Direct naar artikelinhoud

'We zijn de mooiste mensen ter wereld'

'De langst bestaande, onkreukbare democratie in de geschiedenis.' Zo noemt Elbow zichzelf op zijn website. Er is iets van aan. Frontman Guy Garvey en gitarist Mark Potter kennen elkaar zelfs al sinds hun zestiende. Die laatste mag vandaag een boekje opendoen over de frontman van deze democratie. 'Alles mag bij ons, behalve frisbee.'

Straks speelt Elbow voor de derde keer op Rock Werchter. Dankzij het succes van The Seldom Seen Kid en de recentste plaat Build A Rocket Boys! staan ze dit jaar hoger dan ooit op de affiche. "Een droom," noemt Mark Potter het. "Guy en ik hebben altijd voor een groot publiek willen staan, zelfs toen we nog in stinkende achterafzaaltjes voor een lauwe pint speelden.

"Ik herinner me nog de avond voor ons allereerste concert: Guy fantaseerde over ons latere leven. We keken naar de beelden van Queen Live at Wembley en hij zei: dat zijn wij over één jaar. Het kostte ons uiteindelijk slechts twintig jaar meer. (lacht) Het grappige is dat we die show in Wembley, nu twee jaar geleden, niet eens als ons moment de gloire zien. We speelden er in het voorprogramma van U2, nu moeten we het op eigen kracht zien te herhalen."

Dat Elbow in de laatste tien jaar een steeds hogere vlucht ging nemen, ligt aan de democratie die heerst binnen de band, gelooft Potter. "Guy is de frontman, maar niet de groepsleider. Vaak spannen twee leden samen zodat één zijn zin krijgt. "I'll scratch your back, if you'll scratch mine" is een populair beginsel in deze groep. (lacht) Dat moet wel, want we raken het letterlijk nergens over eens. Nee, dat is niet waar. Over één ding kunnen we unaniem zijn: frisbee spelen we niet meer. De twee keer dat we dat wel deden, kregen we een half uur later te horen dat we gedumpt werden door onze platenfirma."

"We delen met zijn vijven een heel lange geschiedenis. Zelfs als Elbow er ooit mee kapt, blijft onze vriendschap bestaan. Daar ben ik zeker van. Wie dat niet gelooft, moet maar eens luisteren naar 'Weather to Fly'. Dat is Guys ode aan die vriendschap, net als de zin "I got a house that you can smoke in, so all my friends found me" uit 'Jesus is a Rochdale Girl'. Die tekstregel verwijst naar de beginjaren van Elbow, toen we geen nagel hadden om onze kont te krabben. Toen konden we altijd terecht bij Guy thuis. Hij is vrij vroeg op zijn eentje gaan wonen. We waren alle vijf straatarm maar de koning te rijk, omdat we tenminste samen konden zijn onder één dak, en ongemoeid sigaretten konden rollen in zijn zetel.

"Toen al vond ik Guy een grappige kerel, maar ook een beetje een poseur. Hij had veel meer branie dan vandaag. En hij was een stuk magerder. (lacht) Ondanks zijn aanstellerij kwam hij heel onzeker over: het was een heel doorzichtig masker. Ik denk dat ik weet hoe dat komt. Vier jaar voor we elkaar leerden kennen, had Guy blijkbaar ongelooflijke flaporen. Taxideuren, noemde hij ze zelf. (lacht) Elke dag werd hij uitgelachen op school en op straat: kinderen kunnen echt wreed zijn. Uiteindelijk liet hij ze corrigeren in het ziekenhuis, maar toen hij terugkeerde naar school, zongen ze na een uur al 'Holding back the Ears' (naar 'Holding back the Years' van Simply Red, gva).

"Die banale anekdote zegt veel over Guy: hij zal zich nooit beter voelen dan anderen. Vroeger moesten we hem elke avond zowat het podium opsleuren, omdat hij de confrontatie met andere mensen niet aandurfde. Onbegrijpelijk, want hij is een geweldig talent."

"De mooiste eigenschap van Guy? Zijn gulheid én zijn gevoeligheid. Hij heeft niet veel nodig om oprecht ontroerd te worden: een mooi compliment, een prachtige melodie... Dat, en een paar flinke glazen Scotch. (lacht) Die gevoeligheid alleen al maakt van hem een van de mooiste mensen ter wereld. Gelukkig vindt hij dat ook van ons. Je zou het misschien op het eerste gezicht niet zeggen, maar wij zijn de vijf mooiste mensen ter wereld. (lacht)

Elbow speelt zaterdag 2 juli op Rock Werchter (Main Stage, 18.00u)