath cleaning. Zegt het u iets?

Lieve Van de Velde

Het zijn soms kleine stukjes in de krant die op deze vloer tot grote discussies leiden. Zo was er vorige week de column van Maj Vandergeten, waarover ik het hier al eens eerder had.

Even recappen: samen met haar man verhuist ze van een groot huis naar een serviceflat. Er kan dus maar een fractie van hun spullen mee. Ze hoopte om kringwinkels, buren en kinderen gelukkig te maken met haar inboedel, maar ving bot.

Het maakte heel wat los aan de spreekwoordelijke koffieautomaat. Over wat er overblijft wanneer we er zelf niet meer zijn, en wat we onze nabestaanden daarmee aandoen. Hoe zij uren, dagen, weken, maanden door onze verzamelde spullen moeten om er datgene uit te filteren wat nog een tweede leven verdient. Omdat het nog bruikbaar of draagbaar is. Of omdat het een emotionele herinnering is aan wat we betekend hebben. Of omdat het hen helpt om ons vergane leven te kaderen of beter te begrijpen wie we waren.

Oh. Dat laatste bleek ineens ook een andere heikele kwestie: want wat zegt die hele inboedel over onszelf, en over wie we waren bij leven en welzijn? En wat willen we dat onze bezittingen vertellen over ons? Wat willen we dat er gelezen wordt in onze inboedel? We zagen scenario’s voor ons waarbij nabestaanden door onze kasten en laden gaan en niet kunnen verbloemen wat ze denken.

We dachten aan plakkerige badkamerlades vol rommel. Aan kleerkasten met bergen textiel waarin we niet (meer) in het daglicht willen gezien worden. Aan notaboekjes met levensimpressies, aan de zeven spuitbussen om schoenen waterbestendig te maken die ook wij ons bij elke schoenenaankoop steeds opnieuw lieten aansmeren. Aan alles wat we een leven lang allemaal naar ons hok sleuren. Spullen die op het moment van binnen sleuren broodnodig bleken of leken, die tijdens hun leven bewaard werden ‘omdat ze nog van pas kunnen komen’ en die na onze dood vertellen wie of wat voor iemand we waren. Het was alsof we plots beseften dat we, net als in zo van die archetypische dromen, in onze blote kont door onze oude school liepen. Gezien werden in wat we niet willen tonen.

Dat ze nu anders naar haar spullen keek, bekende een collega: iets vastnemen en zich afvragen: ‘Wat zegt dat over mij? En is dat wat ik wil dat er over mij geweten is?’ Het is iets om bij stil te staan. Het heeft iets van verregaande controledwang. Zelfmarketing in tijden waarin zelfmarketing overal is en daardoor misschien sterker dan onszelf.

Marie Kondo, maar dan anders

Toen ik online naar zielsgenoten zocht, kwam ik in Zweden terecht. En zoals wel vaker hebben ze daar wel een woord of concept dat hierop van toepassing is. Entering het woord döstädning. betekent dood, städningopruimen of poetsen. Grote doodschoonmaak, zoiets dus. Zoals wel vaker klinkt het beter in het Engels: Swedish death cleaning. Het begrip komt uit het brein van de Zweedse schrijfster Margareta Magnusson, die er in 2017 al een boek over schreef.

Swedish death cleaning komt eigenlijk neer op het cureren en opruimen van je spullen, zodat je nabestaanden dat niet hoeven te doen. Je kunt het zowel letterlijk als metaforisch bekijken. Letterlijk: aan de opruim beginnen wanneer je vermoedt dat je niet lang meer te leven hebt. Metaforisch: de idee van een nakende maar ook onvermijdelijke dood aangrijpen als leidraad voor je opruimwerken: wat wil ik nog bij leven en welzijn bewaren? Opruimen alsof het de laatste dag van je leven is dus. Een beetje Marie Kondo, maar dan anders.

Het deed denken aan wat een collega vertelde: hoe haar grootmoeder de cadeaus die ze de laatste tien jaar van haar leven kreeg, ongebruikt in een kast bewaarde. Als cadeaus voor wie achterbleef, maar vooral als een manier om niet nog meer spullen in huis te brengen die dan weer uitgesorteerd moesten worden na haar dood.

Niet zo gek, die Zweden

Het is fascinerend: de gedachte dat je je nabestaanden een lastig proces bespaart door al meteen zelf met de grove borstel door je spullen te gaan. Magnussen bekijkt het niet alleen door de bril van efficiëntie. Voor haar is het een manier om herinneringen een plaats te geven. Maar ook om de realiteit van je eigen dood te aanvaarden en je ermee te verzoenen.

Uus Knops, die als psychiater en therapeut veel met rouw bezig is, ziet er wel iets in: ‘Het kan zinvol zijn om bewust door het materiële deel van je leven te gaan, bijvoorbeeld je scoutsspullen door je handen te laten glijden, de stof van zo’n scoutsdas vast te pakken, eraan te ruiken, misschien komen er vervlogen geurherinneringen boven aan een kampvuur of zo? Dingen die je misschien helemaal vergeten was en die je jeugd en je leven toch mee hebben bepaald.’

Maar of je het per se moet doen om je nabestaanden te ontlasten, daarop heeft Knops geen eensluidend antwoord: ‘Het hangt ervan af wat en hoeveel je op te ruimen hebt natuurlijk. De nalatenschap van een dierbare door je handen laten gaan is ook altijd een emotioneel moment, net omdat je leest en voelt wat de eigenaar ongefilterd heeft nagelaten. Ik zag dat ook bij mijn moeder, na de dood van mijn broer. Door zijn lades uit te rommelen kwam ze tot het besef dat hij een heel mooi leven had gehad. Maar er zijn ook verhalen van mensen die zo dingen ontdekken die het beeld net complexer maken. Over een buitenechtelijke relatie bijvoorbeeld.’

‘Door alles vooraf al op te ruimen en te sorteren kun je denken dat je je nabestaanden heel wat ellende bespaart, maar dan vergeet je ook, net als wanneer je je uitvaart al helemaal vooraf regisseert, dat dit ook rituelen zijn die deel uitmaken van het afscheid nemen, die de nabestaanden dichter bij elkaar brengen. Ze hebben daadwerkelijk iets aan dat samenzitten, aan samen herinneringen ophalen, stilstaan bij de ziel van de overledene. Zo’n inboedel sorteren kan diepgang, meer kleur geven aan de dode.’

De dingen waarover we babbelen op een terras, bij een koffie of een glas wijn. Het leven en wat ons bezighoudt. In de blog Uit het hart willen we er een plaats aan geven.