Direct naar artikelinhoud
Essay

N-VA viert Vlaamse feestdag met hagelwitte video, alsof de opname niet plaatsvond in het tijdperk van Lukaku

De politieke kloof tussen Rode Duivels en Witte Duivenmelkers
Beeld Tim Coppens

Terwijl de kleurrijke Belgen het lekkerste voetbal van het WK speelden, maakte de ploeg van Bart De Wever veruit het witste en treurigste 11 julifilmpje aller tijden. Een essay over dansende moslims, verborgen boodschappen en democratisch pluralisme.

Voetbal is lekker, jazeker. En als je in staat bent om te geloven dat de renners deze keer wél clean rijden, is ook de Ronde van Frankrijk hoogst amusant. Maar de allergrootste bron van vermaak blijft toch de Vlaamse politiek, zelfs in volle komkommertijd, zo pal tussen de Vlaamse en de Belgische feestdag in. Het lijkt soms een circus: links de clown die zichzelf voortdurend in de voet schiet en bang is voor zijn eigen schaduw, rechts de trapezewerker die zo stoer doet dat hij zichzelf in de knoop legt. Deze week viel vooral dat laatste op. Mocht er ergens een WK intellectuele acrobatie hebben plaatsgegrepen, dan zouden de Vlaams-nationalisten dat met vlag en wimpel hebben gewonnen.

Dat ging zo. In de tricolore euforie na de winst tegen Brazilië werd hier en daar een tikje smalend gedaan over de opvallende stilte van N-VA-mandatarissen, die uiteraard nooit paraat staan om een Belgische ploeg toe te juichen. Op die plaagstoten werd nogal bits gereageerd: konden we alstublieft gewoon van het voetbal genieten, zonder die politieke recuperatie? Voetbal is voetbal, en politiek is politiek.

Een vreemde reactie, want voor een nationalist is álles politiek: de geschiedenisles op school, de kleur waarin de verkeerslichten worden geschilderd, de garnalenvissers aan de Belgische kust, het feit dat die kust per se de ‘Vlaamse’ kust moet heten, het percentage Nederlandstalige liedjes op de openbare radio… Alles moet en zal in het teken staan van politiek en natievorming. Alles. Behalve voetbal: dat mag nooit politiek gerecupereerd worden. Aldus sommige Vlaams-nationalisten na de wedstrijd tegen Brazilië.

Een paar dagen later, een uurtje voor de halve finale tegen Frankrijk, schoot minister-president Geert Bourgeois het riedeltje van zijn partijgenoten eigenhandig aan flarden. In zijn toespraak aan de vooravond van de Vlaamse feestdag riep hij de Rode Duivels op om de Fransen nog eens te verslaan, zoals bij de Guldensporenslag in 1302.

Niemand zal het kindergeld of onderwijsbeleid opnieuw naar het federale niveau willen overhevelen omdat Eden Hazard zo mooi kan dribbelen

En zo lag de N-VA deze week dus met zichzelf in de knoop. Bourgeois deed aan politieke recuperatie zoals er in dit land nog maar zelden aan politieke recuperatie is gedaan. Of het moet bij de dood van koning Boudewijn zijn geweest, deze zomer precies 25 jaar geleden – door niemand minder dan Siegfried Bracke.

Een politiek feit

Even terug in de tijd. Vandaag is Siegfried Bracke Kamervoorzitter en partijgenoot van Geert Bourgeois. Een kwarteeuw geleden was hij journalist bij de VRT en clandestien columnist voor het partijblad van de sp.a – in elk geval geen Vlaams-nationalist. Toen hij in augustus 1993, na de dood van koning Boudewijn, verslag uitbracht van de massale rouwstoet aan het koninklijk paleis, noemde hij die overrompeling een ‘nieuw politiek feit’ – waarmee hij bedoelde: misschien valt het land toch niet zo snel uit elkaar als sommige politici denken of zouden willen. Sire, er zijn nog Belgen.

