Direct naar artikelinhoud
Opinie

Dekoloniseren én historiseren, die taal!

Marnix BeyenBeeld rv

Marnix Beyen is historicus aan de Universiteit Antwerpen.

De keuze van het AfricaMuseum om het gebruikte vocabularium te dekoloniseren is niet meer dan logisch en noodzakelijk. Taal weerspiegelt niet alleen een sociale realiteit, ze geeft die ook mee vorm. Wanneer we de taal van het verleden niet voortdurend ter discussie stellen, dreigen we de sociale hiërarchieën uit dat verleden te reproduceren. (Voor iemand zoals Maarten Boudry, die stellig in vooruitgang gelooft, zou dat een schrikbeeld moeten zijn.) Overigens is deze vaststelling ook buiten discussies over het koloniale verleden van toepassing.

Wanneer we zeggen dat in 1919 in België het algemeen enkelvoudig stemrecht werd ingevoerd, dan gaan we ervan uit dat ook vandaag de term ‘algemeen’ in politieke aangelegenheden zoveel kan betekenen als ‘voor alle mannen geldend’. Wanneer we zeggen dat we in juli naar het wereldkampioenschap voetbal hebben gekeken, dan houden we de vanzelfsprekendheid in stand dat voetbal ook vandaag louter door mannen wordt gespeeld.

Ja dus, de dekolonisatie van de taal is hard nodig – en het AfricaMuseum moet daarin een voortrekkersrol spelen. "Voor jungle gebruiken we tropisch regenwoud, voor tamtam spleettrommel. En een hut is een plek waar mensen wonen, waarom noemen we dat dan geen huis?", zei directeur Guido Gryseels in De Morgen. Dat weglachen is misplaatst. Wat niet wil zeggen dat er een glashelder recept bestaat voor correct taalgebruik. 

De dekolonisatie van de taal is hard nodig – en het AfricaMuseum moet daarin een voortrekkersrol spelen

Amazigh of Berber

Het uitgangspunt dat een terminologie moet worden gebruikt “die door de groepen zelf wordt gebruikt en als respectvol wordt beschouwd” is bijvoorbeeld al voor discussie vatbaar. Dreig je er immers niet mee die groepen homogener voor te stellen dan ze eigenlijk zijn? Ga je niet vooral de stem van bepaalde elites binnen die groepen reproduceren, terwijl velen die zich tot de groep rekenen andere termen gebruiken om zichzelf aan te duiden (misschien zelfs de gewraakte koloniale termen)?

Velen die volgens het museum als ‘Amazigh’ moeten worden aangeduid, benoemen zichzelf bijvoorbeeld nog als ‘Berber’ en gebruiken die term als een geuzennaam. Door activistisch voor hun rechten te strijden (in Marokko, maar ook in West-Europese landen) en door aandacht te schenken aan hun eigen geschiedenis kunnen zij laten zien dat de term ‘Berbers’ zijn verwantschap met ‘barbaren’ van zich heeft afgeschud. Het valt te bezien of zij de term ‘Amazigh’ per definitie als emanciperend ervaren.

Het AfricaMuseum in Tervuren opent in december weer de deuren.Beeld BELGA

Iets soortgelijks geldt voor de term ‘slaaf’. Met de keuze om deze te vervangen door ‘als koopwaar verhandelde mensen’ wil het museum ongetwijfeld benadrukken dat het slaaf-zijn geen essentie was, maar dat het om mensen ging die door de historische omstandigheden in het slavendom waren verzeild. Wordt daarmee het absoluut ingrijpende karakter van de slavernij voor de betrokkenen niet miskend? Is het niet zo dat velen als slaaf geboren werden, en dat die ervaring hun hele mens-zijn bepaalde? 

Anachronismen

Hoe noodzakelijk consequent, inclusief taalgebruik ook is, het kan tot anachronismen leiden. Als het statisch, van bovenaf wordt opgelegd, kan het emancipatie ook in de weg staan. Om die redenen valt het te hopen dat het AfricaMuseum verder gaat dan het opstellen van richtlijnen voor de teksten die het produceert. 

Ik hoop dat Tervuren bij de langverwachte heropening in december ook een museum van de taal van en over de koloniale ervaring zal worden – een museum dat consequent oog heeft voor de veranderlijkheid en diversiteit van de taal, en voor de wijzigende betekenis die woorden voor verschillende (groepen van) mensen hadden en hebben.