Direct naar artikelinhoud

'Door een stempel te drukken op de school, druk je een stempel op de leerling'

KU Leuvenrector Rik Torfs stelt voor om, per middelbare school, de slaagcijfers bekend te maken die oud-scholieren halen in het hoger onderwijs (DM 13 en 14/8). Een student, een oud-directeur en een professor-emeritus reageren uit ervaring.

Officialisering van rankingonderwijs

Scholen quoteren hun leerlingen, maar zullen ze binnenkort zelf punten krijgen? Als het aan Rik Torfs ligt wel. Een opleiding aan de hogeschool of universiteit starten is een kans om je verleden aan de middelbare school achter je te laten.

Tijdens mijn middelbare schoolcarrière deed ik drie scholen aan. Ik ben een levend voorbeeld van het verguisde watervalsysteem. Van ASO naar TSO en dan naar KSO en één maal blijven hangen in het vijfde jaar. Bij mijn ouders heerste grote ongerustheid, maar dat kon mij niet zoveel maken.

Nadien blijkt dat ik door de diverse types onderwijs een bredere kennis en meer vaardigheden vergaarde. Met veel goesting begon ik aan een opleiding journalistiek die ik beëindigde met een stage bij de gerenommeerde Britse openbare omroep. Ik behaalde mijn diploma en mijn ouders hadden een zorg minder.

Ik ben een van de vele leerlingen waarbij de keuzes in het middelbaar en het hoger onderwijs niet overeenstemmen. Keuzes die in het verleden gemaakt werden, zijn soms noodgedwongen. De cijfers van de behaalde schoolresultaten bekendmaken zou misleidend zijn. Zijn cijferprestaties alleszeggend? Telt talent, motivatie of sociale vaardigheid niet mee? Als we ons vooral gaan concentreren op behaalde cijfers, dan verglijden we in een klasse-onderwijs. Door een stempel te drukken op de school druk je een stempel op de leerling. Scholen zullen nog meer gecategoriseerd en gestigmatiseerd worden in 'goeie' en 'slechte' scholen. Ouders zullen hun kinderen absoluut willen inschrijven in een hoog aangeschreven school en het aanbod van andere scholen niet eens bekijken. Bijgevolg zal de instroom in de 'slechte' scholen nog verzwakken. Het verleden van de studenten zal overdreven belangrijk worden naar de toekomst toe.

Ook op de arbeidsmarkt, cv's met 'goeie' scholen en cv's met 'slechte' scholen zullen op verschillende stapels belanden. Zij zullen dan al automatisch positief of negatief bekeken worden aan het begin van hun loopbaan, naargelang de school waar ze vandaan komen.

Leerkrachten zullen ondertussen in de rij staan om in een prestigieuze school les te geven. De vele zeer gemotiveerde en deskundige leerkrachten die zich dagelijks inspannen om het beste uit moeilijke leerlingen te halen, zullen zich niet gewaardeerd voelen.

De mening van leerkrachten, leerlingen en studenten wordt trouwens zelden gevraagd als er beslissingen genomen worden over het onderwijs. Het gaat nochtans over hun eigen biotoop waar ze jarenlang vijf dagen per week vertoeven. Over het lunchmenu van de cafetaria in mijn school, daar mocht ik tijdens mijn schoolcarrière mijn zegje over doen. Over echte belangrijke beslissingen in het onderwijs werd mij als student nooit iets gevraagd. Er wordt boven onze hoofden gepraat. Alleen de 'grote mensen' mogen praten. Kinderen en jongeren moeten zwijgen. Leerlingen en studenten zijn nochtans in staat om hun mening te formuleren. Het is alleen een kwestie van tijd nemen om te luisteren.

De quotering van scholen zal voor een ranking zorgen, voor een segregatie in het onderwijslandschap. Sommige instellingen zullen zich superieur voelen, andere zullen kampen met een minderwaardigheidscomplex. Een school quoteren is oneerlijk en contraproductief.

Lisa Leysen, bachelor journalistiek

Vooroordelen blijven, ondanks openheid

Naar aanleiding van uw artikel 'Cijfers zijn top secret in onderwijsland' (Waarom koepels, scholen en experts niet te vinden zijn voor vrijgave van slaagpercentages, DM 14/8), wil ik graag het volgende kwijt. Al in de jaren '80-'90 heb ik, als directeur van het Koninklijk Atheneum Zelzate, jaarlijks de resultaten van onze oud-leerlingen in het hoger onderwijs bekendgemaakt via de toenmalige schoolkrant - dus ter attentie van de ouders en oud-leerlingen - en zelfs soms in het lokale reclameblad - dus voor het grotere publiek.

Ik heb er toen zelfs vaak slaagpercentages bij vermeld en die waren voor onze school meestal gunstig, vergeleken met het landelijk gemiddelde. Hierbij wil ik terzijde vermelden dat in de meeste jaren de slaagpercentages van leerlingen uit de VSO-periode beter waren dan die van de jaren voordien...

Ik heb in die tijd vaak heel positieve reacties gekregen op de publicatie van onze resultaten, maar ik moet anderzijds ook bekennen dat ik er zelden positieve gevolgen van heb gezien, bijvoorbeeld qua leerlingenaantal. Blijkbaar waren de vooroordelen die bestonden, en waarschijnlijk nog bestaan, tegenover het vroegere rijksonderwijs/nu gemeenschapsonderwijs en tegenover kleine, landelijke scholen sterker dan de bescheiden publiciteit die we maakten met de resultaten van onze oud-leerlingen.

Raymond Verdoolaege, oud-directeur Koninklijk Atheneum Zelzate, Assenede

Niets gemakkelijker dan méér leerlingen doen slagen

Het voorstel van rector Torfs van de KU Leuven om examenresultaten van de studenten in het hoger onderwijs te linken aan hun middelbare school, wordt gesteund door prof. P. Van Petegem (UA). Hij zegt: "Openbare slaagpercentages zullen de lage slaagpercentages in het hoger onderwijs doen dalen." Wim Vandenbroek (VUB) zegt: "Door informatie openbaar te maken, kunnen scholen zich verbeteren."

Inderdaad: niets is gemakkelijker dan méér leerlingen doen slagen en hogere graden toe te kennen: het volstaat de lat een klein beetje lager te leggen. Daarvoor bestaan vele haast onzichtbare technieken, zo leerde ik tijdens meer dan veertig jaar ervaring met examencommissies. Instellingen, studierichtingen, of examinatoren die niet meedoen aan zo'n opbod, worden vroeg of laat afgestraft, door negatieve publiciteit in de media, door de ouders, en zelfs door een visitatiecommissie die vindt dat minstens de helft moet slagen. Met dergelijke "verbetering" van de resultaten is iedereen tevreden: de studenten, de ouders en de instelling. Maar er is een groot verschil tussen slaagpercentages enerzijds, en de kwaliteit van de opleiding en van de diploma's anderzijds. Of de samenleving, die behoefte heeft aan de allerhoogste kwaliteit, ermee gebaat is?

Frank Roels, professor emeritus UGent