Direct naar artikelinhoud

Louis Tobback schoffeert archeologen

BRUSSEL

De Leuvense burgervader neemt het niet dat een Vlaams decreet steden verplicht om opgravingen te laten uitvoeren bij grondwerken als het Vlaams agentschap Ruimte en Erfgoed dat stipuleert. ‘Een hele sector in het leven roepen, betaald door de steden en gemeenten. Een ware schande’, vindt hij.

Eind deze maand rondt het Studiebureau Archeologie de opgravingen af op het Leuvense Fochplein, en kan de stad met enkele maanden uitstel beginnen met de heraanleg ervan. Laat 19de-eeuwse stadsontwikkeling, hebben de archeologen aangetroffen en geïnventariseerd. Net als 15de-eeuwse en “een hele hoop” 12de-eeuwse sporen. “Vooral dat laatste is belangrijk”, zegt Maarten Smeets van het studiebureau. “We hoopten wel dat er toen al een continue beweging was, maar nu zijn we het zeker. Over het leven in die tijd is heel weinig bekend en onderzocht in Vlaanderen. Door deze opgravingen, op een vroeger handelsknooppunt, kunnen we heel wat leren.”

“Iets leren uit een beerput die ze hebben gevonden?”, vroeg Louis Tobback zich maandagavond in De laatste show af. “Dan zullen we weten wat de mensen in de 12de eeuw aten. Is dat dan interessant?” De burgemeester kreeg de lachers op de hand, en ging nog wat verder. “Wat ze nu claimen gevonden te hebben, weten we al lang. De lakenhallen, waar vandaag de universiteit gehuisvest is, en de eerste Romaanse Sint-Pieterskerk stammen uit die tijd.”

Met zijn uitlatingen gooit de Leuvense burgemeester nog maar eens olie op het vuur. De armworsteling met de archeologen duurt al vier maanden, al sinds bekend werd dat Leuven verplicht was om 500.000 euro neer te tellen om de grond onder het Fochplein te laten uitpluizen door archeologen. Volgens Tobback zouden ze toch niets vinden, om de eenvoudige reden dat “ze nog nooit wat hebben gevonden.” Archeologenverenigingen te lande reageerden onthutst op zijn eerste uitspraken, en vandaag zitten ze opnieuw op hun paard.

“We doen zoveel moeite om de geschiedenis die onder ons voeten ligt boeiend te maken”, zegt Marjolein Deceuninck, voorzitter van de vereniging Vlaamse ondernemers in Archeologie (VONA). “Dat doen we door informatie te verspreiden in de buurt waar we opgraven, door geleide bezoeken te organiseren op de sites. We stoppen er veel tijd en energie in. Dat een publiek persoon als Louis Tobback zich openlijk tegen ons kant, doet al onze pogingen teniet.” Het tegenwerken van de burgervader is volgens VONA nooit gezien. “We hebben al meer dan 70 opgravingen achter onze naam staan, en de reacties waren telkens overwegend positief”, zegt Maarten Smeets. “Ook nu zijn de handelaren erg geïnteresseerd in ons werk, en hadden we heel wat bekijks van passanten. Toch is het niet leuk werken als je verwezenlijkingen worden genegeerd of afgebroken.”

Pronken met erfgoed

Het lijkt weinig waarschijnlijk dat Leuven de artefacten die op het plein werden opgegraven, en waarvan het volgens de wet eigenaar is, zal bewaren. “Een zonde”, zegt Valérie Evers van het Vlaams Agentschap Ruimte en Erfgoed. “Want het kan ook anders. In Mechelen bijvoorbeeld wordt gepronkt met de opgravingen die er gebeuren, en dat straalt positief af op de stad. Jammer dat sommigen het groter belang van archeologie niet willen erkennen.”

Tobback zelf is weinig onder de indruk. “Het Vlaams decreet, dat de erfgoedconsulente (agentschap Ruimte en Erfgoed, BS) de macht geeft om opgravingen op te leggen zonder daarvoor te moeten betalen, heeft een heel nieuwe sector uit de grond gestampt”, zegt hij. “En die wordt volledig gesubsidieerd door de steden, gemeenten en privébedrijven die grondwerken uitvoeren. Een ware schande, niemand heeft geld te veel.”