Direct naar artikelinhoud

Steeds meer jongeren doen aan sexting

Twaalf procent van de jongeren tussen 12 en 18 doet wel eens aan 'sexting', het sturen van seksueel getinte foto's.Beeld ANP XTRA

Twaalf procent van de jongeren tussen 12 en 18 jaar doet wel eens aan 'sexting', het sturen van seksueel getinte foto's. Dat blijkt uit het onderzoek Apestaartjaren bij ruim 2.000 jongeren van die leeftijd. Twee jaar geleden verklaarde nog 8 procent van de jongeren wel eens te sexten. "Een lichte stijging, maar op zich gaat het nog steeds om een minderheid", zeggen de onderzoekers van Vlaams Kenniscentrum Mediawijsheid, jongerenvereniging Mediaraven en IMEC.

Precies 12 procent van de bevraagde jongeren stelt in de enquête dat hij of zij in de afgelopen 2 maanden een seksueel getinte foto van zichzelf maakte en naar iemand heeft gestuurd. Dat is een lichte stijging ten opzichte van het vorig onderzoek (8 procent). Niet verwonderlijk: Hoe ouder jongeren worden, hoe groter de kans dat ze een sext versturen. "Op zich is er niks mis mee", zeggen de onderzoekers. "Het is een deel van de seksuele ontwikkeling van jongeren. Als het vertrouwen geschaad wordt, is er natuurlijk wel een probleem." 

Vooral jongeren uit de derde graad versturen seksueel getinte foto's, en het gaat dan vooral om jongeren uit het KSO (23 procent) en BSO (21 procent). De jongeren geven aan steeds meer bloot te geven als ze iemand in vertrouwen een foto toesturen. Exact 36 procent durft een volledig naakte foto te verzenden, in 2016 was dat nog 21 procent. Evenveel jongeren doen het in ondergoed en bij 28 procent is enkel het bovenlijf naakt. 

Twaalf procent van de jongeren tussen 12 en 18 doet wel eens aan 'sexting', het sturen van seksueel getinte foto's.Beeld ANP XTRA

Onherkenbaar

Van de sexters geeft 63 procent wel aan onherkenbaar op de foto's te staan die ze van zichzelf sturen. Toch werd bij een kwart van de bevraagden de privacy uiteindelijk geschonden. Jongeren blijken dus niet zo bezorgd over de verdere verspreiding van hun sext. Veertig procent vreest dat zijn of haar foto verspreid wordt op een manier die hij of zij niet gewild had. Vooral meisjes maken zich daarover zorgen. Van de sextende jongeren geeft 54 procent aan op voorhand afspraken te maken over seksueel getinte foto's. 

Iets meer dan de helft van de jongeren gebruikt toch de toepassing Snapchat om zeker te zijn dat hun foto na ontvangst wordt verwijderd. Maar die techniek geeft een vals gevoel van veiligheid, omdat het niet uitsluit dat de ontvanger een screenshot maakt, verduidelijken de onderzoekers. 

Foto's delen

Nog volgens het onderzoek delen zes op de tien jongeren op het internet geen foto's van anderen zonder daar toestemming voor te vragen. Jongeren (12-18 jaar) zijn er zich doorgaans van bewust dat het maken van een foto of video met vrienden niet automatisch betekent dat ze die ook mogen delen. Bij kinderen (6-12 jaar) ligt dat percentage duidelijk lager: daar geeft slechts 25 procent aan dat ze toestemming vragen om foto's te delen.

Veel jongeren (71 procent) zijn bovendien voorzichtig met het accepteren van vriendschapsverzoeken. Dat is opvallend, aangezien ze niet altijd zo streng zijn bij het bewaken van hun privacy. Zo maakt slechts 59 procent van de jongeren gebruik van de algemene privacyinstellingen van sociale media als Facebook. Slechts de helft van de jongeren onderneemt concrete acties en untagt foto's die in hun ogen niet geschikt zijn (55 procent). Merkwaardig is wel dat een minderheid van de Vlaamse jongeren (35 procent) het nodig acht om toestemming te geven wanneer een vriend hen tagt in een foto.

Jongeren begrijpen dus relatief vroeg hoe ze de privacy van anderen respecteren. Toch melden 54 procent van de jongeren dat ze ooit slachtoffer werden van inbreuken op hun privacy, zoals wanneer ruzies online worden uitgevochten, relaties openlijk worden verbroken of gênante foto's worden gedeeld. Exact 57 procent van de kinderen (6-12 jaar) geeft aan dat hun ouders foto's van hen delen waar zij op staan. Een op de vijf kinderen zegt het daar moeilijk mee te hebben. 

Tablets

Meer dan de helft (56 procent) van de Vlaamse kinderen tussen 9 en 12 jaar heeft een eigen tablet. Een sterke stijging in vergelijking met 2016, toen dat amper 16 procent was. Ongeveer 1 op de 5 kinderen jonger dan 8 heeft zelfs een eigen gsm of smartphone. Op de leeftijd van 12 krijgen bijna alle jongeren een eigen toestel, in de laatste graad van het secundair piekt dat cijfer op 97 procent. Opvallend is ook de stijgende populariteit van videoplatform YouTube (82 procent van de kinderen in de lagere school en 77 procent van de jongeren in de middelbare school gebruikt de streamingdienst). Facebook blijft populariteit verliezen onder de jeugd, van 90 procent van de jongeren van de middelbare school in 2014 naar 82 procent in 2018.

Drie kwart van de kinderen onder 12 jaar gebruiken de tablet om spelletjes te spelen en een even grote groep kijkt naar filmpjes. YouTube is op die leeftijd al erg populair: 82 procent van de kinderen gebruikt het, al dan niet op de eigen tablet. Exact 58 procent gebruikt zijn tablet om muziek af te spelen en 42 procent maakt er zijn huiswerk op. Daarnaast chat 37 procent van de kinderen met vrienden. Maar het gebruik van sociale media neemt wel sterk toe wanneer kinderen opgroeien: in de laatste graad van het lager onderwijs gebruikt 46 procent al WhatsApp, 44 procent Snapchat en 40 procent Instagram.