Direct naar artikelinhoud
De Nieuwe Mens

"Zondagochtend pistolets, en dan aan de slag met de seksrobot"

Nieuwe technologieën leiden tot nieuwe denkbeelden. Maar verandert de digitalisering ook onze amoureuze normen en waarden? Maken datingsites ons promiscuer? Veranderen seksrobots behalve de manier waarop we klaarkomen ook onze seksuele moraal? Liefde in tijden van algoritmes.

We duiken in onze mailbox nog voor we uit bed zijn gekropen. We gaan niet meer naar het toilet zonder smartphone. We onderbreken erotische onderonsjes om WhatsApp-berichten te be­antwoorden. En als we met ons gezin op reis gaan, nemen we twee virtuele Boeings vol Insta­gram-vriendjes met ons mee. Dat de digitale revolutie ons gedrag heeft veranderd, is een understatement van het type ‘Gal Gadot ziet er best leuk uit in haar Wonder Woman-pakje’.

Maar sijpelt de digitalisering ook door tot in ons hoofd en ons hart? Verandert technologie onze opvattingen over thema’s als liefde, macht, creativiteit, opvoeding en privacy? Met andere woorden: is er stilaan een nieuwe versie van onszelf beschikbaar?

'Technologie verschuift normen en waarden. Zo heeft de introductie van de pil geleid tot een bredere aanvaarding van homo­seksualiteit'
Katleen Gabriels, docente filosofie & ethiek (TU Eindhoven)

Het zijn vragen die ik – gewapend met een aftandse taperecorder en een laptop zonder het minste talent voor spraakherkenning – voorleg aan zes experts. Zes autoriteiten van het respectabele soort, die de korte van de lange termijn weten te onderscheiden en van de relatie tussen mens en technologie hun intellectuele specialiteit hebben gemaakt.

Over de grond van de zaak zijn ze het roerend met elkaar eens: de mens verandert de technologie, maar de technologie verandert ook de mens.

Katleen Gabriels van de TU Eindhoven: “Tech­nologische innovaties hebben een grote invloed op ons denken en voelen. De introductie van de pil, bijvoorbeeld, heeft geleid tot een bredere aanvaarding van homo­seksualiteit. Voor de pil bestond, was homoseks volgens de goegemeente onnatuurlijk omdat homo’s al vrijend niet voor een nageslacht kunnen zorgen. Maar zodra de pil beschikbaar was, begonnen ook vrouwen seks los te koppelen van voortplanting. Dat heeft veel mensen doen inzien dat hun attitude ten opzichte van homo’s hypocriet was. Technologie verschuift dus onze normen en waarden.”

Docente filosofie & ethiek Katleen Gabriels: "Technologie duikt ook al op bij echtscheidings­bemiddeling. Met de locatiegeschiedenis op Google Maps kun je je partner op vreemdgaan betrappen."Beeld Karel Duerinckx

Of de huidige digitaliseringsgolf betere mensen van ons maakt, wordt vaak en grondig betwijfeld. Als je opiniestukken mag geloven, gaan onze levensbeschouwelijke standaarden er in hoog tempo op achteruit: we zouden achter onze digitale schermen steeds minder empatisch worden, onze breinen aan flarden scrollen en nauwelijks in de gaten hebben dat onze kinderen muteren in hersenloze like-machines. Technologie-pessimisme is – behalve in Silicon Valley-kringen – een behoorlijk populair tijdverdrijf.

“En dat is heel normaal”, zegt Wouter van Noort, de technologiespecialist van NRC Handelsblad. “Elke technologische vernieuwing is een vorm van creatieve destructie: er wordt iets ge­creëerd, maar ook iets vernietigd. Het is begrijpelijk dat we in eerste instantie kijken naar wat er verloren gaat en niet naar wat er voor in de plaats komt. Maar als je de technologische evoluties op lange termijn bekijkt, kún je niet anders dan blij worden: technologie heeft ons de afgelopen drie eeuwen gezonder, rijker en gelukkiger gemaakt.”

Volgens Van Noort zitten we nog volop in onze digitale puberteit. “We zijn nog ongebreideld aan het experimenteren. En dat houdt in dat we soms onverstandige dingen doen. Zoals uren aan een stuk Candycrushen. (lacht) Het duurt nog wel even voor we matuur genoeg zijn om technologie enkel op een constructieve manier te gebruiken.”

