Direct naar artikelinhoud
Maatschappij

Is succesauteur Griet Op de Beeck te hard aangepakt? “Er is nog altijd een grote reflex incest weg te duwen”

Is succesauteur Griet Op de Beeck te hard aangepakt? “Er is nog altijd een grote reflex incest weg te duwen”
Beeld n

In zijn nieuwe boek Intimiteit neemt hoogleraar klinische psychologie Paul Verhaeghe (UGent) het op voor de gecontesteerde misbruikgetuigenis van schrijfster Griet Op De Beeck. “Slachtoffers inbeelding aanwrijven leidt tot hertraumatisering.”

Een dik jaar geleden getuigde succesauteur Griet Op de Beeck (45) in de Nederlandse actuashow De Wereld Draait Door  over hoe haar vader haar als kind misbruikte. En over hoe ze dat pas jaren na de feiten was gaan beseffen omdat ze leed onder de vele indirecte symptomen en beeldflarden. Die getuigenis leverde haar zoveel kritiek in de Nederlandse en Belgische pers op dat ze donderdag opnieuw aanschoof bij Matthijs van Nieuwkerk. Dit keer om te bespreken wat die vijandigheid met haar had gedaan. 

Lees ook het standpunt van Barbara Debusschere: “Daarom hebben wij geluk met Griet Op de Beeck”

De discussie was een week eerder nieuw leven in geblazen door de Volkskrant. In een lang achtergrondverhaal werd geanalyseerd waarom Op De Beecks getuigenis zoveel weerstand had opgewekt. “Omdat het om incest gaat”, luidde de conclusie. Het artikel ging ook opnieuw in op de kampenoorlog over ‘hervonden herinneringen’ waar Op De Beeck zich op beriep. Uitkomst: ze zijn te onbetrouwbaar voor de rechtszaal en ook therapeuten moeten er terughoudend mee omspringen, maar: ze komen wel degelijk voor.

‘Dat Op de Beeck na haar getuigenis door een meute journalisten is beschuldigd van bedrog, was onethisch’
Paul Verhaeghe, Universiteit Gent

Hoogleraar klinische psychologie Paul Verhaeghe (UGent) sluit zich daarbij aan.

In zijn nieuwe boek, Intimiteit, breekt hij een lans voor de schrijfster. “Merkwaardig genoeg krijgen zulke patiënten geen bewuste toegang tot traumatische herinneringsbeelden. Het ontbreken van duidelijke herinneringen aan het misbruik leidt ertoe dat veel mensen twijfelen aan de echtheid ervan, terwijl een dergelijk falend geheugen juist typisch is bij trauma”. 

Dat Op De Beeck na haar getuigenis “door een meute journalisten is beschuldigd van bedrog”, noemt hij onethisch. “Journalisten en zelfverklaarde specialisten van de menselijke psyche hebben boter op het hoofd”, zegt Verhaeghe.

Paul Verhaeghe.Beeld ID / Thomas Sweertvaegher

Waarom neemt u het voor haar op?

Verhaeghe: “Ik ken haar niet, maar haar verhaal is een treffend voorbeeld van wat wetenschappelijk vaststaat: ernstige traumatische gebeurtenissen kunnen soms niet in het direct toegankelijke geheugen maar in een ander systeem worden opgeslagen en pas later en via een heleboel indirecte, vaak lichamelijke signalen weer naar boven komen. Dat is een beschermingsmechanisme. Wat met Op de Beeck gebeurde heet victim blaming en dat is zeer erg want leidt vaak tot hertraumatisering. Het was erg voorspelbaar dat ze daardoor in duigen zou liggen.”

‘De leek verwacht duidelijke herinneringen aan traumatische gebeurtenissen. Maar dat die er niet zijn, is net zeer typisch’
Paul Verhaeghe, Universiteit Gent

Maar ‘indirecte signalen’ en ‘hervonden herinneringen’, dat klinkt toch vaag?

“Het is ook een onbegrijpelijk fenomeen. Maar dat wil niet zeggen dat het niet bestaat. Maatschappelijk zie je om de zoveel tijd welles-nietesspelletjes daarover, maar in de wetenschap is er consensus. Alle traumaslachtoffers kampen met verregaande lichamelijke en psychologische gevolgen. Een klein aantal ontwikkelt een post-traumatische stressstoornis. En bij PTSS zijn die indirecte herinneringen en herbelevingen, soms jaren later, net zeer typisch, vooral in combinatie met telkens dezelfde beeldflarden die zich opdringen en allerlei fysieke en ook psychische klachten. Therapeuten zien dat in hun praktijk. En het staat in de DSM-5 (het internationale referentiehandboek voor psychiaters, BDB) beschreven.”

Waarom hebben velen er zo’n moeite mee dat te geloven?

“Omdat er nog altijd een grote reflex is incest weg te duwen. En omdat het paradoxaal is. De leek verwacht net heel duidelijke herinneringen aan traumatische gebeurtenissen. Maar dat die er niet zijn, is dus net zeer typisch. Die herinneringen zijn onvoorstelbaar en onbeschrijfelijk en om jezelf ertegen te beschermen zitten ze in een deel van het geheugen waar je geen directe toegang tot hebt.”

Maar het geheugen is toch manipuleerbaar?

“Het beschrijvende, autobiografische geheugen is inderdaad manipuleerbaar en het kan dus dat mensen zich onder invloed van anderen dingen herinneren die niet zijn gebeurd. En er zijn ook heel wat valse beschuldigingen, uit wraakzucht of als afrekening. Maar dat wil niet zeggen dat die typerende indirecte herinneringen en herbelevingen na trauma niet bestaan.

“Via indirecte herbelevingen, zoals iemand die altijd misselijk wordt door de aftershave die een misbruiker droeg, kunnen ze weer aan de oppervlakte komen. Wanneer een patiënt lijdt onder zo’n oncontroleerbare herinneringsflarden en herbelevingen, is dat met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een traumaslachtoffer. Omgekeerd zal een professional net meer twijfelen aan iemand die met een gedetailleerd misbruikverhaal komt. Als je genoeg tijd hebt met een patiënt, kun je dat echt juist inschatten. Maar wie dit niet kent, gaat de mist in en riskeert een slachtoffer nog dieper te duwen.”