Bracke vergiste zich. De staatshervormingen bleven ook na de dood van Boudewijn flink aantikken – drie woorden in dat verband: Brussel-Halle-Vilvoorde. Ook de Duivels zullen geen impact hebben op de relatie tussen Vlaanderen en België. Geert Bourgeois wilde de tricolore gekte weliswaar recupereren, omdat hij zag dat de Duivels vele harten hebben veroverd, en nationalisme is een zaak van het hart, maar hij weet goed genoeg dat deze volksvreugde, die dit weekend weer kan oplaaien, communautair gesproken helemaal geen ‘nieuw politiek feit’ is, net zo min als die massa aan het koninklijk paleis in 1993 dat was. België zal geen dag langer blijven bestaan dankzij de Rode Duivels. En niemand zal het kindergeld of onderwijsbeleid opnieuw naar het federale niveau willen overhevelen omdat Eden Hazard zo mooi kan dribbelen.

Als er geen moslim te bespeuren is, beweert Jan Jambon dat hij ze heeft zien dansen. Als ze massaal staan te dansen, heeft geen enkele N-VA’er hen gezien

De spontane explosie van collectieve emotie is bovendien altijd zeer tijdelijk van aard. Gelukkig maar, anders raakten we nooit van die vlaggen en die wangenverf af. Trop is te veel, en het Belgische natiegevoel is niet erg sterk of duurzaam – daarom is die belgitude net charmant: ze is zo zwak en zo klunzig, dat ze eigenlijk ongevaarlijk is. Eind volgende week zal het weer lijken alsof er niets is gebeurd.

En tóch is er tijdens dit WK iets bijzonders gebeurd. Iets waarvan we bij het WK in 2014 al een voorproefje hadden gekregen. De Duivels hebben de simpele vanzelfsprekendheid van onze diversiteit nog eens in de verf gezet: deze ploeg is een realistische afspiegeling van de Belgische samenleving anno 2018. Dit zijn wij. En dat maakt dit WK bijzonder.

Voor alle duidelijkheid: het succes van dit kleurrijke elftal is niet het ultieme bewijs dat de multiculturele samenleving geslaagd is. Topvoetbal is louter meritocratisch, zoals dat heet: de beste spelers komen het verst, hoe ze ook heten en hoe ze er ook uitzien. Dat is in de rest van de maatschappij nog altijd niet het geval: daar kan die vreemde naam op je sollicitatiebrief, of die donkere tint op je gelaat, je carrière al nekken voor ze begint.

Duivel-met Marokkaanse-roots Nacer Chadli in actie tijdens de halve finale.Beeld Photo News

Het kostbare weefsel

Dus nee, het is niet omdat een stel miljonairs op het veld zo goed voetbalt, dat we onze visie op samenleven in diversiteit ineens moeten herzien. Wat zo bijzonder was aan dit WK viel niet op het veld waar te nemen, maar op straat, in de juichende menigte.

Er werd op sociale media duchtig over gediscussieerd, de afgelopen weken: al die dansende moslims in de straten van onze steden. Van Brussel tot Gent – overal waren Belgen met en zonder migratieachtergrond verenigd in de vreugde. Ook dat wil nog niet zeggen dat alle samenlevingsproblemen van de baan zijn, maar het is wel degelijk een doorbraak: de hechte diversiteit van de voetbalploeg verbindt ook de supporters met elkaar, dwars door alle verschillen heen. Dat was mooi en had meer aandacht verdiend.

Daarom was de stilte van N-VA-voorzitter Bart De Wever zo treurig, begin deze week. Dat hij zich qua gevelversiering beperkte tot de Vlaamse strijdvlag – in de aanloop naar 11 juli – kan niemand hem kwalijk nemen: dat is een vorm van consequentie die hem siert. Maar dat hij en de meeste van zijn partijgenoten geen woord van hoop wilden spreken over de kleurrijke verbondenheid in onze straten, dat mag men hen kwalijk nemen. Als er geen moslim te bespeuren is, beweert Jan Jambon dat hij ze heeft zien dansen. Als ze massaal staan te dansen, heeft geen enkele N-VA’er hen gezien.

Dat is pijnlijk, zeker met een voorzitter als zelfverklaard conservatief, die al tientallen columns heeft gepleegd over het Kostbare Sociale Weefsel, dat op organische wijze mensen met elkaar verbindt. Heeft De Wever ooit een betere gelegenheid gehad om die visie met de werkelijkheid te illustreren dan dit WK? Het kostbare weefsel groeide bij elke wedstrijd. Zomaar, gratis en voor niets. Zonder subsidies of inburgeringscursus. En toch ging dat aan Vlaams-nationalistische zijde haast ongemerkt voorbij.