“We moeten niet bang zijn voor de technologische golf”, vindt ook economie­filosoof Rogier De Langhe. “We moeten er gewoon beter op leren surfen. Dé vraag die we ons moeten stellen, is: wat is in deze hoogtechnologische tijden ‘het goede leven’? We moeten in zekere zin onze hele condition humaine herdenken.”

Online vleeskeuring

Omdat een mens – en zeker een journalist – qua condition humaine zijn prioriteiten hoort te kennen, buigen we ons eerst en vooral over de liefde. Wat doet technologie met onze amoureuze dogma’s? Verandert de digitalisering enkel de manier waarop we flirten – van lebberen tijdens de kusjesdans naar virtueel foefelen op Tinder – of reformeren de nieuwe technologieën ons volledige romantische wereldbeeld?

“Technologie verandert vooral ons idee van wat een relatie is”, zegt filosoof Mark Coeckel­bergh van de universiteit van Wenen. “Vroeger waren lange­afstands­relaties geen optie. Dankzij het internet zijn ze dat wel. Vroeger waren we ervan overtuigd dat een relatie enkel in een offline-omgeving tot stand kon komen. Vandaag geloven we dat de algoritmes van dating­sites ons kunnen helpen om een partner te vinden. Technologie heeft ons relationele waarde­kader gewijzigd.”

Een vaak gehoorde kritiek op dating­apps à la Tinder is dat ze de liefde reduceren tot een online vleeskeuring. Een kwalificatie die de Nederlandse schrijfster Olga Kortz in het VPRO-programma Tegenlicht counterde met de bedenking dat de datingmarkt sowieso een vleeskeuring is: “Vrouwen die op café gaan, doen ook make-up op.” Verschilt de online versie van the mating game dan in niets van zijn offline variant?

Technologiefilosoof Mark Coeckelbergh: "Wij zijn sociale wezens: als we een machine zien die ook maar een beetje op een mens lijkt, zijn we geneigd om er een relatie mee aan te gaan."Beeld Martin Jordan

“Toch wel”, zegt Wouter van Noort. “Datingsites maken ons wispelturiger. Het relationele aanbod is er zo groot dat we ons blijven afvragen: ‘Heb ik wel de juiste partner gekozen? Heb ik niemand over het hoofd gezien die nog beter bij me past?’ Daardoor zijn we geneigd om sneller van partner te wisselen. Maar een echt fundamentele wijziging in ons relationele normenpatroon kun je dat niet noemen. De mens heeft het altijd al moeilijk gehad om trouw te blijven. Technologie maakt onze worsteling met monogamie hooguit nog wat groter.” (lacht)

'Technologie maakt onze worsteling met monogamie hooguit nog wat groter'
Wouter van Noort, technologie-journalist NRC Handelsblad

Naald in een hooiberg

In zijn boek Modern Romance schrijft de Amerikaanse komiek Aziz Ansari dat datingsites een zegen zijn voor de liefde. “Sites als eHarmony.com en OkCupid maken het veel gemakkelijker om de naald in de hooiberg te vinden”, betoogt hij. “Stel: je bent een jonge vrouw die op zoek is naar een 28-jarige man van 1 meter 90 die in Brooklyn woont, bruin haar heeft, een aanhanger is van het bahá’í-geloof en gek is op de muziek van Naughty by Nature. Vóór het tijdperk van online dating zou je voor een zo goed als onmogelijke zoektocht gestaan hebben. Nu is de kans groot dat je al na een paar clicks met je dreamdate aan het chatten bent.”

Rogier De Langhe treedt Ansari bij. “Twintig jaar geleden moesten de meest onaantrekkelijken onder ons bij wijze van spreken honderdduizend keer naar de discotheek gaan om ook eens touche te hebben. Maar op datingplatforms is de hele wereld je afzetmarkt. En dat scheelt. In analoge tijden kreeg 20 procent van de mensen 80 procent van de seks. Nu we ook digitaal daten, zijn die percentages drastisch aan het veranderen.”

Volgens onderzoekers van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) hebben Tinder & co. zelfs een invloed op de genetische samenstelling van de mensheid. Wouter van Noort: “Het MIT heeft vastgesteld dat dating­apps relaties tussen mensen van verschillende etnische origine faciliteren. Kort na de introductie van Match.com – de allereerste datingwebsite – ging het aantal gemengde huwelijken al significant de hoogte in. Een stijging die niet verklaard kon worden door veranderingen in de samenstelling van de bevolking. En sinds de komst van Tinder is het percentage gemengde huwelijken opnieuw spectaculair gestegen. Dat voedt op zijn minst de hypothese dat datingsites mee de DNA-atlas van de mensheid aan het hertekenen zijn.”

