Jeroen Swinnen, het brein achter "Ik vraag het aan" en "Liefde voor muziek": "Vroeger vond ik covers verschrikkelijk"

Vanavond ontvangt Niels Destadsbader vijf muzikale gasten in "Ik vraag het aan". Ze brengen allemaal een cover. Ook bij VTM zullen covers dit voorjaar centraal staan, in "Liefde voor muziek". Het brein achter de twee programma's  is componist en muzikant Jeroen Swinnen. En dan te bedenken dat hij covers vroeger “horror” vond.

Vanavond kan je kijken naar de tweede aflevering van “Ik vraag het aan”. In deze nieuwe muziekshow vraagt Niels Destadsbader aan vijf bekende Vlamingen aan welk liedje ze een bijzondere herinnering hebben. Vervolgens krijgen ze een cover cadeau. 

Vorige week zorgde dat al voor tranen en trillende lippen, en ook vanavond is dat opnieuw het geval.

Binnenkort start ook een nieuw seizoen van “Liefde voor muziek” op VTM, die andere covershow waar muzikanten met elkaars hits aan de slag gaan. Het tiende seizoen al. De cover weet ons duidelijk te beroeren, en dat hebben we grotendeels te danken aan componist en muzikant Jeroen Swinnen. Al waren covers vroeger niks voor hem.

“Had je me dit verteld toen ik 25 jaar was, dan zou ik huilend of lachend zijn weggelopen”, zegt Swinnen in “De wereld van Sofie” op Radio 1. “Ik vond covers vroeger verschrikkelijk, ik vond het echt horror.”

“Ik had ooit een job als covermuzikant. En na 3 concerten dacht ik al: dit ga ik echt niet blijven doen.”

Vanwaar de ommezwaai?

Ondertussen is er bij Swinnen wel liefde voor de cover. “Door “Liefde voor muziek” te maken heb ik het wel enorm leren appreciëren. Anders zou ik het ook niet blijven doen.”

“In “Liefde voor muziek” raad ik aan: probeer de song zo te bewerken dat je hem ook in je eigen set kan spelen, dan is het resultaat het beste gelukt. Maar daarvoor moet je dus een analyse maken van de originele song, en dat proberen om te zetten naar de artiest die de song gaat brengen. Dat is echt een leuke puzzel om te maken.”

De succesformule

Swinnen heeft de succesformule duidelijk beet. “Gewoon een song spelen en uitvoeren, dat vind ik verschrikkelijk, dat leidt nergens toe. Maar een song vastnemen, en je eigen maken: dat is een goede cover. De song blijft dan overeind zoals die bedoeld is, en de artiest voegt er een nieuwe laag aan toe.”   

“Veel begint ook al bij de selectie. Niet altijd is de eerste song die zich presenteert de juiste song. Je kan bijvoorbeeld wel geraakt zijn door een tekst, maar als die te vocaal te hoog of te laag gegrepen is, werkt het niet.”

Het succes van de covers en de programma’s in het algemeen, zit ook in het doorbreken van hokjes, vindt Swinnen. “Bij “Liefde voor muziek” komen mensen uit verschillende muzikale niches samen. Ze leren elkaar kennen, en komen erachter dat ze exact hetzelfde doen, maar met een andere muzikale stijl. Dat is fijn om te zien als kijker.”

“Bij “Ik vraag het aan” vind ik het dan weer heel sterk dat het draait om een herinnering. Muziek is een sterke drager voor een gevoel. Iedereen herkent ook het idee wat een song voor je kan betekenen.”

De mooiste cover

Ondertussen heeft Swinnen dus aan heel veel covers meegewerkt, tegen zijn verwachtingen in. Welke cover vond hij nu het meest bijzonder? “Dat is een heel moeilijke vraag. Dat is alsof je me zou vragen welk kindje ik het leukste vind.”

“Maar als ik dan toch een nummer moet noemen: in het tweede seizoen van “Liefde voor muziek” kwam Johannes Genard met het voorstel om iets te doen met “Honeybee” van Belle Perez. Voor mij was dat een nieuw level van wat je kan doen met covers.”

Meest gelezen