Militairen niet tevreden met regeling zware beroepen

De militairen zijn “malcontent” met de pensioenregeling voor de zware beroepen die is afgesproken door de regering. “We willen net als iedereen twee jaar langer werken, maar ze lappen er direct zeven jaar bij”, klinkt het bij de socialistische vakbond. Defensie wordt minder aantrekkelijk voor nieuwe rekruten, waarschuwt de vakbond.

Minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine gaat met de sociale partners onderhandelen over de nieuwe regeling. De regering raakte het vrijdag eens over het kader. Wie een zwaar beroep uitoefent, kan vroeger met pensioen of zal een hoger pensioen krijgen. De criteria worden: fysiek zwaar werk, belastende werkorganisatie of gevaarlijk werk. Stress kan in rekening worden gebracht als verzwarend criterium. Op elke periode waarin iemand een zwaar beroep heeft uitgeoefend, worden coëfficiënten (1,05 , 1,10 of 1,15) toegepast.

De bestaande regeling voor het rijdend personeel van de spoorwegen en militairen verdwijnt. Vandaag mogen militairen met 56 op pensioen. Dat verdwijnt dus. Er komt wel een overgangsregeling van twintig jaar.

De legervakbonden voelen zich ondanks de overgangsregeling van twintig jaar “bij de neus gegrepen”, aldus Hans Le Jeune, bestendig secretaris voor de socialistische overheidsvakbond ACOD. “We willen zoals elke burger gerust langer werken. Maar net zoals iedereen willen we er twee jaar bij. Dus in plaats van pensioen op 56 naar pensioen op 58. Maar nu lappen ze er direct zeven jaar bij”, aldus Lejeune.

Met een normale loopbaan zullen militairen op 63 op pensioen kunnen, in het beste geval als ze in aanmerking komen voor de zware beroepen op zestig.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer