De 74-jarige Olivier wordt aangeklaagd in twee dossiers. Ze wordt ervan beschuldigd medeplichtig te zijn aan de ontvoering en opsluiting, gevolgd door de dood, van de negenjarige Estelle Mouzin in 2003. In het tweede onderzoek staat ze terecht voor medeplichtigheid aan ontvoering, opsluiting en moord, gepaard met de verkrachting van Joanna Parrish (20) en Marie-Angèle Domèce (18).

Toen dinsdag foto’s getoond werden van Parrish liet Olivier haar emoties de vrije loop. “Door mij is ze weg, het is onvergeeflijk”, klonk het. Zo bleek onder meer dat Olivier aanwezig was toen Fourniret het meisje ontvoerde, verkrachtte en doodde. 

Toen Olivier de vraag kreeg wat tijdens die momenten in haar omging, zei ze dat ze niet anders kon dan gehoorzamen. In de ‘jacht’ op slachtoffers die Michel Fourniret lanceerde, “was ik de hond, ik was nooit iets anders dan de hond die moest gehoorzamen”, aldus Olivier. “Laf, ik deed niets. Ik hoorde haar een beetje gillen, maar ik greep niet in. Het was angst, paniek, ik was niet in staat om iets te doen”, verdedigde de beschuldigde zichzelf.

Olivier kreeg ook vragen over Marie-Angèle Domèce, van wie het lichaam tot op vandaag niet gevonden is. Maar ze herhaalde “dat ze niet weet waar het lichaam is en dat ze het zich niet herinnert”.