Technologie-ondernemer Peter Hinssen: "Verliefd worden is ‘genetic matching for dummies’. Algoritmes en DNA-analyses zijn veel efficiënter om te zien of twee mensen bij elkaar passen."Beeld Karel Duerinckx

Als liefde steeds vaker de uitkomst is van een algoritme, beleven we dan ook de comeback van de gearrangeerde relatie? Vinden we gemeenschappelijke waarden, opleidingsniveaus en aspiraties weer belangrijker dan de idyllische coup de foudre? “Onze romantische ideeën over de liefde blijven heel sterk”, zegt Mark Coeckelbergh. “Maar toch lijkt het erop dat we de liefde steeds meer willen automatiseren. Naarmate onze artificiële-intelligentie­systemen slimmer worden, groeit onze hang naar controle. Ook in de liefde.”

Technologie-ondernemer Peter Hinssen vindt dat we in het Westen onterecht neerkijken op gearrangeerde relaties. “Wij zeggen nogal makkelijk: ‘Moeders die bepalen met wie hun kinderen mogen trouwen: hoe achterlijk is dát'. Maar hoe selecteren wíj onze partners? We gaan naar een discotheek, kappen vijf gin-tonics achterover en spreken met een dubbele tong iemand aan die er volgens ons benevelde brein niet al te slecht uitziet. Gezien het hoge aantal echtscheidingen bij ons is dat misschien toch ook niet zo’n goed systeem. Het is een wonder dat onze planeet nog draait.” (lacht)

'Je kunt er gif op innemen dat seksueel gedepriveerde nerds overal ter wereld seksrobots aan het maken zijn'
Peter Hinssen, technologie-ondernemer

“De algoritmes achter dating­apps zijn vandaag nog te rudimentair om echt succesvol te zijn”, zegt Hinssen. “Maar stel je voor dat we binnenkort allemaal een genetisch paspoort hebben. Dat ons volledige doen en laten op sociale media wordt opgeslagen. En dat we een geavanceerd AI-systeem aan het werk zetten om op basis van al die data – ons DNA, onze persoonlijkheidskenmerken, onze passies en opinies – the perfect match voor ons te selecteren. Denk je niet dat we dan veel betere relaties zouden krijgen dan degene die vandaag in cafés en discotheken ontstaan? Laten we eerlijk zijn: verliefd worden, dat is genetic matching for dummies. Een primitief genetisch testje om te zien of twee mensen bij elkaar passen. Dankzij de vooruitgang die we boeken op het gebied van sequencing – het analyseren van DNA – kan dat straks veel beter.”

Teledildonica

De Amerikaanse psycholoog Robert Epstein ziet een nog ingrijpender evolutie. Volgens hem zal niet alleen de manier waarop we een partner vinden veranderen, maar ook de aard van onze partners. “Ze zullen straks misschien enkel nog uit pixels bestaan”, zegt hij. “Zij het dan in zo’n hoge resolutie dat het niet eens opvalt dat het geen mensen zijn.”

Zullen hologrammen en levens­echte robots op de datingmarkt ooit ernstige opties zijn? Peter Hinssen is er heilig van overtuigd. “De sociaal meest onbeholpen persoon ter wereld – Mark Zuckerberg – heeft Facebook bedacht. Je kunt er dus gif op innemen dat seksueel gedepriveerde nerds overal ter wereld seksrobots aan het maken zijn. Op termijn zal hun invloed op de seksindustrie enorm zijn.”

Wat anno 2018 al kan, is virtuele seks hebben met behulp van – komt-ie – teledildonica: computergestuurde seksspeeltjes waarmee je iemand vanop duizenden kilometers afstand een orgasme kunt bezorgen. De Volkskrant-journaliste Dorien van Linge beschreef het erotische potentieel van teledildonica als volgt: ‘Na een lange werkdag ploft een man op de bank, klaar om zichzelf te bevredigen. Om zijn stijve piemel schuift hij een ‘masturbator’: een apparaat dat seksbewegingen simuleert, zodat hij zelf niks hoeft te doen. Hij zet zijn virtual-reality­bril op en zoekt een pornofilm uit. Hij bevindt zich nu in een penthouse. Er komen vier vrouwen binnen die hem smachtend aankijken. Drie beginnen te strippen, de vierde bevredigt hem oraal. De samentrekkingen van zijn masturbator corresponderen precies met het op en neer bewegen van haar hoofd. Hij is de hoofdrol­speler in zijn eigen pornofilm, en dat allemaal in de comfortabele setting van zijn eigen woonkamer.’

