Direct naar artikelinhoud

Wie subsidies wil, moet publiceren

Professoren krijgen van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek een opmerkelijk scherpe brief toegestuurd. Daarin wordt hen aangemaand dringend meer te publiceren. 'Over kwaliteit zeggen zij niets, dit moedigt bad science aan.'

Meer publiceren en vooral rapporteren. Dat is het enige wat het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek, dat academici beurzen geeft om fundamentele research te doen (zie kader), vraagt in een brief aan organisatiepsycholoog Frederik Anseel (UGent). Op de aanhef en de groet na telt het document welgeteld vijf regels en de voertaal springt plots van het Nederlands naar het Engels. "Het FWO moedigt u aan meer te publiceren en verwacht een gedetailleerde lijst van publicaties in uw laatste verslag tegen 1 mei 2014", klinkt het.

De 35-jarige Anseel, die 30 A1-publicaties (studies verschenen in toonaangevende tijdschriften) op zijn teller heeft staan, zette de brief prompt op Twitter mét commentaar: "Wie zich afvraagt vanwaar die 'zogenaamde' publicatiedruk komt, zie hier de bemoedigende woorden van het FWO."

Een opmerkelijke stap en de vele reacties tonen dat hij niet de enige wetenschapper is die een dergelijke boodschap ontving. Dat stelt ook Ignace Lemahieu, directeur onderzoeksaangelegenheden van de UGent. "Bij het FWO kijken ze niet alleen naar kwaliteit, maar ook naar kwantiteit. Als zij vaststellen dat er minder gepubliceerd is dan redelijkerwijs verwacht mag worden, is zo'n standaardbrief zeker niet ongebruikelijk."

Hoewel zulke brieven dus vaker worden verzonden, verbaast Anseel zich over de mededeling. "Naar buiten toe doet men nog altijd alsof de publicatiedruk niet bestaat. Maar als dit soort formuleringen deel uitmaken van een standaardbrief, dan duidt dat op een diepgeworteld probleem. Het toont hoezeer ons systeem aangetast is en dat is frustrerend. Veel van mijn tijd gaat op aan verslagen schrijven en dan krijg ik dit in mijn bus. Dat is cynisch, vooral omdat er niets wordt gezegd over kwaliteit."

Afhankelijk

Het onderzoek waar de brief melding van maakt, duurt vier jaar en is momenteel halverwege. Anseel zegt nog veldwerk te moeten doen en stelt dat het onmogelijk is om nu al te publiceren.

"Deze brief moedigt juist bad science aan. Het maakt duidelijk dat het publiceren voor het FWO een doel op zichzelf is geworden en niet de kennis die wij bijdragen aan de maatschappij. Collega's zeggen soortgelijke mededelingen te ontvangen, maar voegen er in een adem aan toe dat het riskant is om ze naar buiten te brengen. Niemand durft iets te zeggen, omdat ze financieel afhankelijk zijn van het FWO."

Bij het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek is men zich van geen kwaad bewust. "Professor Anseel heeft in 2010 een project toegekend gekregen ter waarde van 230.000 euro", zegt secretaris-generaal Elisabeth Monard. "Wij gaan na of dat geld goed besteed wordt en vragen een expertenpanel, dat bestaat uit collega-wetenschappers, om zijn vorderingen te evalueren. Zij maken daar serieus werk van en hebben geconcludeerd dat professor Anseel te weinig heeft gepubliceerd, terwijl dat belangrijk is voor onze output."

Dat het een standaardbrief betreft, wil Monard ook niet gezegd hebben. "Het kan goed zijn dat andere wetenschappers eenzelfde soort brief hebben ontvangen. Het is misschien een geijkte formulering. Dat de brief zo kort is, komt omdat wij duizend projecten hebben lopen. Maar het essentiële staat erin en professor Anseel weet wel wat hij moet doen."