Er valt in de N-VA-video geen kleur te bespeuren. Alsof de opnamen niet plaatsvonden in het tijdperk van Lukaku en Fellaini, maar in dat van Van Himst en Van Moer

En dan moest het ergste nog komen. Afgelopen dinsdag, aan de vooravond van 11 juli, lanceerde de N-VA naar jaarlijkse gewoonte een video om elk van ons een fijne Vlaamse feestdag te wensen. Het is te zeggen: wie het filmpje bekijkt, zal zich niet van de indruk kunnen ontdoen dat ‘elk van ons’ wellicht een beetje overdreven is. Als de Rode Duivels het sociale weefsel tussen burgers met en burgers zonder migratieachtergrond hadden doen groeien, dan maakte die N-VA-video daar ineens weer korte metten mee.

De nationale sport

U moet zelf ook maar eens kijken: de bewuste video is een montage van sfeerbeelden uit het rijke Vlaamse leven: de bakker vult rekken met brood, de boer rijdt met een tractor over de velden, renners zitten op een fiets, mensen gaan naar de markt, jongeren klinken in het café, een behulpzame vrouw duwt met de glimlach een rolstoelgebruiker, en een duivenmelker staat in zijn duivenkot. Men zou een traantje wegpinken bij zo veel warme menselijkheid, ware het niet dat één ding meteen opvalt.

Iedereen is wit. Hagelwit. Er valt in die video geen kleur te bespeuren. Alsof de opnamen niet plaatsvonden in het tijdperk van Romelu Lukaku en Marouane Fellaini, maar in dat van Paul Van Himst en Wilfried Van Moer, meer dan veertig jaar geleden. En dat is geen toeval, daar is over nagedacht – zelfs wie maar met een half oog kijkt, ziet het meteen, dus het is uitgesloten dat niemand op de communicatiedienst het heeft gemerkt. Het was trouwens nog erger dan vorig jaar, toen tussen alle witheid toch nog één zwarte Vlaming figureerde in het 11 julifilmpje van de N-VA. Dit jaar zette de partij een stap terug.

Al spreekt het voor zich dat deze analyse door de partij formeel zal worden ontkend, en dat critici er flink van langs zullen krijgen op sociale media, zoals ook Guillaume Van der Stighelen mocht ondervinden. Van der Stighelen, een man met dertig jaar topreclame op de teller, zag de verborgen boodschap in het filmpje meteen en tweette: “Als de opdracht aan het reclamebureau is: beloof de mensen veiligheid, economische welvaart en verlos hen van het gevoel een vreemdeling te zijn in eigen stad, dan krijg je dit soort film.”

De N-VA lag deze week dus niet alleen met zichzelf in de knoop omdat ze niet wil dat het voetbal politiek gerecupereerd wordt terwijl Geert Bourgeois precies dát doet; de N-VA toonde nog eens dat ze ook op een fundamenteel niveau met zichzelf in de knoop ligt.

Erbij horen doe je voor Vlaams-nationalisten niet zomaar: dat moet je willen, daar moet je een inspanning voor doen

Officieel en op papier belijdt de partij, in tegenstelling tot Vlaams Belang, het inclusieve nationalisme: de Vlaamse gemeenschap staat open voor wie er deel van wil uitmaken. Er is geen sprake van racisme of welk uitsluitingsmechanisme dan ook. Alleen laat de partij zich op cruciale momenten, zoals met dat 11 julifilmpje, toch een beetje kennen: ze mikt vooral op kiezers die heimwee hebben naar het Vlaanderen van vóór de arbeidsmigratie van de jaren 60 en 70, toen duivenmelken nog een nationale sport was.

Dat is niet verboden. Zulke kiezers bestaan en zij hebben het volste recht op politieke vertegenwoordiging. Ook met witte, nostalgische feelgoodfilmpjes is niets mis. Maar de makers mogen dan ook niet verbaasd zijn als die ondertoon zo hard opvalt dat mensen er opmerkingen over beginnen te maken.

Het tegenargument van N-VA is bekend: geen enkele andere partij doet zoveel moeite om politici met een migratieachtergrond op belangrijke en zichtbare plekken te zetten, van Nadia Sminate als burgemeester tot Zuhal Demir als staatssecretaris. In dat opzicht is de partij inclusiever dan bijvoorbeeld sp.a ooit geweest is. En dat klopt. Daarvoor verdient de N-VA absoluut hulde.