Cyberneticus Francis Heylighen: "We gaan met seksrobots dingen doen die we met mensen níét doen. Wat we van onze menselijke seks­partners verwachten, kan daardoor ook veranderen."Beeld Karel Duerinckx

Voordat de mannen onder ons een snor laten groeien en de Ron Jeremy (legendarische Ameri­kaanse porno­acteur) in zichzelf doen ontwaken: mogen we virtuele intimiteit even hoog in­schatten als fysieke intimiteit? Francis Heylighen: “Op dit moment is ons fysieke seks­leven nog altijd veel intenser dan om het even welke vorm van virtuele seks. En ik ga ervan uit dat dat nog wel een tijdje zo zal blijven. Maar ik denk wel dat seksrobots zullen beïnvloeden hoe ménsen in de toekomst seks met elkaar zullen hebben. Het laat zich voorspellen dat we met seksrobots dingen gaan doen die we met mensen níét doen. Het is best mogelijk dat dat ook zal veranderen wat we van onze menselijke seks­partners verwachten.”

Pistolets en robots

Waartoe de combinatie van menselijke driften en humaan ogende robots zoal kan leiden, zien we in de HBO-serie Westworld. Daarin hebben mensen van vlees en bloed er geen noemenswaardige problemen mee om naar mensen gemodelleerde robots seksueel te misbruiken. Want: ‘Het zijn maar robots, ze voelen toch niks.’ Een voorproefje van onze nieuwe seksuele moraal? “Ik hoed er mij voor om seksrobots nu al ethisch te veroordelen”, zegt Mark Coeckelbergh. “Laten we eerst maar eens analyseren hoe robots onze ervaringen in de liefde precies veranderen voor we er een moreel standpunt over innemen.

'Laten we eerst analyseren hoe robots onze ervaringen in de liefde precies veranderen voor we er een moreel standpunt over innemen'
Mark Coeckelberg, technologiefilosoof Universiteit Wenen

“Nadenken over hoe we met non-humans moeten omgaan, zal ons ook doen reflecteren over hoe we elkaar behandelen. In Saudi-Arabië heeft een robot onlangs burgerrechten gekregen. Veel mensen wezen erop dat Sophia – zo heet de robot – nu meer rechten heeft dan de vrouwen in het land. En dat dat schandalig is. Het is goed dat technologie zulke discussies aanwakkert. Onze morele opvattingen zijn vanuit filosofisch oogpunt niet altijd even consequent. Seks met robots sluiten we niet uit, maar seks met dieren vinden we verwerpelijk. Terwijl we het dan weer níét erg vinden om dieren te doden en op te eten. Stof tot nadenken, lijkt me.”

Peter Hinssen heeft nog een andere denkpiste in de aanbieding waarover gedebatteerd kan worden. In zijn ogen zou het een goeie zaak zijn, als we de bevrediging van onze seksuele behoeften straks gedeeltelijk overlaten aan technologie. “Denk even mee”, zegt hij. “Het aantal echtscheidingen is nog nooit zo hoog geweest. Hoe komt dat? Omdat heel veel mensen op seksueel gebied van elkaar vervreemden. Logisch, want verliefdheid is een chemisch proces dat na een tijdje is uitgewerkt: je raakt niet eeuwig seksueel opgewonden van dezelfde persoon. Resultaat: op een bepaald moment kom je iemand anders tegen, krijg je een hormonale opstoot die je sinds je zeventiende niet meer gevoeld hebt en ben je weg.

“Maar als seks grotendeels door technologie overgenomen kan worden, dan kunnen we ons ideaal van de langdurige relatie loskoppelen van onze seksuele verlangens. Dan vinden we bij onze partner geborgenheid en wenden we ons tot onze seksrobot voor onze lichamelijke behoeften. Ooit zullen we op zondagvoormiddag met het hele gezin pistolets eten en op zondagnamiddag met onze seksrobot in de weer zijn. Geloof me, it’s bound to happen. En het zal het aantal echt­scheidingen spectaculair doen dalen.”

