Heet, heter heetst: onze man bracht de dag door op de warmste plek van het land

© Mine Dalemans

Op de warmste dag van het jaar, is het de warmste plek van het land. Waar marktkramers niet buiten komen wegens te heet. Waar glas­blazers wel ferm hun smeltoven blijven bemannen en waar het in Chirotenten vlotjes boven de 40 graden gaat.

Jesse Van Regenmortel

“Lommel en omstreken”, heeft Frank Deboosere gezegd. Daar moet een mens zijn dezer dagen als hij vindt dat de rest van het land niet heet genoeg bakt. De ­autothermometer geeft de weerman geen ongelijk. In het verre westen, bij de Knokse kust, geeft die hoop en al twintig graden aan ’s ochtends. Krap twee­honderd kilometer naar het oosten zijn het er al 32,5. Noord-Limburg, bakoven van het land. Daar is de Sahara, een plek van wit zand midden in de naaldbomen, die zo heet omdat ze eruitziet als een woestijn. En vandaag voelt ze ook zo: 36 graden, nog voor de middag.

En toch, daar loopt een man te zeulen met trekrugzak en tent, zomaar voor zijn plezier. Hij heeft hier de nacht door­gebracht met zijn vriendin Pauline. Al hebben ze dat toch maar buiten hun tent gedaan, wegens te veel saunagevoel. Maar deze woestijntemperatuur deert hem niet, zegt Diam. Hij is opgegroeid in Bagdad. “Daar wordt het 55 graden. Dit komt pas in de buurt van wat normaal is voor mij.” Pauline lacht minder breed. Zij is al twee keer bijna flauw­gevallen van de warmte, zegt ze. “Liters water is het enige wat me rechthoudt.”

De jonge jeugd heeft zelfs dát niet nodig. Daar zitten ze met vijftienen, de Chirojongens en -meisjes van As-Niel. In hun tent. En daar is het 41 graden, zegt de thermometer. “We moeten wel binnen zitten, voor het spel.” Er hangt een gloeilamp op, en een fluitje. Brandt de lamp, dan gaat het om het eerst naar het fluitje. En ze gaan. Dat is toewijding. “Ach, zolang we af en toe ons hoofd in de koelcel kunnen steken, overleven we het wel.”

(lees verder onder de foto)

© Mine Dalemans

Tien liter water per dag

Deze mensen zoeken allemaal voor hun plezier de hitte. Er zijn er ook die nood­gedwongen zwetend zitten af te zien. In Overpelt is er op donderdagmiddag de wekelijkse markt. Daar moet dus bij dit weer een hij of een zij kippen staan braden. Maar op het plein is helemaal niks te zien. “De markt is afgelast, mijnheer”, zegt de groenteboer van de winkel in de straat. “Te heet, hé. Het is 38 graden, ­begot. De visboer kan zijn vis niet gekoeld houden. En wie gaat er bij dit weer ge­braden kip eten?”

Er zijn er die wel bij hun bakoven staan. In pizzeria Odiziana ontvangt patron Franco ons in bloot bovenlijf. Het zal wel zijn, de houtoven haalt 400 graden Cel­sius. Al is het Metyas die de hele dag pizza’s zal bakken. “Zoals ik al 28 jaar doe”, zegt de bakker in korte broek. “Ik draag nooit een short. Nooit. Niet gepast voor een kok. Maar nu kan ik echt niet anders. Nog nooit heb ik het hier zo warm geweten.” Volgens de thermometer: 44 graden.

En toch kan het nóg heter. Op een kelderverdieping in centrum Lommel staat ook een oven. Een die 1.140 graden haalt, om glas te smelten. De thermometer in de kelder gaat tot vijftig graden. En toch vinden drie mensen het een best idee om hier – in het glasatelier van het Glas­museum – hun dag door te brengen met glasblazen. “In de winter is het hier heerlijk warm”, zegt Jente. “Nu is het inderdaad extreem. Lommel is de warmste plek van het land, dit is de heetste plek van Lommel. Maar het lukt, als we tien ­liter water per dag drinken. En als we af en toe een luchtje gaan scheppen.” Buiten, in de koelte van 36 graden. Heerlijk.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer