Wegen en Verkeer blijft voorrang voor auto’s op fietsen verdedigen

© bart dewaele

Het Agentschap Wegen en Verkeer blijft de nieuwe regeling op oversteekplaatsen voor fietsers verdedigen. CD&V begrijpt niet dat fietsers overal hun voorrang kwijt zijn.

Tom Ysebaert

Op zowat 3.000 kruispunten worden de fietsoversteekplaatsen in Vlaanderen aangepast. Op sommige daarvan verliezen de fietsers hun voorrang op de automobilisten. Een en ander is het gevolg van een nieuwe regeling die het Agentschap voor Wegen en Verkeer (AWV) over Vlaanderen uitrolt.

Die regeling is dan weer een compromis dat een vorige, al even gecontesteerde ingreep, moest vervangen. Sinds 2014 had het agentschap beslist de markeringen op plaatsen waar fietsers een gewestweg oversteken, weg te gommen. Te veel onduidelijkheid, luidde de uitleg. Op een oversteekplaats (gemarkeerd door blokken) hadden de tweewielers geen voorrang, Op een plaats waar het fietspad de weg kruist (gemarkeerd door strepen) wel. Om de verwarring weg te nemen werd alles dan maar uitgewist. Na protest van de fietsersorganisaties kwam halfweg vorig jaar het compromis uit de bus.

Uit de heisa van gisteren en vandaag blijkt dat de nieuwe regeling niet bracht wat ze beoogde.

Maar het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) blijft de maatregel verdedigen. ‘Wij passen dit in heel Vlaanderen toe, niet alleen in Leuven. Het biedt het voordeel van de uniformiteit.’ Het verwijt dat de maatregel ingegeven is door een doorstroming van de auto’s’, wijst het AWV van de hand. ’Veiligheid was doorslaggevend. Fietsers komen sneller op een oversteekplaats aan dan voetgangers. Autobestuurders hebben minder tijd om erop te reageren.’

Regeringspartij CD&V is niet blij met de oplossing. Jan Vermeulen, burgemeester van Deinze en voorzitter van Fietsberaad Vlaanderen: ‘Ik begrijp de logica van het agentschap wel, het wil eenduidigheid in heel Vlaanderen. Maar zo werkt dat vandaag niet meer. Een oplossing voor Veurne gaat niet per se op voor Leuven of Gent. Laat een lokaal bestuur dat op maat van plaatselijke behoeften regelen. Het gros van de weggebruikers kent de situatie. De occasionele passanten zullen wel uit hun doppen kijken.’