In De zevende dag zei komiek Jens Dendoncker, die met epilepsie kampt, dat mensen nog altijd geneigd zijn om iets tussen de tanden te steken bij iemand die een aanval krijgt. ‘Je kunt niet geloven wat ze al in mijn mond hebben gestoken’, zei hij.

Mensen denken dat een persoon bij een aanval zijn tong kan inslikken, maar dat is niet juist. Wel kan een persoon zich dan verslikken. Niets tussen de tanden steken, dus. Wat moet u dan wel doen? De Epilepsie Liga geeft verschillende richtlijnen:

Kalm blijven, klinkt het. De aanval gaat meestal vanzelf over.

Bij een tonisch - clonische aanval (de meest gekende, maar niet zo vaak voorkomende vorm. De persoon valt neer, verstijft eerst, waarop schokkende, ongecontroleerde bewegingen over het gehele lichaam volgen):

• Probeer te verhinderen dat de persoon zich kwetst.
• Draai de bewusteloze persoon zo mogelijk op de zij.
• Nooit een voorwerp in de mond steken om tongbeet te voorkomen.
• Nooit de persoon te drinken geven.

Bij de meeste andere aanvalsvormen is er volgens de Epilepsie Liga weinig hulp nodig. Leid de persoon zo nodig weg uit gevaarlijke situaties. Stel de persoon gerust na de aanval.

Medische tussenkomst is slechts nodig :

• Als de ene aanval de andere opvolgt zonder dat de persoon bij bewustzijn komt.
• Als de aanval langer dan 10 tot 15 minuten duurt.

De Epilepsie Liga wijst erop dat mensen met epilepsie vaak een kaart bij zich hebben van de behandelende dokter, een roze kaart of soms dragen ze een SOS-kenteken. Op de kaart of in het doosje staat vermeld wat u in geval van een aanval best doet.