Drie keer per jaar neemt de beoordelingscommissie Vlaamse Streekproducten de erkenningsaanvragen voor traditionele Vlaamse streekproducten onder de loep. “Belangrijk bij de beoordeling is dat de ingediende producten aan elk van de vijf voorwaarden voldoen die de commissie omschrijft”, legt Liliane Driesen van VLAM uit. “Een product dat lokaal geproduceerd wordt, op een hoeve of door een bakker, is niet voldoende. Het product moet ook echt een jarenlange traditie kennen en als streekeigen product bekend staan in de regio.”

De tweede ronde van 2017 leverde zes erkenningen op. Zo wordt de Adriaan Brouwertaart uit Oudenaarde erkend als streekproduct. Die taart is een klassieke frangipanetaart met een frisse toets door de toevoeging van wat ananas. Het tweede label gaat naar de bakkemoezevlaai uit Bocholt. De bakkemoezevlaai klinkt menig Limburger bekend in de oren. Deze donkere, open vlaai was en is volgens de beoordelingscommissie gemeengoed op zondag.

Ook de Gentse vlaai wordt erkend. Vlaaien zijn pure traditie en het Oost-Vlaams kermisgebak bij uitstek. Het zijn vaak familiale recepten gebaseerd op de streektraditie. Het vierde label gaat naar de geuteling uit de Vlaamse Ardennen. De geutelingen bakken doet men in Brakel in februari rond de naamdag van de heilige Appolonia. Er vindt dan traditioneel een bedevaart plaats.

Ook de mattentaart uit Geraardsbergen ontvangt een erkenning. De mattentaart is volgens de beoordelingscommissie zowat het meest befaamde streekproduct van Vlaanderen. Het taartje heeft een eeuwenlange geschiedenis, vertegenwoordigde België op ettelijke feestelijkheden en werd zelfs vereeuwigd op een postzegel.

Het zesde label gaat naar de Oostendse oesters. De Oostendse Spuikom is de enige plaats in Vlaanderen goedgekeurd voor oesterteelt. De familie Puystjens zet er oesterbroed uit in kleine mandjes, circa 90 procent holle oesters en 10 procent platte oesters of Ostendaise.