Direct naar artikelinhoud
NieuwsNoorwegen

Noorwegen staat als eerste land ter wereld diepzeemijnbouw toe. Dat heeft grote internationale consequenties

Activisten van Greenpeace proberen een schip te belemmeren data te vergaren ten behoeve van diepzeemijnbouw.Beeld Martin Katz / Greenpeace

Het Noorse parlement heeft besloten diepzeemijnbouw toe te staan. Hoe het zeeleven beschermd moet worden, is nog een groot vraagteken.

Voor het Noorse parlement was het dinsdagmiddag gewoon agendapunt 6: een voorstel van de minderheidsregering om te beginnen met grondstoffenwinning in de eigen exclusieve economische zone en op het Noorse continentaal plat. “Ja,” zei 80 procent van de parlementariërs, “laten we dat toestaan.”

Naar eigen zeggen is Noorwegen daarmee het eerste land ter wereld. Het enorme gebied waar het om gaat, ligt tussen het vasteland en de Noorse eilanden Spitsbergen en Jan Mayen in de Noordelijke IJszee.

Naar schatting zit er 38 miljoen ton koper in de bodem. Net als 4 miljoen ton kobalt, 185 miljoen ton mangaan en tienduizenden tonnen zeldzame aardmetalen, zoals neodymium en gallium. Grondstoffen die zeer bruikbaar zijn voor de energietransitie, bijvoorbeeld om er batterijen en magneten voor elektrische auto’s van te maken.

Onherstelbare beschadiging van het ecosysteem

Voor het parlement protesteerden tegenstanders tegen het voorstel. Ontginning van de zeebodem zou het ecosysteem onherstelbaar beschadigen en diepzeemijnbouw in internationale zeebodem legitimeren.

De activisten staan niet alleen in die zorg. Zij voelen zich gesterkt door 24 landen die tegen diepzeemijnbouw zijn, de Europese Commissie, ruim 500.000 mensen die een onlinepetitie ondertekenden, achthonderd wetenschappers en 119 politici uit EU-landen. Zelfs de Noorse milieudienst vindt het plan van de eigen regering ondeugdelijk.

Verplicht milieueffectrapport

Staatssecretaris Astrid Bergmal van het Noorse ministerie van Petroleum en Energie zegt tegen de Nederlandse krant Trouw ontginning van de zeebodem alleen toe te staan als mijnbouwers kunnen aantonen dat ze “zorgvuldig en duurzaam” te werk gaan. Het voorstel verplicht bedrijven die de grondstoffen willen winnen om een milieueffectrapport op te stellen en om aan te geven op welke manier ze de schade beperken.

Hoe die eisen er precies uit gaan zien, is nog niet bekend. De Noorse overheid moet die regels later opstellen.

In het aangewezen gebied bevinden de grondstoffen zich in zogenoemde sulfidepijpen en mangaankorsten. De eerste zijn een soort ‘schoorstenen’ die ontstaan als warm water uit ondergrondse bronnen in de zee stroomt. De tweede ontstaan als mangaanrijk mineraal vanuit het zeewater neerslaat op een rotsige zeebodem. De mangaanlaag is soms tientallen centimeters dik.

Rond nog actieve sulfidepijpen komt veel leven voor. De organismen halen hun energie uit de chemische reacties van stoffen die vanuit de schoorstenen opwellen. Om dit leven te beschermen, verbiedt Noorwegen nog actieve sulfidepijpen af te breken.

Hoe de ‘winst’ te verdelen

Dankzij het voorstel mogen in Noorwegen geregistreerde bedrijven nu een vergunning gaan aanvragen. Mogelijke geïnteresseerden zijn Loke Marine Minerals, RenOcean en Adepth Minerals. Bedrijven uit andere landen zijn vooralsnog uitgesloten.

Noorwegen wil graag vooroplopen op het gebied van diepzeemijnbouw. Wereldwijd ontwikkelen landen en bedrijven technieken om de zeebodem te ontginnen. Daarnaast kunnen de bodemschatten een goede vervanger worden van de inkomsten uit olie en gas, nu nog goed voor 30 procent van de economie en 60 procent van de export.

kwetsbare gebieden

Spitsbergen

Groenland

voorgenomen

diepzeemijnbouw

Jan Mayen

IJsland

Zweden

grens

continentaal plat

Noorwegen

exclusieve

economische

zone Noorwegen

500 km

BRON Mongabay

kwetsbare gebieden

Spitsbergen

Groenland

voorgenomen

diepzeemijnbouw

Jan Mayen

IJsland

grens

continentaal

plat

Zweden

exclusieve

economische

zone Noorwegen

Noorwegen

500 km

BRON Mongabay

Binnen de Internationale Zeebodemautoriteit (ISA) onderhandelen landen al heel lang over de vraag of diepzeemijnbouw mag worden toegestaan, welke milieuregels dan gelden en hoe de ‘winst’ verdeeld moet worden.

Bodemschatten uit de internationale zeebodem moeten ook ten goede komen aan landen die niet het kapitaal of de technologische kennis hebben om zelf aan diepzeemijnbouw te doen. Daarom moet Noorwegen een deel (7 procent) van de opbrengst van het continentaal plat afstaan aan de internationale gemeenschap.

Internationale discussie

Tegenstanders van diepzeemijnbouw vrezen dat de eenzijdige actie van Noorwegen de onderhandelingen bij de ISA onder druk zet. Want als Noorwegen het gewoon doet, willen andere landen vast ook snel beginnen.

Omgekeerd kan die internationale discussie de plannen van Noorwegen nog beïnvloeden, zegt Erik Molenaar van het Nederlands Instituut voor het Recht van de Zee. “Als landen beslissen dat het niet mag, zal het voor landen zoals Noorwegen ook moeilijker worden om dezelfde activiteit op het eigen continentaal plat wel toe te staan.”