De laatste trekt de modem uit: eliteteam cyber­speurders loopt leeg

De kantoren van het Federal Computer Crime Unit.© Fred Guerdin/reporters

De Federal Computer Crime Unit zou 44 mensen moeten tellen. Maar nu werken er nog slechts dertien, onder wie geen enkele Franstalige.

Nikolas Vanhecke

De laatste trekt de modem uit: daar lijkt de Federal Computer Crime Unit (FCCU) van de federale politie op af te stevenen. De centrale eenheid werd in het leven geroepen om een antwoord te bieden op de toenemende online criminaliteit, maar kampt met een nijpend personeels­tekort.

Om een normale werking te verzekeren, heeft de eenheid 44 leden nodig – een aantal dat nog nooit is gehaald. In het voorjaar waren er al berichten dat de bezetting was gedaald naar 22 tot 25 personen, en nu is die nog eens bijna gehalveerd. De laatste Franstalige speurder is vertrokken, vernam De Standaard, waardoor de ploeg het tot nieuwjaar met dertien mensen moet doen. Pas dan komt er weer een Franstalige gespecialiseerde iDe kantoren van het Federal Computer Crime Unitspecteur bij. Enkele maanden geleden trok het hoofd van de eenheid aan de alarmbel in een brief aan minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA): ‘We riskeren een grotere blootstelling aan cyberaanvallen en minder veiligheid op dat vlak’, schreef hij toen onder meer.Informaticabedrog neemt toeHet is contradictorisch dat net de FCCU zo om volk verlegen zit. Terwijl volgens de politiestatistieken nagenoeg alle klassieke criminele fenomenen, zoals woninginbraken en autodiefstallen, in dalende lijn zijn, is er al jaren één grote uitzondering: ICT-criminaliteit. Die ging van 24.774 registraties in 2008 naar 45.250 vorig jaar. Meestal gaat het om informaticabedrog, zoals online oplichting. De politieorganisatie Europol wees er al op dat de wereld van de cybercriminaliteit een voorafspiegeling is van de toekomst van criminaliteit, waarbij losse groepjes criminelen elkaar vinden naargelang van de technieken die ze voor hun ‘werk’ nodig hebben. Zicht krijgen op nieuwe technieken is net een taak voor die sterk uitgedunde Federal Computer Crime Unit.Privésector betaalt beterVolgens de persdienst van de federale politie kan de eenheid indien nodig een ­beroep doen op mensen van de regionale computer crime units, die bij speurdersploegen in de provincies zijn aangesloten. Zij beschikken momenteel over 202 mensen. ‘Ook zij mogen en kunnen bij cyber­onderzoeken of een eventuele aanval bijstand ­leveren aan de FCCU.’Dat lijkt de omgekeerde wereld. Bij de voorstelling van de FCCU schrijft de federale politie op haar website net dat de af­deling ‘operaties’ de regionale eenheden met gespecialiseerde steun moet helpen. Het basisidee achter de optimalisatie van de federale politie is immers dat vanuit het centrale niveau de bijstand indien nodig naar de provincies vloeit. Daarom is er bij de FCCU ook een afdeling ‘Intelligence’, die een beeld moet vormen over criminele evoluties. Maar door het dalende aantal ‘cyberagenten’ staat ook die onder druk.In opdracht van Binnenlandse Zaken, Justitie en het federaal parket werkt de Federal Computer Crime Unit aan een strategische nota om de problemen het hoofd te bieden. Daarin gaat het onder meer over de rekrutering. Eén van de kwesties waarmee de eenheid allang worstelt, is hoe ze jonge IT’ers warm kan maken voor een job bij de politie, terwijl werken in de privé­sector doorgaans veel meer opbrengt.