Alleen blijft er ook dan tóch nog iets knagen. Nadia Sminate en Zuhal Demir delen voor de volle 100 procent de N-VA-ideologie. Dan is het natuurlijk makkelijk om erbij te horen. Erbij horen doe je voor Vlaams-nationalisten immers niet zomaar: dat moet je willen, daar moet je een inspanning voor doen. En een van de snelste manieren om erbij te horen is simpelweg: het eens zijn met alles wat de partij zegt. Dat geldt trouwens ook voor Vlamingen zónder migratieachtergrond, als we Theo Francken mogen geloven.

Tijdens zijn 11 julitoespraak in Leuven gaf de staatssecretaris voor Asiel en Migratie ons een mooi inkijkje in zijn wereldbeeld, en we mogen aannemen dat andere N-VA-toppers dat beeld met hem delen. De N-VA, aldus Francken, kijkt niet neer op het Vlaanderen onder de kerktoren – en ik citeer: ‘Wij zijn zot op dat Vlaanderen dat ondertussen niet vergeet te genieten op een volkse manier, met zijn stoeten en processies, zijn kleurrijke voetbal-derby’s en zijn zotte carnavals die soms al eeuwen meegaan. Wij houden ook van dat nuchtere, zelfbewuste en soms rebelse Vlaanderen. Dat Vlaanderen dat zichzelf kent en zichzelf wil blijven. Dat Vlaanderen dat politiek correcte beeldenstormers kordaat wandelen stuurt. Of ze nu onschuldige kinderfeesten als zwarte piet willen afschaffen of de christelijke wortels van onze cultuur bannen uit onze stadhuizen. Of ze nu hoofddoeken willen toelaten op onze scholen of thuistalen van migranten promoten op de speelplaats. De Vlaming stapt daarin niet mee en hij heeft daarin gelijk. Trots zijn op Vlaanderen, op onze taal, ons verleden en onze cultuur, dat mág.’

De blanke, autochtone Vlaming die geen Vlaams-nationalist is? Die hoort er blijkbaar al een tikje minder bij. Wat het ergste doet vrezen voor de Vlaming met migratieachtergrond die geen Vlaams-nationalist is en ook de rest van de N-VA-ideologie niet deelt

Dit citaat, dat accuraat werd opgedolven door Knack.be-journalist Stavros Kelepouris, is lichtjes onrustwekkend. Francken zegt hier dus dat ‘politiek correcte beeldenstormers’, mensen die ‘hoofddoeken willen toelaten’ en ‘zwarte piet willen afschaffen’ er niet echt bij horen – ‘dé Vlaming’ stuurt hen immers wandelen. Dat is, kort gezegd, de regelrechte miskenning van democratisch pluralisme.

Leden van de club

In het licht van de Duivels-gekte is het goed om dat nog eens te signaleren: de metafoor die Bart De Wever het liefste gebruikt om aan te geven hoe hij naar de samenleving kijkt, is die van de voetbalclub. In de kleedkamer, aldus de N-VA-voorzitter, doen we ieder ons eigen ding; maar als we samen op het veld staan, volgen we dezelfde regels.

Klinkt goed, maar gelet op de signalen die zijn partij blijft versturen, zou hij dat toch eens nader mogen uitleggen. Met die ‘regels’ bedoelt De Wever immers niet gewoon: de grondwet en de wetten van het Belgische volk. Dat volstaat niet.

Maar wat volstaat dan wél? Wanneer hoor je er nu bij, voor een partij die witte feelgoodfilmpjes maakt ter gelegenheid van de Vlaamse feestdag en die toespraken houdt waarin politieke tegenstanders buiten de gemeenschap worden gezet?

Snel even overlopen. Dat je er als blanke, autochtone Vlaams-nationalist bij hoort, dat is duidelijk. Ook de Vlaams-nationalist met migratieachtergrond hoort er kennelijk bij. De blanke, autochtone Vlaming die geen Vlaams-nationalist is? Die hoort er blijkbaar al een tikje minder bij. Wat het ergste doet vrezen voor de Vlaming met migratieachtergrond die geen Vlaams-nationalist is en ook de rest van de N-VA-ideologie niet deelt.

Of krijg je van Geert Bourgeois bonuspunten als je voor de Rode Duivels supportert?