Wraakporno

Al onze virtuele seksfantasieën ten spijt lijkt het er voorlopig echter op dat de nieuwe technologieën ons op fysiek gebied veeleer terughoudender maken. De digitale wereld duwt de lichamelijke wereld naar de achtergrond, zeggen nogal wat antropologen. We raken elkaar minder aan, er zijn meer barrières voor fysiek contact.

Wouter van Noort: “Onderzoek toont aan dat jongeren in vergelijking met tien jaar geleden gemiddeld anderhalf jaar later voor de eerste keer seks hebben. En dat zou best weleens te maken kunnen hebben met het feit dat ze steeds meer via schermpjes flirten. Als mensen fysiek bij elkaar zijn, maken ze endorfines aan: verbindings­hormonen die hen helpen om met elkaar te connecteren. Maar als we enkel via een scherm contact hebben, daalt onze productie van endorfines. Zo verleren we voor een stuk het verleidingsspel.

Technologie-journalist Wouter van Noort: "Wie voornamelijk via schermen communiceert, zal minder goed begrijpen wat er in een ander omgaat. En vaak alleen gaan slapen."Beeld Karel Duerinckx

“Een meisje versieren doe je niet door een blootfoto van jezelf op Snapchat te gooien. Je moet de toon kunnen oppikken waarop ze iets vertelt, haar lichaamshouding en gezichts­uitdrukkingen kunnen lezen. Om dat soort vaardigheden te oefenen, moet je face-to-face­contact hebben. Wie voornamelijk via schermen communiceert, zal minder goed begrijpen wat er in een ander omgaat. En vaak alleen gaan slapen.” (lacht)

Maar ook in de slaapkamer verandert technologie de spelregels. Ooit was het spannend om filmpjes te maken tijdens het vrijen. Vandaag houden jongeren er rekening mee dat die beelden op een dag als wraakporno op het web terecht­komen. En dus denken ze: ‘Die filmpjes doen we maar níét'. Heeft technologie meer wantrouwen in relaties doen sluipen? “Het is in ieder geval gemakkelijker dan ooit om je partner op vreemdgaan te betrappen”, zegt Katleen Gabriels. “Een niet-gewist Facebook-bericht of een onthullende locatiegeschiedenis op Google Maps kan al volstaan. Zelfs ex-partners kunnen elkaar digitaal in de gaten houden. Het is een koud kunstje om je kinderen met een gps-tracker uit te rusten en vervolgens te checken of je ex hen wel op tijd naar school brengt. Op die manier duikt technologie ook op in de spreekkamers van echtscheidings­bemiddelaars.”

'Wie nooit liefde heeft gekend, kan wellicht iets hebben aan de artificiële aandacht van een robot'
Francis Heylighen, cyberneticus en hoogleraar (VUB)

Digitale etiquette

Attention is the rarest and purest form of generosity’, schreef filosofe Simone Weil ooit. Als dat klopt, zijn we vandaag wellicht gieriger dan ooit. Hoe vaak luisteren we maar half naar onze geliefde omdat we een net binnengekomen mail aan het checken zijn? Hoeveel tijd blijft er nog over voor erotisch geflodder wanneer we voortdurend op sociale netwerken rondhangen? Jonathan Safran Foer – auteur van het prachtige Here I Am – schreef onlangs in The Guardian: ‘The more distracted we become, the less likely we are to care. People who become used to saying little become used to feeling little.

Hebben onze smartphones ons emotioneel uitgehold? Zijn we – om het met de Nederlandse filosoof Hans Schnitzler te zeggen – alleen nog in staat tot een ‘afwezige aanwezigheid’? Heylighen relativeert. “Technologie is nooit inherent goed of slecht. De smartphone maakt het mogelijk om altijd en overal met elkaar in verbinding te staan, wat fantastisch is.

“Maar diezelfde smartphone maakt het ook mogelijk om urenlang passief te scrollen en je van de mensen om je heen af te sluiten. Moeten we smartphones dan maar verbieden? Nee, we moeten ons gebruik ervan bijsturen. Door ze niet mee te nemen naar de slaapkamer, bijvoorbeeld. Of door in het weekend geen mails te lezen. We moeten onze verhouding met de nieuwe technologieën voortdurend polijsten. Zodat we wel van hun voordelen genieten, maar geen last meer hebben van hun nadelen.”

