Tientallen hardrijders die geflitst worden met bedrijfswagen gaan vrijuit door fout van justitie

Tientallen hardrijders die met hun bedrijfs­wagen geflitst werden, worden de laatste weken vrijgesproken. Gisteren ontsprongen er nog twee de dans in de Brugse politierechtbank. De reden: een onduidelijke brief die na een snelheidsovertreding naar hun werkgever gestuurd wordt. Bij de FOD Justitie is de frank ondertussen gevallen, en nemen ze maatregelen. Dat meldt Het Nieuwsblad donderdag.

TIM LESCRAUWAET

Dagelijks worden heel wat bedrijfswagens langs onze wegen geflitst. De procedure op zich is duidelijk: wanneer een bedrijfswagen te snel voorbij een flitscontrole passeert, krijgt de zaakvoerder of de vennootschap een proces-verbaal en een brief toegestuurd met de vraag om de identiteit van de bestuurder of bestuurster op het moment van de overtreding aan het parket mee te delen. Op die manier kan het parket de juiste hardrijder beboeten of – bij een zwaardere overtreding – voor de politierechter brengen. Als de zaakvoerder of de vennootschap niet kan of wil zeggen wie met de wagen reed, moet die het zelf in de politierechtbank gaan uitleggen en riskeert hij of zij een minimumboete van 1.600 euro (zaakvoerder in persoon) of 4.000 euro (vennootschap).

Maar rond de brief die het parket na zo’n snelheidsovertreding stuurt, is de laatste tijd nogal wat ophef. Die is namelijk zo onduidelijk dat de Vlaamse politierechters de laatste weken zowat genoodzaakt zijn om heel wat zaakvoerders en vennootschappen vrij te spreken. De reden is het volgende zinnetje. “Indien u niet akkoord gaat met de overtreding(en), gelieve dan het antwoordformulier dat samen met het pv toegestuurd wordt, in te vullen en terug te zenden.” Dat de zaakvoerders eigenlijk ook verplicht zijn om te laten weten wie er precies met de wagen reed, staat er niet bij. En daarom wachten de meeste gewoon de minnelijke schikking af, zonder het antwoordformulier in te vullen.

Zo ook een Oostkampse vennootschap die gistermorgen daardoor een boete van 4.000 euro riskeerde in de politierechtbank van Brugge. Een van haar wagens werd namelijk met 132 kilometer per uur op de snelweg geflitst. Advocaat Jan Ferlin ging niet akkoord. “Die brief is verwarrend”, klonk het. Zowel het openbaar ministerie als de politierechter volgde die redenering. Het gevolg: geen zware boete, maar wel een vrijspraak.

Fout aangepast

Ondertussen eindigden al heel wat dergelijke zaken in een vrijspraak. En er zullen er ongetwijfeld nog volgen, want de vonnissen gaan ­uiteraard rond in advocatenkringen. “Als je geen duidelijke vraag stelt en geen duidelijke instructies geeft, kun je de mensen moeilijk straffen”, zegt de Brugse politierechter Peter Vandamme. “Die brief stelt dat mensen niets moeten doen als ze de overtreding niet betwisten. Dus de meesten doen niets. Dan kun je ze nadien moeilijk met de vinger gaan wijzen.” En zelfs het openbaar ministerie lijkt zich erbij neer te leggen: het vorderde gisteren zélf de vrijspraak in een gelijkaardige zaak.

Maar wie denkt nu ongestraft harder te kunnen rijden met een bedrijfswagen, is eraan voor de moeite. Sinds 28 maart zijn de brieven aangepast. “Als we zien dat de wagen op naam van een vennootschap staat, voegen we vanaf nu ook een aparte brief toe”, zegt Edward Landtsheere, woordvoerder van de FOD Justitie. “Daarin staat in duidelijke taal dat ze als onderneming verplicht is om te laten weten wie met de auto reed.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER