Mediaminister Dalle blijft achter VRT-CEO staan na heisa rond docu-De Pauw, maar "dit heeft drempel voor slachtoffers zeker niet verlaagd"

Gisteren moest CEO Frederik Delaplace toegeven dat het een "grote inschattingsfout" was om de uitzending van 'Het proces dat niemand wou', de documentaire over de zaak-De Pauw, uit te stellen.

Er kwam veel kritiek op die beslissing, onder andere in een open brief van medewerkers uit de cultuur- en mediasector. Niet lang daarna maakte Delaplace bekend dat de reeks dan toch uitgezonden zal worden.

"Ik denk dat deze hele passage de drempel zeker niet heeft verlaagd voor slachtoffers om klacht in te dienen of te spreken", zegt minister Dalle in De Ochtend op Radio 1. "Dit is een thema dat bespreekbaar moet zijn."

Daarnaast had de heisa rond het schrappen van de documentairereeks volgens hem gevolgen voor de VRT. "Dit heeft wel wat wonden geslagen voor de VRT, zowel erbinnen als erbuiten, en die moeten nu geheeld worden."

Toch kan CEO Delaplace volgens Dalle zeker aanblijven. "Hij heeft mij verzekerd dat hij goede bedoelingen had en ik ben daar ook van overtuigd", zegt Dalle. "Hij en zijn team hebben met de beste bedoelingen geprobeerd om verzoening tot stand te brengen."

"Alleen is daar onvoldoende geluisterd naar de betrokken vrouwen", gaat hij verder. "Het is niet zo dat er voor de beslissing om de reeks uit te stellen geen contact met hen is geweest, maar er komt terecht kritiek op dat dat niet met iedereen is gebeurd en dat dat contact pas laat in het proces kwam."

"Het is nu heel centraal gesteld dat de belangen van de slachtoffers centraal moeten staan. Daarom zijn er gisteren ook verontschuldigingen gekomen."

Dalle noemt die excuses een heel belangrijk signaal van Delaplace en vindt het jammer dat de verdiensten van de CEO niet meer in de verf gezet worden. "Hij heeft erkend dat het tegenovergestelde van zijn bedoeling teweeg is gebracht. Dat is een sterkte als CEO."

Leo Neels, professor-emeritus mediarecht, is in De Ochtend harder voor Delaplace. Hij zegt dat de beslissing om de reeks uit te stellen aangaf dat de CEO "de rol van de vrouwen in de zaak niet goed inschat."

"Hij leidt natuurlijk de best gesubsidieerde culturele instelling van Vlaanderen", zegt Neels. "Dat is een opvallende functie en dan ben je vatbaar voor kritiek."

"Als CEO moet je bevoegd, maar ook maatschappelijk gevoelig zijn voor het belang van grotere thema’s. Een aangekondigde serie van deze status en over dit thema, dat vandaag prominent leeft, uitstellen, is dan bijzonder ongelukkig."

Minister Dalle benadrukt dat hij zelf niet bevoegd is voor de programmatie en het zendschema van de openbare omroep. "Dat komt niet aan de politiek toe, maar is de eindverantwoordelijkheid van de CEO. Daar is het mediadecreet heel duidelijk in."

Volgens Dalle heeft Delaplace dus de mogelijkheid om in te grijpen in de programmering. "Het is wel duidelijk dat de CEO hierover met verschillende mensen gesproken heeft", voegt hij daaraan toe.

"Het thema ligt mij wel zeer nauw aan het hart, dus ik vond wel dat het mijn taak was om hierop te reageren", zegt de minister. "Daarom heb ik vanaf het begin gezegd dat ik bezorgd was over de rol van de slachtoffers."