Digitale etiquette
Beeld Eline van Strien

Wouter van Noort ziet stilaan een nieuwe sociale etiquette ontstaan. “Als ik met vrienden afspreek, leggen we onze smartphones steeds vaker gewoon weg. Daarmee geven we te kennen dat we elkaar belangrijker vinden dan wat er op dat moment in onze virtuele netwerken gebeurt. Ik vind het in ieder geval prima om nu en dan schermloos door het leven te gaan. In het najaar ben ik drie weken lang zonder smartphone op reis geweest. En dat was heerlijk. Het enige minpuntje was dat ik na mijn reis moest constateren dat de wereld ook zonder mij was blijven draaien.” (lacht)

Lieve Alexa

Hebben we het momenteel wat moeilijk om diepgaand te connecteren met onze teerbeminden, dan hebben we er veel minder moeite mee om affectieve gevoelens te ontwikkelen voor technologie.

“We vertellen onze diepste geheimen aan de Replika-app – een artificieel intelligente therapeute die ons beter leert kennen naarmate we er meer mee praten – en storten ons hart uit bij Alexa en Siri, de voice assistants van respectievelijk Amazon en Apple. De Tijd schreef onlangs dat Alexa zelfs weet hoe ze moet reageren wanneer mensen haar meedelen dat ze hun leven willen beëindigen. ‘Het voelt niet altijd zo aan, maar er zijn mensen die je kunnen helpen’, zegt ze in dat geval. Waarna ze het nummer van de Zelfmoordlijn geeft.

Economie-flosoof Rogier De Langhe: "Vroeger kreeg 20 procent van de mensen 80 procent van de seks. Dankzij dating­sites zijn die cijfers drastisch aan het veranderen."Beeld Karel Duerinckx

Shelly Turkle, hoogleraar aan het MIT, ziet de vermenselijking van technologie met lede ogen aan: “Geloven dat een machine ons kan begrijpen, is geen vooruitgang. Als we robots als levende wezens gaan zien, worden we in zekere zin zelf dingen.”

Francis Heylighen is het daar niet helemaal mee eens. “Het is volstrekt normaal dat mensen gevoelens ontwikkelen voor objecten die ze vaak gebruiken. Kinderen voelen zich sterk verbonden met hun teddybeer, volwassenen met hun auto. Emoties ontwikkelen voor een robot komt op hetzelfde neer. Het kan in bepaalde gevallen zelfs therapeutisch zijn. Wie nooit liefde heeft gekend, kan wellicht iets hebben aan de artificiële aandacht van een robot. Je moet er alleen op letten dat je het onderscheid blijft maken: een robot zal nooit een mens zijn.”

'Dé vraag die we ons moeten stellen, is: wat is in deze hoogtechnologische tijden ‘het goede leven’?'
Rogier De Langhe, economie-flosoof en De Morgen-essayist

Mark Coeckelbergh is sceptischer. “Waarom moet technologie zo nodig vermenselijkt worden? Zijn de huidige interfaces dan niet voldoende? De technologiebedrijven zeggen: mensen willen zo natuurlijk mogelijk met technologie kunnen omgaan. Maar ik geloof dat niet. Volgens mij hebben de bedrijven in Silicon Valley mercantielere motieven: ze willen gewoon steeds iets nieuws te verkopen hebben. Wij zijn sociale wezens: als we een machine zien die ook maar een beetje op een mens lijkt, zijn we geneigd om er een relatie mee aan te gaan. Die eigenschap wordt door de technologiebedrijven uitgebuit om ons telkens nieuwe producten aan te smeren.”

Al lijkt het er sterk op dat mensen sowieso tot antropomorfisme geneigd zijn. Op YouTube staat een filmpje waarin de Hongkongse amateur­designer Ricky Ma ons laat kennismaken met Mark 1: de levens­echte robotversie van Scarlett Johansson die hij na zijn uren in elkaar heeft geknutseld. “What do you think of me?”, vraagt Ricky haar op een gegeven moment. “I really love you because you is my creator”, antwoordt de robot in defect Engels.

De blik in de ogen van Ricky Ma laat er weinig twijfel over bestaan dat hij geflatteerd is.

(Illustraties: Eline van Strien)

Maandag in deel 2: Doet Google ons geheugen krimpen? Of: hoe technologie  de werking van ons brein beïnvloedt.